VoetbalJournaal Etten-Leur, voorjaar 2021

7 luyten.nl | voor je hypotheek... n. n | voor je hypotheek. Het zal voor iedereen binnen DSE best even wennen worden, maar na vijftien jaar trouwe dienst neemt Corné Lauwen aan het eind van het seizoen afscheid als voorzitter van de club. Op de achtergrond staat Ron Hofman al te trappelen om zijn rol over te nemen, zodat het nieuwe bestuur vanaf november meteen van start kan gaan. Maar de mensen die waarde hechten aan een vertrouwd gezicht, kunnen op- gelucht ademhalen. Want de 59-ja- rige Hofman is allesbehalve een on- bekende binnen de club. Zo begon hij veertien jaar geleden als jeugd- trainer, trok hij de kar voor de jeugd in het hoofdbestuur en vertolkte hij twaalf jaar lang de rol van penning- meester. Toen Lauwen twee jaar geleden aangaf aan het eind van zijn vijfde termijn de hamer door te willen geven, keek iedereen eigenlijk naar Hofman, zo vertelt hij. “Corné vertelde dat toen, maar in eerste instantie heb ik de boot bewust af- gehouden. Veel draait binnen een vereniging om geld, dus ik vond die positie van penningmeester heel belangrijk. De financiën moesten anders ingevuld gaan worden en om dat er gedeeltelijk bij te doen lukt niet. Dan heb je geen tijd omeen goede voorzitter te zijn.” DRAAGVLAK In het afgelopen jaar, mede door corona, spraken ze elkaar wat min- der vaak. Waardoor er toch iets begon te knagen bij de inwoner van Etten-Leur. “Langzaam kreeg ik steeds meer het gevoel: ik moet dat maar eens gaan doen. Een nieu- we penningmeester, vernieuwing op financieel gebied is eigenlijk ook niet zo’n gek idee. Toen heb ik Corné gebeld.” Een bak koffie later was het eigenlijk geregeld. “Ik ga het toch doen, zei ik tegen hem.” Maar zo simpel en snel als het klinkt, ging het niet, moet hij eerlijk bekennen. “Daarvoor had ik al wel na zitten denken: hoe ziet de toekomst van DSE eruit? Ik wilde graag naar een groter bestuur: negen man. Dus had ik voor mezelf een plannetje gemaakt en gesproken met de mensen die daar voor mij in zou- den passen. Die omarmden dat idee, waardoor ik het gevoel kreeg dat er draagvlak voor was. Dat was voor mij de belangrijkste reden om het te gaan doen.” Zijn ervaring als penningmeester sterkt hem in het gevoel dat hij het voorzitterschap aan moet kunnen. “Dan ben je op fi- nancieel gebied het hart van de ver- eniging. Je maakt alles mee. Als ik het op dat vlak kan, moet ik het toch ook als voorzitter kunnen? Dan wil ik graag mijn kennis gebruiken om DSE nog steviger te maken.” Maar dat betekent dus wel dat hij, na twaalf jaar, afscheid neemt van die rol. “Het is niet wenselijk omdat alle- bei te doen. Het was een enerveren- de tijd, de club is gemoderniseerd en ook op voetbal en sponsorgebied Ook onder Hofman doen ze het samen bij DSE enorm gegroeid. Het was leuk om dat te mogen managen.” SAMEN In die tijd heeft hij de club zichzelf zien ontwikkelen. Zo groeide het aantal leden van 500 naar 750, maar hij weet dat precies daar de uitdaging voor hem ligt. Al is het een eer dat hij nu ‘de aanvoerder van de club is’. “Ergens komen is één, er blijven is twee. Dat is altijd, waar je ook bezig bent, nog lastiger.” Maar Hofman zou Hofman niet zijn, als hij daar niet al over had nagedacht. “Het allerbelangrijkste, wordt het vrijwilligersverhaal. Dat is niet al- leen bij ons, maar bij elke club. Dat is gewoon een verandering in de maatschappij, daar heeft iedereen mee te maken.” Dat wordt het the- ma van de komende jaren. “Hoe krijg je mensen zover, om toch die uurtjes bij hun club te komen draai- en? De bedoeling