VoetbalJournaal Etten-Leur, voorjaar 2022

15 R O B E Y S P O R T S W E A R . C O M R O B E Y S P O R T S W E A R . C O M R O B E Y S P O R T S W E A R . C O M welove wesearch wedeliver Een voetballende zoon, hart voor de club en liefde voor het dorp. Dat WilliamHeeren sinds dit seizoen jeugdvoorzitter is bij RSV voelt als een inkoppertje. En na een jaar zonder al te veel problemen, valt er maar weinig te mopperen. “Als alle elftalletjes lopen, haal je daar ontzettend veel voldoening uit.” WilliamHeeren staat voor de toekomst van RSV Die voldoening vindt Heeren (43) sowieso wel bij RSV, voornamelijk ook als voetballer. “Sinds mijn vijfde voetbal ik hier zelf, nu inmiddels bij de 35+. Dan stroomt het vanzelf wel door je bloed.” En dus, toen ze hem vroegen jeugdvoorzitter te worden, had de inwoner van Rucphen niet al te lang nodig. “Ik zat al in het bestuur, ter ondersteuning van de penningmeester, maar dit zag ik ook wel zitten. De leefbaarheid van een dorp is belangrijk, daar past sport natuurlijk bij.” LOL EN PLEZIER In zijn agenda, die al vol zit met RSV, vond hij nog wel een plekje. “Het is hier niet zo groot, dus iedereen kent elkaar. Het is een ‘low-profile’ club, heel open en de derde helft is succes gegarandeerd.” Wat drijft hem? “Mijn interesse ligt wel echt bij de jeugd, meer dan bij de senioren. En wat goed is voor mijn zoontje, is goed voor de vereniging. Zelf heb ik als pupilletje enorm veel plezier en lol gehad, dat gun ik een ander ook.” Als jeugdtrainer weet Heeren dan ook precies waar hij het over heeft. “Een jaar of 25 geleden ben ik vijf seizoenen trainer geweest en toen die kleine ging voetballen, ben ik weer begonnen. De vooruitgang, de leergierigheid, het is gewoon mooi om ze wat te leren.” Als vrijwilliger is hij sowieso maar amper weg te slaan. “Twee jaar geleden zochten ze iemand om de penningmeester (financieel) te ondersteunen, dat doe ik nu nog steeds. Een beetje vanuit mijn werk. Maar de meeste focus ligt wel echt op het jeugdvoorzitterschap.” En dat is niet voor niks, want daar gaat behoorlijk wat tijd in zitten. “Eigenlijk zijn we met de jeugdcommissie verantwoordelijk voor het reilen en zeilen van de jeugdafdeling. Teams indelen, trainers zoeken, trainingen en wedstrijden bekijken, maar vooral ook aanspreekpunt zijn.” AANTREKKINGSKRACHT Voorlopig heeft Heeren nog weinig te mopperen, zo zegt hij zelf. “Als alles gewoon loopt, dan valt het wel mee. Het wordt pas complex als er onvoorziene omstandigheden zijn, te weinig spelers of bijvoorbeeld corona.” En dus, vindt de jeugdvoorzitter het eigenlijk vooral allemaal heel leuk. “De waardering die je krijgt, de voldoening als het op rolletjes loopt.” Een bétje als een goede scheidsrechter, lacht Heeren. “Dan valt het niet zo op en is het gewoon normaal.” Alle tijd om rustig naar de toekomst te kijken. “Bij RSV gaat het vooral om plezier. We kunnen niet selecteren, maar het is belangrijk om iedere leeftijdscategorie te kunnen vullen. Daardoor houd je de doorstroming op gang.” Al kunnen ze natuurlijk ook genieten van het spelletje. “Spelers die er bovenuit steken en worden opgepikt door een BVO, dat is voor ons een overwinning.” De club doet er dan ook alles aan om het zijn jeugdspelers naar hun zin te maken, vertelt Heeren. “Onlangs hebben we ze allemaal een trainingspak gegeven, een tegemoetkoming voor de loyaliteit tijdens de coronaperiode.” Al zit er meer achter. “Het is ook een stukje uitstraling en uniformiteit natuurlijk.” En daar zetten ze de komende jaren bij RSV hard op