VoetbalJournaal Etten-Leur, voorjaar 2021

Ze zijn een eeneiige tweeling, gek van voetbal, maar op hun zeventiende gestopt met voetballen. Door aanhoudende knieproblemenmoesten Jacco en TygoVerschuren bij MoerseBoys stoppen met wat ze het liefste deden, in het geven van training vonden ze samen hun nieuwe passie. Als je de twee niet zo goed zou ken- nen, is het nog best lastig om ze uit el- kaar te houden. Niet alleen zijn ze natuurlijk op dezelfde dag geboren, ook qua uiterlijk zijn ze bijna niet te onderscheiden. Maar helaas voor hen is dat nog niet alles wat ze samen gemeen hebben. Tygo begint te vertellen. “Ik kreeg, een jaar eerder dan Jacco, last van op- gezwollen knieën. Vol met vocht, zo erg dat je ze nauwelijks kon bewe- gen.” Zijn tweelingbroer kreeg niet veel later met precies hetzelfde euvel te maken. “Allebei de benen, dat wisselde steeds af. Je kon na een inspanning amper een sprint trekken.” AFGEPAKT Het voetballen begon voor de 21-jarige broers nog zoals het ei- genlijk bij iedereen gaat. Vanaf de F’jes, fanatiek betrokken bij ‘de Moer’, tot het bij de B’tjes mis be- gon te gaan. “In de A’tjes was het zo erg, dat we allebei hebben moe- ten besluiten om te stoppen. In het begin had je na een paar wedstrij- den, vijf weken rust nodig om te herstellen. Op het eind was het na iedere inspanning raak.” De twee belandden in een medische molen, maar echt duidelijkheid kwam er niet snel. “Ze dachten eerst dat er te veel speling zat tussen de knie- schijf. Dat bleek het niet te zijn”, vertelt Tygo. Onderzoek in Utrecht bracht het probleem vervolgens wel aan het licht. “We hadden nau- welijks nog kraakbeen over in onze knieën. Ze hebben alleen geen flauw idee hoe het komt, laat staan dat ze begrijpen waaromwe het al- lebei hebben.” Dat moment weten ze allebei nog goed, Tygo haalt het terug. “Vooral het woordje ‘nooit’, is klote. Wat je het liefste doet, word je afgepakt.” Ineens kregen ze op zeventienjarige leeftijd te horen Tweeling vond noodgedwongen passie in trainersvak 5 luyten.nl | voor je autoverzekering... v oor je a ut verzek r g... Vaakgaathetbijeencluboverheteersteelftalofeenflorerendjeugdteam. Maar een tweede elftal is stiekem misschien wel net zo belangrijk voor een vereniging. Dat weten ze bij Victoria’03 maar al te goed en dus zijn ze sinds twee jaar hard aan het werk om daar meer energie in te steken. Eén van de men- sen die daar graag zijn steentje aan bij wilde dragen, was Corné Aarsman. Nadat hij was ge- stopt als bestuurslid, zocht hij een andere rol om toch betrokken te kunnen blijven. “Ik wilde iets blijven doen voor de vereniging, vanuit een soort clubgevoel. Toen kwamen ze hiermee.” Daar had de 51-jarige Aarsman maar weinig bedenktijd voor nodig. Zijn antwoord is even kort als helder. “De passie voor het voetbal.” Maar dat het begeleiden van een tweede elftal iets lastiger is dan een standaardteam, dat weet hij ook wel. “Het is geen vaste samenstelling. Spelers gaan met het eerste mee of jongens vanuit de jeugd schuiven door.” SOCIALE ASPECT Toch was het plan van een aantal jaar geleden duidelijk. “Het is be- Victoria’03 steekt energie in het tweede langrijk om het plezier erin te hou- den, maar daarvoor moeten we er als club meer energie insteken. Die jongens zitten vaak al langer bij de club, diewil je naar een hoger niveau tillen, maar dat lukt alleen als je ze genoeg aandacht geeft.” Samen met Peter Groeneveld, oud-voorzit- ter van de club, probeert hij dat voor elkaar te krijgen. “Hij is met name verantwoordelijk voor het keepers- deel, ik doe de spelers.” En dat be- valt hem tot nu toe maar al te goed. “Het is heel leuk ommet die jongens om te gaan. Ik heb in de afgelopen jaren ook een hoop jeugdelftallen getraind bij Victoria, die gasten zie je nu weer terug bij het tweede.” Want Aarsman is zeker geen onbe- kende voor de club uit Oudenbosch. “Inmiddels loop ik hier een jaar of vijftien rond, dat begon toen mijn zoon hier ging voetballen. Toen ben ik ook in het bestuur gekomen, om- dat ik vond dat we dat niet op drie dat ze nooit meer als voetballer op het veld zouden staan. “Het is moeilijk te beseffen en het voelt ook ergens wel een beetje oneer- lijk”, vertelt Jacco. Zoals