VoetbalJournaal Etten-Leur, najaar 2021
23 R O B E Y S P O R T S W E A R . C O M R O B E Y S P O R T S W E A R . C O M R O B E Y S P O R T S W E A R . C O M De één is al meer dan tien jaar jeugdtrainer, de ander kwam door toedoen van zijn collega voor de groep te staan. Inmiddels zijn Marcel de Bruijn en Jeffrey Apon samen verantwoordelijk voor de JO14 van Unitas’30 en dat doen de twee mannen niet alleen met heel veel passie, maar ook met ontzettend veel plezier. “We zijn er zo fanatiek mee bezig, dat er stiekem heel veel tijd in gaat zitten.” Danny en Daley Blind, Patrick en Justin Kluivert. In de hedendaagse voetballerij zijn er heel wat voorbeelden te noemen van vaders en zonen die elkaar op het veld tegen kwamen. Sinds dit seizoen kan er aan dat rijtje weer één worden toegevoegd, bij vierdeklasser Noordhoek: Jerry en Finn van Huuksloot. Die tijd steken ze er overigens met alle liefde in, De Bruijn al sinds 2010. “Het begon met het trai- nen van mijn zoon en dochter, maar na een paar jaar werd het tijd om afscheid te nemen. Dat deed ik met zoveel plezier, dat ik graag onafhankelijk verder wilde.” En dus volgde de 51-ja- rige Feyenoord-fan eerst de pupillencursus en haalde hij vervolgens zijn TC3. Voor Apon ligt het net even anders. “Ik heb bewust nooit mijn kinderen ge- traind, pas nadat ze volwassen waren, ben ik trainer geworden. Tot mijn 50ste heb ik zelf ook nog gevoetbald.” Om toch wat te blijven doen in de voetballerij, verdiepte de 53-jarige jeugdtrai- ner zich eens in het trainersvak. De Bruijn deed de rest. “Marcel vroeg of ik eens wat bij de JO9 wilde doen. Ik was meteen ver- slaafd.” INHOUD De oudste van de twee is nu be- zig met zijn TC3, voor De Bruijn was er ook nog een andere re- den om de jeugd te willen helpen. “Een tijd lang ben ik coördinator geweest, dan weet je hoe moei- lijk het is om trainers te vinden. Ik ben gek van het spelletje.” De twee doen het samen, al staat Apon wat vaker voor de groep. “Marcel laat mij echt de dingen ervaren en leren, dat is voor mij heel prettig. We sparren veel.” Voor allebei is het mooiste van trainer zijn vrij duidelijk. “Je ziet ze iedere week beter worden, ook al zijn het kleine stapjes.” Maar niet alleen de spelers ont- wikkelen zich, vertelt De Bruijn. “Je probeert jezelf ook te verbe- teren. Als ik nu terugkijk, zou ik dingen heel anders doen. Toen was het vooral enthousiasme- ren, nu is het veel meer voetba- linhoudelijk.” Wat is die inhoud voor de JO14? “Vooral de samen- werking tussen de linies. Ze spe- len natuurlijk op groot veld, wat wordt er dan van je verwacht als je middenvelder bent? Hoe pro- beer je op te bouwen?” Daar gaat behoorlijk wat tijd in zitten, ver- telt Apon. “We zijn heel gedetail- leerd bezig, per speler. Dat kost veel tijd, maar levert ook veel op.” De Bruijn vult aan. “We heb- ben heel veel contact samen!” NADENKEN Die energie, wordt er ook in de rest van de jeugdopleiding in- gestoken. Met resultaat. “We hebben met de JO14 en de JO16 nu twee prestatieteams. Met ons team spelen we in de twee- de divisie, dan heb je soms een uitwedstrijd richting Den Haag, dat is prachtig.” Daar merken de twee heren nog wel een ver- schil. “Die trainen allemaal drie keer per week, daar is bij ons de ruimte niet voor. Dat zou nog een mooie stap kunnen zijn.” Ze gooien nog maar eens