23 R O B E Y S P O R T S W E A R . C O M R O B E Y S P O R T S W E A R . C O M R O B E Y S P O R T S W E A R . C O M welove wesearch wedeliver Evengestopt, gaanwonen inAmsterdam, gevoetbaldbij Virtusenweer terugbij SVC. Heel logischklinkt zijnvoetballoopbaanmisschien niet, maar voor Tom van Hoof is het de normaalste zaak van de wereld. Inmiddels is de linksback weer terug in Standdaarbuiten en dat bevalt uitstekend. “Ik kwam hier altijd al graag, het is echt een gezellig dorp.” Een mooie lichting jeugd afleveren aan het eerste elftal, dat gaat niet zomaar. Als ze daar ergens van doordrongen zijn, is het wel bij huidige derdeklasser VVR in Rijsbergen. En dus zijn ze achter de schermen druk bezig omdat voor elkaar te krijgen. “Er komt echt eenmooie lichting aan!” Het klinkt allemaal vrij ingewikkeld en dus doet Van Hoof een poging om de boel wat overzichtelijker te maken. “Op mijn vierde ben ik begonnen bij SVC, maar van de D’tjes tot de A’tjes heb ik bij Virtus gespeeld.” Mede door zijn studie in Amsterdam kwam het daar nooit tot een doorbraak in het eerste. “Ik kon weinig trainen en kreeg daardoor niet echt de kans.” Via vrienden kwam de 28-jarige inwoner van Breda weer terecht in Standdaarbuiten, maar wel in het tweede. “Twee jaar lang ben ik ook nog gestopt, maar uiteindelijk begon het wel weer te kriebelen.” NIEMAND VERWACHT Inmiddels is Van Hoof alweer bezig aan zijn vierde ‘volledige’ seizoen bij het vlaggenschip van SVC en dat is niet voor niks. “Iedereen kent elkaar. In de kantine zijn we altijd met een vaste groep en je krijgt veel waardering.” En het belangrijkste: “Het is natuurlijk een stukje rijden, maar dat heb ik er graag voor over. Gezellig een biertje in het café, dat hoort er ook allemaal bij.” Iets dat hij de afgelopen maanden wel een beetje heeft gemist. “In je eentje hardlopen, dat is niks voor mij. Dus gelukkig mogen we weer voetballen, dat teamgevoel mis je dan toch.” Een groep waarin Van Hoof één van de oudere spelers is. “We hebben veel begin twintigers, met mijn 28 hoor ik al bij de oudere jongens. Het is een hechte vriendengroep, die al een jaar of vijf samenspeelt. Vooral een voetballende ploeg, op fysiek leggen we het vaak af.” Maar gelukkig voor hem, en zijn teamgenoten, is dat laatste dit seizoen maar weinig het geval. Met een plek in de top van de vierde klasse doet SVC het meer dan verrassend goed. “Dit had niemand van ons verwacht. We zijn het hier eigenlijk gewend om tegen degradatie te spelen. Normaal als we twee keer winnen van Noordhoek en niet degraderen, is iedereen tevreden.” Maar die plek is allesbehalve onverdiend, vindt Van Hoof. “De eerste vijf moet dit seizoen zeker lukken, daarna moeten we verder bouwen en een stabiele vierdeklasser worden.” VAN WAARDE Want hoe mooi ook, die derde klasse is voorlopig nog even te hoog gegrepen. “We zijn geen derdeklasser. Maarja, bij promotiewedstrijden gebeuren soms gekke dingen...” Toch heeft hij wel een verklaring voor de goede prestaties. “De puzzelstukjes vallen nu op de juiste plek, de groep is al lang samen en we hebben een beetje geluk. Maar we zijn ook wel echt beter geworden, wat constanter en de ondergrens ligt hoger.” Met een goede keeper en een solide verdediging, waar Van Hoof zelf ook deel van uitmaakt. “Tegenwoordig sta ik linksback. Daar had ik eerst nog nooit gespeeld, dus ik probeer het zo goedmogelijk in te vullen.” En dat bevalt goed. “We spelen 4-4-2, dus er ligt voor mij veel ruimte om op te komen.” Met zijn loopvermogen en verleden, zit dat wel goed. “Vroeger speelde ik een stuk aanvallender, dus dat kan ik wel. Verdedigend moet het nog wel een stukje beter soms.” De linkspoot blijft dan ook kritisch. “Aan het einde van het seizoen hoop ik wel wat meer assistjes op mijn naam te hebben en vaker op het scorebord te staan.” Maar niet alleen binnen de lijnen is Van Hoof van waarde, ook daarbuiten draagt hij zijn steentje bij. “Ik organiseer activiteiten op de club. Zoals een toernooi, een quiz of eens op zaterdagavond voetballen. Een beetje de kas spekken.” Die functie past