is dat we meer vrijwilligers krijgen, zodat je onder de streep minder vaak een beroep moet doen op dezelfde mensen.” Ookde indeling vanhet bestuur gaat op de schop, vertelt de oud-speler van DSE. “Een negenmans bestuur dus, maar binnen iedere discipline, mogen ze zelf hun teamsamenstel- len. Je moet het nooit alleen willen doen, ook zonder jou moet de tent doordraaien.” Een mentaliteit die past binnen de vereniging, denkt hij. “Het is echt een club met een fami- liegevoel. Iedereen kent elkaar, het is één groot geheel. Het gevoel dat je het samen doet, dat is het belang- rijkste.” CULTUUR BEWAKEN Zijn liefde voor de club is in de afge- lopen jaren alleen maar gegroeid. “DSE ligt na aan mijn hart, anders word je ook geen voorzitter.” Je kunt het niet alleen. Het is de zin die Hof- man continu blijft benadrukken en dus zijn ze, terwijl het oude bestuur nog actief is, al druk bezig voor ko- mend voetbaljaar. “Het huidige be- stuur maakt dit seizoen gewoon af, maar wij zijn al bezig met herstruc- tureren. Wie gaat wat doen? We willen voor het begin van komend seizoen alles al rond hebben, zodat we meteen kunnen beginnen.” Zijn nieuwe rol zal een stukje breder worden dan hij de afgelopen jaren gewend is geweest. “Als voorzitter moet je de cultuur van de club bewa- ken. We moeten een gemoedelijke familievereniging blijven, maar ook stevig staan voor de toekomst.” En dat moet dus vooral gaan ge- beuren door middel van vrijwilli- gerswerk. “Dat is wat mij betreft hét speerpunt. Clubs moeten ‘selfsup- porting’ zijn, daarvoor moet je aan kostenbesparing doen en kan je niet zonder vrijwilligers. Die bindingmoe- ten we verstevigen, zodat mensen straks gewoon één moment kunnen kiezen dat ze komen helpen. Niet drie keer per week.” COMPLIMENTEN Straks neemt hij dus het stokje over van Lauwen, dat doet hij niet voor- dat hij zijn voorganger een compli- ment heeft gemaakt. “Corné heeft het goed gedaan. De juiste mensen om zich heen verzameld en de club echt vooruitgebracht, wat dat be- treft kom ik in een gespreid bedje terecht.” Toch is daar nu het mo- ment om te vernieuwen, vindt hij. “Met jonge mensen, maar ook met diversiteit. Er zitten straks twee vrouwen in het bestuur, omdat ik het belangrijk vind dat alle afdelingen aan tafel zitten. Op die manier bou- wen we een netwerk op.” Hij staat aan de vooravond van zijn eerste termijn als voorzitter en dus hebben ze een stappenplan gemaakt voor de komende drie jaar. “Qua leden moeten we niet te veel gaan groei- en, want met 750 zitten we wel bij- na aan de maximale capaciteit. Het vrijwilligersbeleid moet er binnen een jaar staan en het zou mooi zijn als de selecties naar een hoger ni- veau kunnen.” Als hij straks weer op zijn fietsje naar de club komt, weet hij precies wat hem te doen staat. “Consolideren wat je hebt, uitbou- wen waar het kan!” Hij is pas 25 jaar oud, al gestopt met voetballen en volledig gefocust op het trainersvak. Toen Rick Hoendervangers het spelletje vijf jaar geleden eens van de ‘andere kant’ bekeek en doorkreeg dat dit zijn roeping kon zijn, besloot hij dat zijn toekomst bij Rood- Wit zomaar eens buiten de lijnen kon liggen. “Een jonge geta- lenteerde trai- ner, uit eigen gelederen, waar we toekomst in zien.” Zo staat Hoendervangers inmiddels te boek binnen Rood-Wit. “Laten we het hopen”, blijft hij bij het horen van die beschrijving be- scheiden. Want eigenlijk is hij er bij toeval maar een beetje inge- rold, moet hij eerlijk bekennen. “Toen ik twintig was benaderde mijn oude jeugdtrainer mij of ik zijn assistent wilde worden