13 R O B E Y S P O R T S W E A R . C O M R O B E Y S P O R T S W E A R . C O M R O B E Y S P O R T S W E A R . C O M welove wesearch wedeliver RSV doet op het goede moment de juiste dingen Hij voetbalde zelf ruim twintig jaar bij andere verenigingen, begon vervolgens met training geven voor RSV en is nu ‘het hoofd’ van de onderhoudsploeg bij de club. Chris Ossenblok heeft zijn plekje in Rucphen helemaal gevonden. En dat is gezien zijn eigen hoveniersbedrijf, helemaal niet zo gek. “Dan is het best logisch dat ze je vragen voor de velden!” Toch begon het verhaal van de 62-jarige Ossenblok bij RSV al een flink stukje eerder. Een jaar of 25 om precies te zijn. “Toen zijn mijn kinderen hier gaan voetballen, dan raak je vanzelf betrokken. Ik ben begonnen met training geven aan de F’jes en gestopt bij de A-jeugd, een seizoen of vijftien in totaal.” Met twee zoons die afwisselend training moesten krijgen, was het een drukke ‘baan’, toch vond hij nog genoeg tijd voor andere klusjes. “Daarna werd ik gevraagd voor het bestuur en als leider van de A’tjes. En tegenwoordig ben ik ook betrokken bij het kiezen van de trainer.” ALS EEN TREIN Maar zijn grootste verantwoordelijkheid is toch wel die van het onderhoud. En niet alleen die van de gebouwen. “We hebben een commissie opgericht en vormen met een mannetje of twaalf de onderhoudsploeg. Dat loopt als een trein.” Ossenblok, inmiddels zo’n tien jaar actief in het bestuur, doet het zeker niet alleen. “Haha, eigenlijk regel ik het vooral! Ik krijg heel veel hulp.” Ook bij het beoordelen van potentiële nieuwe trainers, trouwens. “Samen met oud-spelers van het eerste elftal doen we dat. Wie past er het beste bij ons als club?” Terug naar het veld, of het onderhoud daarvan dan tenminste. “Het belangrijkste? Om op het goede moment de juiste dingen te doen. Vroeger gooiden ze er heel veel zand op, om het maar vlak te krijgen. Dat doen we nu niet meer.” Maar ook het moment van inzaaien is natuurlijk van levensbelang. “Eind april, dan moet je het doen!” Met een eigen hoveniersbedrijf, is die kennis voor Ossenblok gesneden koek. “Het is ook mijn vak, dus ik vind het hartstikke leuk om te doen.” APPGROEP Toch is het onderhoud, natuurlijk meer dan de velden bijhouden. “Gewoon gezellig met die mannen omgaan. Iedere donderdag zijn we bij RSV. Ouwehoeren, biljarten en vergaderen. Dat laatste doen we een keer in de maand. Als je iets heel erg leuk vindt, valt het allemaal wel mee. Dan is het makkelijk te doen.” Maar ondanks dat, komt er stiekem toch genoeg bij kijken, vertelt Ossenblok. Teamsindelen,nieuwespelersverwelkomen en iedereen op één lijn proberen te krijgen. Kort gezegd het werk van Ronald Buijsen als jeugdcoördinator van de onderbouw bij Hoeven. En ook als trainer stoomt hij de club klaar voor de toekomst. “Het is mooi om ze ieder jaar te zien groeien.” ‘Je gaat voetballen, omdat je het leuk vindt’ Zoals wel vaker, gebeurde het ook bij Buijsen. “Het begint allemaal, als je zoontje gaat voetballen.” Inmiddels negen jaar geleden. “Daarvoor heb ik zelf altijd in het eerste gevoetbald en later gaf ik training aan de jeugd. Nu zorgen we er samen voor dat alle teams genoeg trainers en leiders hebben. Dat wordt steeds een beetje lastiger.” ROULEREN Toch mogen ze bij Hoeven niet klagen, vertelt de 41-jairge Buijsen. “Veel oud-spelers van het eerste elftal worden hier trainer. Jongens waar ik zelf nog mee heb gevoetbald.” En om die trainers te helpen, ligt er een ‘blokboek’ voor ze klaar. “Vol met trainingen. Vooral de lagere elftallen kunnen dat gebruiken, zodat eigenlijk iedereen ongeveer dezelfde oefenstof krijgt.” Van een warming-up en dribbelen met de bal, tot aan het partijspel. Leuk en leerzaam. “Na de