in. “We moeten zorgen voor aantrekkingskracht en continuïteit, dat het hier leuk en gezellig is. Dat is een win-winsituatie. Als er positief over je wordt gesproken, zorgt dat voor meer aanwas en dat is weer goed voor onze vereniging!” Braspenning werkt hard binnen en buiten het veld Een harde werker, op en buiten het veld. Want met een vader in de akkerbouw, is het voor Rick Braspenning van Hoeven meer dan doelpuntjes prikken. De spits van de derdeklasser hoopt ooit het bedrijf over te nemen, maar geniet voorlopig nog even van zijn minuten in het blauw. “Als ‘ons pa’ eruit rolt, moet ik erin rollen.” Maar zover is het voor de 21-jarige aanvaller gelukkig dus nog niet, want bij Hoeven heeft hij het uitstekend naar zijn zin. “Op mijn zesde ben ik begonnen, tussendoor heb ik drie seizoenen bij RBC Roosendaal gespeeld, de rest van de tijd zat ik hier.” Dat is niet voor niks. “De gezelligheid, sfeer en beleving, dat vind je hier allemaal. En je kent ondertussen ook iedereen.” Zijn overstap van de jeugd naar de senioren, verliep voor Braspenning voorspoedig, vertelt hij. “Die was eigenlijk niet zo groot, misschien ook omdat er nog meer spelers van de A’tjes toen die stap maakten.” BIJGESTELD Dat was nodig ook. “Het elftal bestaat nu uit een paar jonge jongens, maar ook wat ouderen. Want als sommige spelers gaan stoppen, dan moeten wij er wel staan.” Met een plek in de middenmoot van de derde klasse, lukt dat voorlopig best aardig. “Daar mogen we denk ik niet over klagen. Onze doelstelling was eerst handhaving, die hebben we ondertussen wel bijgesteld.” Sterker nog: “We mochten stiekem hopen op de tweede periode, maar dat is helaas niet gelukt. Eigenlijk hebben we dat zelf een beetje verprutst.” Braspenning mikt nu op een plekje bij de eerste vijf, in een wisselvallige competitie. “De bovenste ploegen zijn voetballend sterk, maar de onderkant is vooral fysiek. Dat is voor ons nog weleens lastig, wij zijn toch wat kleiner en lichter. Onze kracht ligt meer in het voetballende gedeelte en achter de linies duiken.” Dat komt toevallig, of misschien wel niet, precies goed uit voor de inwoner van Hoeven. “Ik ben snel en heb behoorlijk wat diepgang, dus daar kan ik vaak wel van profiteren.” Met elf goals is de teller dit seizoen al aardig opgelopen, toch blijft hij kritisch. “Voor dit seizoen ging ik voor de dubbele cijfers, dus dat is gelukt. Het is netjes, maar kan altijd beter. Soms mis ik nog wat overzicht.” WERK GAAT VOOR Maar als Braspenning niet bezig is met verdedigers zijn hielen laten zien of doelpunten maken, staat hij dus op het land. “Als ik niet voetbal, is het thuis hard werken.” In het akkerbouwbedrijf van zijn vader, met aardappelen, uien en suikerbieten. “Twee jaar geleden ben ik gestopt met school, dat was niet mijn ding. Ik ben meer van het werken en hier is het druk genoeg.” Van maandag tot en met zaterdag. “Voor mij voelt het niet als hard werken, maar voor een ander waarschijnlijk wel.” Desondanks vindt Braspenning ergens nog een beetje tijd om assistent te zijn van de B1. “Soms merk je dat wel met de voetbal, maar het komt eigenlijk zelden voor dat ik een training moet missen. Eén keertje tot nu toe en heel misschien af en toe bij de jeugd. Ik probeer er altijd te zijn, maar werk gaat voor.” Ooit overnemen is het doel, tot die tijd geniet de doelpuntenmaker nog van het spelletje. “Voorlopig blijf ik hier gewoon nog lekker voetballen, maar als ‘ons pa’ eruit rolt, moet ik erin. Dan heb ik op zondag weinig tijd meer over...”

RkJQdWJsaXNoZXIy ODM1NjU=