bij de JO17. Dat heb ik samen met hem twee jaar lang gedaan, om vervolgens het stokje bij de JO19 over te nemen. De hele lichting ging vervolgens over naar de selectie, toen ben ik zelf gestopt met voetballen.” spelers, daar haal je voldoening uit. Dan heb ik naast het veld meer waarde om deze jongens te helpen omhun ambitieswaar temaken.” En hij kan weten hoe het is, want op ze- ventienjarige leeftijd maakte Hoen- dervangers zelf ook zijn debuut in het eerste. Daardoor weet hij wat er wordt gevraagd. Nu is hij verant- woordelijk voor de tweede selectie, waar hij veel jongens uit de JO19 opnieuw tegenkomt. “De leeftijd ligt sowieso laag, waardoor er nog veel rek in zit. We spelen met beide elftallen eerste klasse, daar mogen we trots op zijn. Het eerste en twee- de zien we ook zoveel mogelijk als één groep, we trainen ook samen.” Toch was het wel even wennen. “Het draait altijd om het hoogste team, nu moet je jongens juist klaarsto- men voor het eerste. Dan raak je STAPJE OPZIJ Hij vierde kampioenschappen, zag de ontwikkeling bij zijn spelers en dus beviel het maar al te goed. “Dat was zo’n goede lichting, die hebben we hier één keer in de tien jaar. Ze hadden allemaal de potentie omhet eerste te halen of een belangrijke speler bij het tweede te worden.” En dus besloot hij zich volledig op het trainersvak te storten. Stiekem zat het er als speler al een beetje in. “Ik was in de hogere jeugdelftal- len al aanvoerder en later ook op jonge leeftijd bij het tweede. Dan word je toch wat meer betrokken bij de manier van spelen. Maar je ziet het toch allemaal anders als je naast het veld staat hoor.” Zijn plek- je in de selectie, stond hij maar wat graag af aan de jongens die hij hielp ontwikkelen. “Het beter maken van Hoendervangers is pas net begonnen bij Rood-Wit goede spelers kwijt of moet je te- leurgestelde spelers opvangen.” VRUCHTEN PLUKKEN Waar zijn focus eerst gericht was op het beter maken van spelers en vooral met hen bezig zijn, wil hij nu ook zichzelf verder ontwikkelen. “Je doet veel op gevoel. Nu sta ik ingeschreven voor TC3 en daar wil ik echt als trainer beter worden.” Daarvoor leest hij artikelen, kijkt hij filmpjes, maar een echt voorbeeld heeft hij niet. “De manier van spe- len en het kiezen van spelprincipes hangt toch heel erg af van de spe- lers die je tot je beschikking hebt, dat is in het amateurvoetbal nog veel meer het geval.” En natuurlijk wil hij aanvallend voetbal spelen, maar van Marco Groeneveld, trainer bij het eerste, leerde hij om vooral realistisch te voetballen. “We heb- ben veel contact en je merkt dat hij heel veel kennis van voetbal heeft. Hij wil ook graag aanvallen, maar beseft ook dat je organisatorische zekerheid nodig hebt.” Als inwoner van Sint Willebrord en iemand die de volledige jeugdopleiding doorliep, is hij dankbaar voor het getoonde vertrouwen. “Ze zijn heel belangrijk voor mij. Je bent soms misschien wel zes dagen per week op de club, dan is het echt een deel van je le- ven.” Over ambities praat hij liever nog niet, ondanks dat ze bij de club al hebben geroepen dat hij in de toe- komst wellicht het stokje over kan nemen. “Dat is echt nog 50 stappen verder. Maar als dat ooit op mijn pad komt, zeg je ook geen ‘nee’.” Maar eerst dus nog heel veel leren. “Omgaan met jongens, het geven van trainingen, het benaderen van een wedstrijd. Het tweede bestaat uit zoveel jonge jongens, die wil ik helpen om bij het eerste te komen, daar moeten we de vruchten van gaan plukken.” Supporter DSE 0247630.pdf 1 12-11-2020 15:16:32

RkJQdWJsaXNoZXIy ODM1NjU=