een bal- letje op, voor de toekomst. “Al- lemaal op dezelfde wijze spelen en trainen, een rode draad door de opleiding.” Maar tot nu toe is De Bruijn meer dan tevreden. “Als we vroeger tegen bepaalde grote clubs speelden, gingen we er altijd af. Nu zijn we ook in staat om te winnen. Het gaat om ont- wikkelen, maar uiteindelijk wil je wel winnen.” Trainingen bestaan vooral uit voetbalvormen en oe- feningen waarbij de spelers zelf na moeten denken, als alles lukt, rijden ze met een goed gevoel naar huis. “Als die jongens lek- ker hebben getraind, geeft dat voldoening.” Wat zijn hun verde- re ambities? Apon begint. “Ik wil gewoon beter worden en zorgen dat ik die jongens zoveel moge- lijk kan leren.” Ook De Bruijn zit prima op zijn plek. “Ik bekijk het per jaar, voor nu heb ik het heel goed naar mijn zin met ‘Jeff’.” Die ‘Jeff’, zelf Ajacied, vult hem tot slot nog even aan. “JO15 bij Fey- enoord ziet hij wel zitten, haha!” ‘Je ziet ze iedere week beter worden’ ‘Ik heb heel veel van mijn vader geleerd’ 0253378.pdf 1 17-5-2021 16:39:08 Ee r stgenoemde keerde na een aan- tal jaar afwezigheid weer terug als trai- ner en dus werd het duo aan het begin van dit seizoen weer in ere hersteld. Want voor Finn, achttien jaar, is het niet de eerste keer dat zijn vader hem training geeft. “In de mini’s en de F’jes was hij ook mijn trainer, later ook nog even bij het eerste.” De aanvaller begon al op jonge leeftijd bij Noordhoek, maar maakte tussendoor even een uitstapje. “Tot de D’tjes zat ik hier, daarna heb ik drie jaar bij Vir- tus gevoetbald, toen kwam ik weer terug. Wilde het weer lekker naar mijn zin hebben.” En dat lukte, want al op vijftienjarige leeftijd maakte hij zijn debuut bij het eerste. “Toen was ‘pa’ hier nog trainer. Dus het is nu wel heel leuk dat hij het weer is, ik heb veel van hem geleerd.” Hij geeft een voorbeeld. “Eerst was ik spits, toen vertelde hij vaak wan- neer ik de bal vast moest houden of hoe ik moet lopen. Nu sta ik linksbuiten, dan praten we over ac- ties maken of wachten tot de links- back eroverheen komt.” ACHTERTUIN Heel streng vindt hij zijn vader niet. “Alleen als het moet mis- schien een beetje. En ook tegen mij hoor, dan hoor ik het wel van hem.” Thuis wordt de boel altijd nog even geanalyseerd, vertelt Van Huuksloot. “Wat er wel of niet goed ging en wat ik de volgende keer beter kan doen. Het gaat niet alleen maar over voetbal hoor, soms ook andere dingen.” De jongeling is dus ge- wisseld van positie, hij vertelt waarom. “Als spits moet je toch heel sterk zijn, om de bal vast te kunnen houden. Ik ben zelf niet de breedste, maar wel lang. Eer- der snel dan sterk.” Na de eerste vijf wedstrijden heeft hij er al vier in liggen en dus komt zijn doel al aardig dichtbij. “Ik heb gezegd dat ik er minimaal twaalf ga maken, dus dat verwacht ik ook.” Ondanks dat de start van het seizoen, mede door blessures, nogal moeizaam is, houdt hij vertrouwen. “Ik ver- wacht dat we ons gaan handha- ven, zoals ieder jaar.” Met zijn acties en snelheid moet de technische Van Huuksloot daar een belangrijke bijdrage aan gaan leveren, anders merken ze daar thuis, behalve een slecht humor, ook nog wat van. “Het hoofdveld ligt bijna in mijn achtertuin, dus als we te vaak overschieten, liggen ze allemaal hier!”
Made with FlippingBook
RkJQdWJsaXNoZXIy ODM1NjU=