het een echte tweeling betaamt, hadden ze er alles voor over gehad als de ander nog wel had kunnen voet- ballen. “Je wenst het niemand toe, al helemaal je broer niet. Dan had ik liever gehad dat Tygo gewoon kon blijven voetballen.” Zijn broer moet lachen. “Maar ik andersom natuur- lijk precies hetzelfde.” DENKEN HETZELFDE Gelukkig vonden ze in het trainer- schap een ‘mooie pleister voor op de wond’. Inmiddels trainen ze voor het derde jaar een jeugdteam bij Moerse Boys, dit seizoen was dat de JO15. “Het geeft net zoveel energie als zelf voetballen, voor ons was het ook meteen duide- lijk dat we iets met voetbal wilden blijven doen. Gelukkig bood de club man aan moesten laten komen.” In die tijd heeft hij zijn hele gezin aan- gestoken met zijn liefde voor de club. “Mijn dochter heeft hier ook gevoetbald en twee zoons spelen hier sinds ze klein zijn. Mijn vrouw zit nu alweer vijf jaar in het bestuur.” Dat had ook zomaar anders kunnen lopen. “Zelf heb ik altijd bij NSV ge- voetbald, door een eigen bedrijf ben ik toen gestopt. Daar heb ik eigenlijk altijd wel spijt van gehad.” Na het trainen van jeugdteams en het ver- tegenwoordigen van de jeugd in het bestuur, is hij nu dus verantwoorde- lijk voor het tweede team. Hij geniet van de omgang met jongeren. “Ze wat bij willen brengen, niet alleen op voetbalgebied, maar ook maat- schappelijk. De sociale kant, daar ligt mijn passie.” PROMOVEREN Dat is meteen ook de uitdaging. “Het voetbalspelletje is op zich- R O B E Y S P O R T S W E A R . C O M R O R O B E Y S P O R T S E A R . C O M O B E Y S P O R T S W E A R . C O M ons dat ook meteen aan, zodat we toch betrokken konden blijven.” Spelers zien groeien is mooi, maar het samen training geven voelt minimaal net zo bijzonder. “We hebben ook echt het gevoel dat we hetzelfde denken. Thuis wor- den ze er soms gek van, maar ze weten het inmiddels. Dan weten ze dat ze even stil moeten zijn”, lacht Tygo. Volgend jaar nemen ze deel aan de UEFA C Youth cursus, maar wel allebei ergens anders. Een be- wuste keuze. “Het is goed om an- dere mensen te leren kennen, dan kunnen we van twee kampen wat leren.” Zichzelf ontwikkelen staat nu bovenaan het prioriteitenlijst- je, over elkaar zijn ze niets minder dan lovend. “Tygo is heel fanatiek en gedreven, maar vooral ontzet- tend goed voorbereid.” Zijn broer wacht geduldig op zijn beurt. “Hij is tactisch wat sterker en kan spelers echt goed wijzen op de spelprin- cipes.” De club zijn ze dankbaar voor de kans. “Je staat hier nooit alleen, ‘de Moer’ heeft echt een warm hart.” Ze wonen op vijf mi- nuten fietsen van het sportpark, veel draait om het voetbalspelletje, maar het zelf voetballen missen ze inmiddels een stuk minder. “Je merkt dat onze motoriek een stuk minder is geworden. Als je voorbij wordt gelopen door ventjes van twaalf, weet je dat je er niet meer aanmoet beginnen. Dit is echt onze nieuwe passie!” zelf al heel leuk, maar het gaat vooral om de sfeer.” Zijn taak is duidelijk. “We moeten proberen spelers klaar te stomen voor het eerste. Je bent een vangnet voor jeugdspelers, om ze te laten wen- nen aan seniorenvoetbal.” Com- municeren is daarbij cruciaal. “We hebben nu een perfecte commu- nicatie tussen het eerste en de JO19, er wordt ook vaak samen getraind met de jeugd.” Een stap in de goede richting. “We evalue- ren en discussiëren regelmatig, vroeger hadden we echt eiland- jes.” Toch blijft de stap naar het vlaggenschip groot, heeft hij ge- merkt. “Aan ons om het niveau en de intensiteit te verhogen, zodat we die stap steeds kleiner kunnen maken. Als wij dat voor elkaar krij- gen, wordt het eerste natuurlijk ook automatisch beter.” Promotie naar de tweede klasse moet daar- bij gaan helpen, ze waren goed op weg. “Het is heel belangrijk voor de club om te promoveren, we zijn het eigenlijk aan onze stand verplicht.” Komend seizoen gaan ze daar opnieuw voor. “Meer aan- trekkingskracht, maar ook voor je eigen gevoel is het lekker.” Hij ziet in ieder geval dat zijn spelers be- ter worden. Dat straalt Aarsman, die op twintig meter van de club woont, dan ook graag uit. “Het is gewoon eenmooie club om te wer- ken, een tweede elftal is ook echt heel belangrijk.”

RkJQdWJsaXNoZXIy ODM1NjU=