VoetbalJournaal Etten-Leur, voorjaar 2021

25 Ze voetbalden samen, stonden samen langs de lijn en sinds dit seizoen zijn ze allebei 60 jaar lid van Rood-Wit. Ko van Nispen en Jan Sanne maakten ongeveer alles mee, vonden elkaar in de liefde voor ‘hun clubje’ en sloten een vriendschap voor het leven. Of zoals ze het zelf zeggen: “We zijn kameraden.” We schrijven 1960, het klinkt een eeuwigheid geleden, maar voor de 69-jarige Van Nispen voelt het nog als de dag van gister. Hij weet het namelijk nog precies. Vanaf dat moment was hij ‘een Rood-Witter’. “We zaten op de lagere school en we hadden een klas die heel goed kon voetballen, maar vroeger had je alleen jeugdelftallen. Totdat iemand zei: is het niet leuk om een pupillenteam op te richten? Zo werden wij de eerste pupillen bij Rood- Wit.” Een gouden lichting. “We speelden altijd in de hoogste elftallen van de jeugd.” Ook voor Sanne begon het balletje op een soortgelijke manier te rollen. “We voetbalden allemaal op straat en het was eigenlijk heel logisch dat je hier lid werd. Alleen moest je wachten tot je achtste.” VOORWEDSTRIJDEN Begonnen toen hij acht jaar oud was, pas gestopt toen hij 47 werd. “Ik kreeg last van mijn rug. Heb herniaoperaties moe- ten ondergaan en op een gege- ven moment gaat het dan echt niet meer”, vertelt Van Nispen. Ook Sanne, inmiddels net als zijn kompaan 69 jaar, was er één van de lange adem. “Tot mijn 36ste heb ik in het eerste gespeeld, daarna nog een paar jaar in lagere elftallen. Tot ik mijn knie verdraaide, toen lukte het niet meer.” Maar hij was duidelijk de beste voetballer van de twee, moet ook zijn ‘kameraad’ eerlijk toe- geven. “Jan was een heel goede voetballer, beter dan ik.” Van Nispen doorliep zelf alle jeug- delftallen, mocht even ruiken aan het eerste, maar speelde vooral zijn wedstrijden in het tweede. Hij denkt met wee- moed terug aan zijn periode als jeugdspeler. “Hoofdklasse jeugd speelden we, dat was voor die tijd echt heel hoog. Het mooiste was, op zondag- morgen mochten we altijd de voorwedstrijd spelen voor het eerste elftal. Speelden we te- gen Willem II, NAC, PSV en RBC Roosendaal. Maar we konden echt goed mee hoor.” Al moet hij ook meteen eerlijk bekennen dat dat niet altijd het geval was. “We speelden eens tegen Mulo, met de gebroeders Van de Kerkhof. Nou, die waren zo goed en snel. Die konden we gewoon niet bijhouden, kregen we 4-0 klop.” Toch was dat als actief speler zijn mooiste tijd. “De kampioenschappen met senioren waren ook mooi, maar tegen al die profclubs, dat was pas echt wat.” BUITEN DE LIJNEN Voor Sanne, die zichzelf om- schrijft als een degelijke en betrouwbare centrale verde- diger, is zijn eerste kampioen- schap bij de senioren juist heel bijzonder. “Mouwen opstropen en gaan, willen winnen. Het was het eerste kampioenschap in 30 jaar, dus dat was wel uniek. Het voetbal leefde toentertijd ook enorm op het dorp, speel- den we gerust voor 3000 man. Wedstrijden tegen ‘De Leur’.” Maar als je eenmaal bent uitge- voetbald, ben je natuurlijk niet uitgespeeld bij de club. En dus is het rijtje functies die Van Nis- pen in al die jaren heeft gehad, gerust imposant te noemen. Leider bij de jeugd en de senio- ren, wedstrijdsecretaris, lid van de activiteitencommissie, ver- Al 60 jaar Rood-Wit te kameraadschap