VoetbalJournaal Etten-Leur, voorjaar 2022

19 R O B E Y S P O R T S W E A R . C O M R O B E Y S P O R T S W E A R . C O M R O B E Y S P O R T S W E A R . C O M welove wesearch wedeliver Oranjeleeuwinnen die blijven winnen, de groeiende populariteit van het meidenvoetbal en dochters die gek zijn van het spelletje. Heel vreemd was het dan ook niet, dat Frank Braspenning vroeg of laat betrokken zou raken bij Wernhout. Maar na zes jaar als coördinator, is het tijd voor een nieuw gezicht. “Andere ideeën, dat is alleen maar goed!” Braspenning stopt na succesvolle samenwerking Waarom Martin van Erk bijna 50 jaar geleden lid werd van Zundert? “Dat was toen helemaal geen vraag!” En dus zette hij op elfjarige leeftijd zijn eerste stapjes op een voetbalveld, maakte zijn debuut bij het vlaggenschip en vervulde later de rol van hardwerkende vrijwilliger. En tijdens het 90-jarig jubileum, is de clubmaner natuurlijk nog steeds. “Je wordt besmet met het rood-zwarte virus.” De nu 58-jarige Van Erk weet het allemaal nog precies. Met maar één club op het dorp, moest het Zundert worden. “Mijn oudere broer voetbalde er ook, dus het was eigenlijk heel logisch.” Liefde op het eerste gezicht. “Een gemoedelijke vereniging, leuk en gezellig. Ik houd van het spelletje, maar heb toch ook vooral heel veel vrienden gemaakt.” En dat is niet voor niks. “In een dorp blijven de mensen toch vaak langer lid, dan in een stad, dat zie je hier ook.” Lange tijd als vrijwilliger. “Dan weer dit, dan weer dat.” Maar Van Erk was ook een geruime tijd binnen de lijnen actief. “Vooral in het tweede, hoor. Zeker een jaar of vijftien. Misschien dat ik tot twintig potjes in het eerste ben gekomen, dat was vanwege studie maar lastig te combineren.” GRAAG OVERNEMEN Toch is er aan hem een verdienstelijke linksback verloren gegaan. “Ik moest het vooral hebben van mijn snelheid en het harde werken. Al kwam ik er ook graag overheen.” In de lagere elftallen schoof Van Erk dan ook langzaam steeds een beetje verder naar voren, tot fysieke ongemakken hem dwongen te stoppen. “Operaties aan mijn meniscus en last van mijn spieren. Een jaar of twintig geleden ben ik gestopt.” Tijd om buiten het veld zijn steentje bij te gaan dragen. En dat hij dat heeft gedaan, is een understatement. Begonnen als redactielid van het clubblad, betrokken bij het beleidsplan en vanaf ‘96 in het bestuur. “Toen ben ik vijftien seizoenen lang secretaris geweest en vervolgens nog zes jaar ‘infozaken’.” Maar ook op het veld was Van Erk van waarde. “Bij het G-team en nu alweer een poosje bij de dames. Eigenlijk sta ik al 24 jaar lang elke donderdagavond training te geven. Op naar de 25? Dat zou mooi zijn!” Tegenwoordig houdt hij zich als een ‘bezige bij’ bezig met de accommodatie, maar daar zit meer achter, vertelt de vrijwilliger. “In 1992 is mijn jongere broer gestorven, die deed veel voor de vereniging, terwijl ik dat toen nog niet deed. Dat was voor mij eigenlijk dé reden om het te gaan doen. Hij kon het niet meer, dus wilde ik dat graag overnemen.” En dan raak je dus besmet. “Daar heb ik geen spijt van! Als je samen de schouders eronder probeert te zetten, kun je er iets moois van maken.” ONDERDEEL VAN LEVEN En dus ging hij nooit met tegenzin naar de vergaderingen. “Gewoon weer lekker over de club praten, dat gaf mij voldoening en energie.” Mede daardoor viert Zundert dit seizoen een prachtig jubileum. “Veel leden behoren tot de rood-zwarte familie, iedereen staat voor elkaar klaar.” Dankzij vrijwilligers dus. “Mensen die nu scheidsrechter zijn, klusjes opknappen, dat soort dingen.” Al wordt het invullen van vrijwilligerstaken steeds lastiger, weet Van Erk. “Leden zijn wat losser geworden, melden zich veel makkelijker af. Het is een andere mentaliteit. Vroeger kwam je altijd, tenzij je een keertje ziek was.” En dus maakte hij in al die jaren de nodige mooie herinneringen. “In de