hem uitstekend. “Van nature ben ik al iemand die graag dingen onderneemt, ik kan slecht stilzitten. En de club draag ik natuurlijk een warm hart toe!” ‘Normaal spelen we hier tegen degradatie’ ‘Dan hebben we over tien jaar een mooie generatie’ Was getekend, Ronald Klapwijk. En als jeugdcoördinator, kan hij het weten. Met drie kinderen actief als jeugdspeler bij VVR, is hij aardig op de hoogte. “Vanwege hen ben ik er eigenlijk weer ingerold. Eerst als leider en vervolgens word je erin meegezogen als trainer. In 2017 ben ik benaderd door Richard Dekkers, om zijn stokje als coördinator van de jongste jeugd over te nemen.” Dat doet hij uiteraard niet alleen. Wilfred van Gils begon in februari 2015 met de afdeling voor mini’s. “Zodat kinderen vanaf hun vierde konden beginnen met voetballen. Dat kon eerst niet, dan heb je als vereniging toch een achterstand.” Naast Klapwijk bestaat het coördinerend viertal uit Ronald Canjels, Patrick van der Kloot en Lars Wouters. DUIDELIJKE VISIE En die samenwerking werpt zijn vruchten af, weet Klapwijk. “Sinds we hiermee zijn begonnen, hebben we zo’n 140 voetballertjes weten te binden. Die spelen nu in de JO7 tot en met de JO13.” Maar dat gaat niet vanzelf, vertelt het lid van de jeugdcommissie. “We bieden trainingen aan, vanuit een handboek, zodat we allemaal zoveel mogelijk op één lijn zitten.” Hoe gaat dat in zijn werk? “De mini’s, tegenwoordig JO7, doen een circuitje. Onder leiding van tien ouders, die om toerbeurt voor de groep staan. Dit doen we één keer in de week.” Bij de JO8 en JO9 wordt ook nog steeds één keer in de week gemengd getraind in circuitvorm. “Zodat je geen ‘kliekjes’ krijgt, op woensdag staat de teamtraining op het programma.” De JO10 en JO11 trainen tweemaal per week met het eigen team en sluiten geregeld af met een partijtje tegen de andere ploeg. De coördinatoren prijzen zich vooral gelukkig met het grote aantal vrijwilligers. “De ouders zijn ontzettend enthousiast!” Al is dat mede een gevolg van hun manier van werken. “De trainingsvormen die we aanbieden, lenen zich ook perfect voor niet-trainers, op die manier kan eigenlijk iedereen ze geven.” Een duidelijke visie. “Door kinderen al vanaf het jaar dat ze vijf worden te laten voetballen, is de basis heel breed en heb je veel aanwas. De manier van trainen zorgt voor het binden van ouders.” Vooral de ondersteuning is daarbij van belang, denkt Klapwijk. “We gaan dit jaar een KNVB-cursus aanbieden, in de hoop dat die ouders dan langer aan de club verbonden blijven. We schrijven trainingen uit, die nemen ze over, dat zie je terug.” MOOIE CLUBMENSEN En dan is er nog het zogeheten ‘train de trainer-concept’. “Iemand met een voetbalachtergrond kan trainingen begeleiden, zodat niet-voetballers daar iets van kunnen leren.” Ondertussen is het tijd voor de volgende stap. “Het voetbal naar een hoger niveau krijgen. Plezier staat voorop, maar de echte voetballers komen altijd bovendrijven. We roepen al een tijdje keihard dat er een mooie lichting aan zit te komen.” Dat is nodig ook, want het eerste en tweede hebben het lastig. “Hopelijk zijn we dan over een jaar of tien een gevestigde derdeklasser.” Aan de inzet van de jeugdcommissie zal het in ieder geval niet liggen. “Het is een mooie clubmensen, iedereen steekt er ongelooflijk veel tijd in, maar met liefde.” En dus overheerst de trots bij Klapwijk. “Er zit groei in, we proberen de jeugd te binden en op die manier de jeugdafdeling draaiende te houden.” Ook tijdens de coronaperiode. “Toen zijn we gewoon lekker doorgegaan, met de ‘Champions League’ bijvoorbeeld.” Het bestaansrecht, op een mooi sportpark, is daarmee bewezen. Maar de vrijwilliger heeft nog één verbeterpuntje. “Een kunstgrasveld zou ons ontzettend helpen, dat geeft zoveel meer mogelijkheden.” In een feestjaar, VVR bestaat 90 jaar, zou dat een mooi cadeau zijn. Uiteraard speelt de jeugd ook in de feestweek een prominente rol. “Touzani komt langs, dan spelen we drie tegen drie. Bij de voorrondes waren de ‘kids’ al tot op het bot gemotiveerd!”
RkJQdWJsaXNoZXIy ODM1NjU=