luyten.nl | voor je hypotheek... n. n | voor je hypotheek. Kraaiendonk 17 4711 LH Sint Willebrord  06-23751593 0247421.pdf 1 19-11-2020 10:25:39 R O B E Y S P O R T S W E A R . C O M R O R O B E Y S P O R T S E A R . C O M O B E Y S P O R T S W E A R . C O M twaalf jaar lang gedaan. Na ze- ventien seizoenen als speler in het eerste, ben ik daar leider geworden en heb ik een aantal jaar in het bestuur gezeten als wedstrijdsecretaris.” Tot zijn vrouw het wel mooi vond zo. “Die zei: Kan wel hè, zo? Toen wist ik dat ik moest stoppen.” VRIENDENCLUB Maar als echte ‘Willebrorder’ heeft Sanne nooit overwogen ergens anders te gaan kijken, alle thuiswedstrijden is hij dan ook nog steeds van de partij. “Met een vast groepje Rood-Witters, de boel een beetje aanmoedigen. Ik zou niet zonder die club kunnen.” Al komt hij er een stuk minder vaak dan voorheen. “Normaal was je vier dagen per week op de club, nu is het vaak alleen nog op zondag. Maar dat maakt het niet minder gezellig.” Voor Van Nispen ligt het be- zoeken van wedstrijden net even anders. Ondanks dat hij de club niet meer wekelijks volgt vanaf de zijlijn, houdt hij alles nog in de gaten. “Het is iets meer op afstand nu. Mis- schien dat ik nog vier keer per seizoen kom kijken, maar door het trainen van de jeugd en mijn vier kleinkinderen, blijf je betrokken.” Precies dat ge- voel, maakt voor hem de club. “Het is een dorpsclub met am- bitie. Een echte vriendenclub, waardoor je een sterke band enigingsscheidsrechter, vrij- williger voor het onderhoud en het ontwerpen van de tri- bune en de laatste jaren was hij actief als pupillentrainer. Maar toch, moet hij eerlijk toe- geven, was het ook niet altijd rozengeur en maneschijn. “Ik ben eigenlijk altijd betrokken geweest, maar soms gebeu- ren er dingen waar je minder blij mee bent. Daar moet je je gewoon overheen zetten. Ik heb ook nog even in het be- stuur gezeten, maar dat ging niet zo.” En ook Sanne was buiten de lijnen minimaal net zo actief. “Ik begon als jeugdleider toen ik zestien was, had ik op zater- dag twee ‘clubjes’. Dat heb ik opbouwt. De gezelligheid in de kantine.” Veel vrienden ge- maakt, maar dat kent ook een keerzijde. “In de loop der ja- ren verlies je een hoop voet- balcollega’s, dat is natuurlijk heel verdrietig.” Sanne sluit zich daarbij aan. “Helaas is dat het leven, ook in de voet- balwereld.” KLEINZOON In al die jaren hebben ze na- tuurlijk een hoop spelers zien komen en gaan, eentje zal Van Nispen nooit vergeten. “Willie Suijkerbuijk. Dat was een geweldige voetballer. Techniek en spelinzicht, een echte ‘nummer 10’.” Nu er niet wordt gevoetbald mist hij het spelletje wel, vooral dat hij niet naar zijn kleinkinderen kan kijken. “Die wil je lekker bezig zien, dat is het mooiste. Nu moet je oppassen, maar ze willen lekker voetballen.” Bijna alles wel meegemaakt dus, maar één ding zou voor hem de cirkel helemaal rond maken. “Als er ooit nog een kleinkind van mij in het eer- ste zou spelen, zou ik dat toch wel heel mooi vinden. De oudste zit nu in de JO19, die is zestien, dus wie weet!” Voor beide heren kan het dan ook niet snel genoeg weer begin- nen. “We missen het enorm. Je ziet het ook wekelijks op tv, voetbal zonder publiek is geen gezicht. Hopelijk mogen we er gauw weer heen!”

RkJQdWJsaXNoZXIy ODM1NjU=