A’’tjes gingen we altijd een dikke week op trainingskamp naar Limburg. Trainen, wedstrijden spelen, maar vooral ‘s avonds naar het café. Dan kwam je best wel moe thuis, haha!” Ook twee kampioenschappen en een promotie naar de tweede klasse staan nog op zijn netvlies, maar iets anders misschien nog wel net een bétje meer. “Als trainer van het G-teamhebben we nog eens het KNVB-toernooi georganiseerd, voor een team of dertig. Dat was geweldig.” Net als de jeugdtoernooien in Frankrijk, maar bovenal overheerst bij Van Erk één gevoel. “Ik woon op driehonderd meter van het sportpark, dit is een groot onderdeel van mijn leven. Het blijft een plek waar ik graag kom!” Van Erk is besmet met het rood-zwarte virus En dat klinkt voor de 52-jarige Braspenning best een beetje gek om te zeggen, want Wernhout is ‘echt zijn cluppie’. “Ik ben er begonnen op mijn achtste, speelde nog in het eerste en voetbal nu bij de veteranen. Alle teams heb ik wel zo’n beetje gehad.” In de jeugd als middenvelder, later achterin. “Bij de senioren gewoon, een simpele verdediger.” WAARDERING Maar zoals dat zo vaak gaat, rolde Braspenning al snel in het vrijwilligerswerk. “Eigenlijk ben ik altijd jeugdtrainer en leider geweest bij de jongens, tot mijn dochters op voetbal gingen. Toen ben ik dat daar gaan doen.” Een jaar of zes geleden kwam daar dus ook de rol van coördinator bij. “Er kwamen steeds meer meisjesteams, daar moesten we iets mee.” Die rol nam de inwoner van Wernhout met alle liefde op zich. “Het is geen grote vereniging, dus je kent iedereen. Maar door zo’n functie leer je ook weer nieuwe mensen kennen, het is een soort verbondenheid.” Braspenning weet dan ook als geen ander hoe belangrijk een voetbalclub is. “Voor het dorp ontzettend, dat zag je heel goed tijdens corona. We hebben er toen alles aan gedaan om toch dingen te blijven organiseren, vooral voor het sociale aspect, dat werd enorm gewaardeerd.” Die waardering voelt hij ook als coördinator van het meidenvoetbal. “Elftallen indelen, leiders en trainers zoeken, dat soort dingen. Dat laatste wordt wel steeds lastiger.” Mede daardoor begonnen ze vijf jaar geleden een samenwerking met Zundert. “Op die manier heb je veel meer meiden, dus kun je ze lekker met hun eigen leeftijd laten voetballen. Dat werkt.” Een goede zet dus. “We trainen bij allebei, dus dat is ook logistiek prima haalbaar. Het voetbalplezier is groot, dat zie je terug.” GERUST HART Daarin speelde Braspenning dus een belangrijke rol, maar bescheiden als hij is neemt de vrijwilliger niet alle eer op zich. “Je doet nooit iets alleen, maar het is mooi dat zo’n samenwerking tussen Wernhout en Zundert door de inzet van enthousiaste mensen tot stand kan komen. Meidenvoetbal is nog altijd ontzettend populair, het kost tijd en energie, maar dat plezier krijg je terug.” En ondanks dat hij nog steeds geniet van de wedstrijden, is het na dit seizoen dus tijd om te stoppen. De coördinator legt zelf uit waarom. “Voor mijn gevoel is de houdbaarheidsdatum verstreken. Ik heb minder zin in het begeleiden en trainen van een elftal, het is tijd voor een nieuw gezicht en andere ideeen. Dat is volgens mij alleen maar goed.” Zijn vrijwilligerstaken levert Braspenning dan wel in, als voetballer zijn ze nog lang niet van hem af. “Dat blijf ik gewoon nog lekker doen. Ik zal er ook nog genoeg te vinden zijn, bij mijn dochters, maar ook voor de sociale contacten.” Want sporten is goed voor je en dus moet Wernhout vooral in blijven zetten op het meidenvoetbal, vindt hij. “Goede trainers en leiders vinden, dat is het grootste zorgenkindje. Het wordt ieder jaar een beetje moeilijker, dus begeleiding is een aandachtspuntje.” Daar maakt hij zich als vader dan ook nog een beetje zorgen om, maar toch laat Braspenning zijn taken met een gerust hart achter. “Ik heb er alle vertrouwen in dat ze het goed gaan doen!”

RkJQdWJsaXNoZXIy ODM1NjU=