training doet Adrie van der Graaf, de meest ervaren trainer van onze club, zo nu en dan een oefenvormpje voor, zodat we daar onderling wat van kunnen leren. Daar zijn we vorig jaar mee begonnen.” Maar dat is niet het enige, vertelt Buijsen. “Een keer in de vier of vijf weken, rouleren we met alle trainers. Dan staan ze ineens ergens anders voor de groep. Daar leren die spelers ook weer van.” De neuzen allemaal dezelfde kant op. “Een groot gedeelte van de trainers zijn welwillende ouders, die moeten we helpen. Dat is het belangrijkste. Vanuit de binding met de club.” Dat is wat betreft de oudere jeugd, aardig gelukt, klinkt het trots. “Die jongens trainen de jongste spelers, dat is altijd mooi om te zien!” BINDING HOUDEN Buijsen geniet er al jaren van. “Ze komen binnen bij de mini’s, leren vervolgens dribbelen en gaan steeds meer ‘echt’ voetballen.” Mede door de begeleiding. “Trainers moeten terechtkomen in een gespreid bedje, dat ze zich nergens druk om hoeven te maken. Saamhorigheid is daarbij belangrijk.” Toch merkt de voetballiefhebber dat het ieder jaar steeds een beetje lastiger wordt, om ze allemaal weer te vinden. “Vrijwilligers liggen niet voor het oprapen, maar het is opnieuw gelukt.” Allemaal met maar een doel: “Het belangrijkste, is dat ze allemaal veel plezier hebben. Je gaat uiteindelijk voetballen, omdat je het heel leuk vindt.” Toch droomt Buijsen stiekem al wat verder. “Het is moeilijk om prestatieteams te maken, bij sommige leeftijden is de spoeling dun. Echt kunnen selecteren, dat zou mooi zijn.” Want als het puntje bij het paaltje komt, valt of staat alles met de binding met de club. “Je ziet aan de onderkant veel aanwas, aan ons om ze vast te houden. Dat ze van de JO19 naar de senioren gaan en bij Hoeven blijven. Ook als ze niet in een prestatieteam willen voetballen.” Al is het maar voor de sfeer op zondag. “Dan is de kantine altijd mooi vol en gezellig!” “Contacten met de gemeente, overleg met het bestuur, geld vrijmaken. Het gaat niet vanzelf.” En dus wordt er, vooral op maandagochtend, hard gewerkt. “Daar hebben we ook een appgroep voor. Dan zijn er altijd een mannetje of vier, vijf klusjes aan het doen.” Naast de inmiddels bijna traditionele klusdag. “Dat doen we twee keer per jaar. Dan gaan we met een hele groep snoeien, lijnen trekken, netten vervangen en dakgoten schoonmaken. Alles om een net park te hebben.” Het kost tijd, maar levert ook een hoop op. “Je hoort echt bij een club, daarom moet je het blijven doen.” EEN COMPLIMENTJE De inwoner van Rucphen weet inmiddels als geen ander: “Het kan altijd beter, mensen houden ook van mopperen. Daar kan ik wel tegen.” Maar vaak doen ze er, bij RSV, dan wel wat mee. “Vroeger werden de ballen tijdens het seizoen steeds slechter, nu hebben we daar een eigen kast voor. Een aparte hoek. Dat was tien jaar geleden mijn eerste project, nu zijn de ballen top!” En inmiddels is er weer ruimte voor een nieuw projectje, Ossenblok heeft hem al op het oog. “We hebben niet al te veel kleedlokalen en ook de ventilatie is niet op zijn best. Dat is een flinke kostenpost. Daarnaast zijn we druk bezig met verduurzamen, de zonnepanelen liggen er al.” Met zijn eigen energie, gaat het overigens meer dan goed. “Je krijgt er veel waardering voor terug. Die probeer ik ook aan ‘mijn jongens’ te geven. Een complimentje, hier en daar.” De onderlinge contacten en het dankbare werk, Ossenblok heeft het prima naar zijn zin. Maar ooit komt daar natuurlijk een einde aan. “Ik ben onlangs herkozen voor drie jaar, daarna ga ik afbouwen. Iemand met nieuwe ideeën, is soms goed!” Maar niet voordat hij alles keurig heeft achtergelaten. “Het is en blijft leuk om erbij te zijn!”
RkJQdWJsaXNoZXIy ODM1NjU=