VoetbalJournaal Breda, najaar 2022

R O B E Y S P O R T S W E A R . C O M R O B E Y S P O R T S W E A R . C O M R O B E Y S P O R T S W E A R . C O M ‘Mannen gaan makkelijker met je mee’ Toen ze bij het team van zijn zusje op zoek waren naar een grensrechter, wilde Jim Verhaart best helpen. Vervolgens kwam van het één het ander. Via de dames van Virtus viel hij twee seizoenen geleden bij Bavel met zijn neus in de boter. “De onderlinge concurrentie is groot, ze willen allemaal presteren en in de basis staan.” Helemaal onbekend, was Bavel overigens niet voor de 32-jarige Verhaart. Al moet hij er zelf bij lachen. “Ik heb vooral heel vaak tegen ze gespeeld!” Heel gek is dat overigens niet, zo vertelt hij. “Ik kom uit Zevenbergen en ben een kind van Virtus. Dan kom je hier genoeg.” Tegenwoordig voetbalt de trainer bij buurman Seolto, maar gelukkig voor hem ligt dat de laatste jaren iets minder gevoelig. “Die harde kern is er wel een beetje uit, helemaal onder mijn generatie.” Toch begon zijn carrière in het vrouwenvoetbal, toch echt bij Virtus. “Mijn zusje zat op voetbal en ze zochten een trainer, dan is één plus één wel twee. Na een tijdje was ik op zoek naar een nieuwe uitdaging, via-via kwam ik in contact met Bavel en ik dacht: waarom niet?” PRESTATIEDRANG En dus begint hij aan zijn derde seizoen in het groen-wit, na tien jaar ‘rondgehobbeld’ te hebben in Zevenbergen. “Het is heel anders dan mannenvoetbal, je moet met veel meer meningen rekening houden. Keuzes onderbouwen, dingen uitleggen. Dan blijf je scherp.” Mannen gaan over het algemeen makkelijker met je mee, denkt Verhaart. “Dit is een grotere uitdaging. De ene speelster moet je met fluwelen handschoentjes aanpakken, de ander met een goed gesprek. Dat maakt het heel divers en aantrekkelijk.” Helemaal bij Bavel. “Het was wel even een flinke stap van Virtus, naar de hoofdklasse. Maar over prestaties hebben we absoluut niet te klagen.” Hij vervolgt. “De doelstelling was handhaving, dat is gelukt. En belangrijker nog, de groep is echt een groep geworden. Ze willen allemaal voor elkaar knokken en vechten.” En dus kan de lat voor dit seizoen, net weer een beetje hoger worden gelegd. “Plek vijf tot en met acht moet mogelijk zijn. Als ik de gretigheid zie waarmee ze iets willen bereiken...” De onderlinge concurrentie is dan ook groot. “Iedereen wil in de basis staan en presteren. Op dit niveau is de prestatiedrang gewoon groter.” Zoals altijd, begint dat met trainen. “Ik train vooral tactisch, gebaseerd op de wedstrijd en bepaalde speltypes. Als we een pass- en trapvorm doen, zet ik speelsters weg op een positie. Op die manier gaan ze dingen herkennen.” DOORSTROMING Het past bij de aanpak van de club, vertelt Verhaart. “Er is bij Bavel veel aandacht voor het vrouwenvoetbal. Het wordt binnen het bestuur echt serieus opgepakt.” En als het aan hem ligt, blijven ze dat natuurlijk doen. “Dat verdienen die dames. Als we dat blijven doen, kunnen we nog jaren vooruit.” Met vier seniorenteams en twee MO17’s, is de doorstroming echter nog lastig. “De komende twee jaar moeten we zien te overbruggen, dus dat is afwachten. Maar we kunnen ze er natuurlijk wel alvast kennis mee laten maken.” Zoals het EK 2017 in eigen land, Verhaart was betrokken bij de organisatie, met vrouwenvoetbal in het algemeen deed. “Daardoor is de populariteit natuurlijk enorm gestegen. De vraag is nu, hoe is dat over dertig jaar? Misschien spelen ze dan wel allemaal gemengd bij elkaar.” Op zich geen gek idee, denkt hij. “Voor de ontwikkeling is dat in de jeugd natuurlijk goed, het is toch een extra prikkel.” Uiteindelijk plukt ook hij, daar de vruchten van. “Het is bij ons weer een soort wisseling van de wacht, we hebben nu een nieuwe en jonge groep. Dat zie je toch wel vaak.” En dus heeft Verhaart, eigenlijk maar één droom. “Een plan vanuit de jeugd, om door te ontwikkelen richting de senioren. Zodat er sprake is van structurele doorstroming.” Aan zijn eigen ambities, zal het in ieder geval niet liggen. “Zo hoog mogelijk eindigen in het voetbal. Waar? Dat maakt niet uit!” Terugkeren op een plek, waar je vele successen hebt gevierd. Moet je dat wel doen? Toen ze die vraag twee seizoenen geleden bij WDS’19 stelden aan Martijn van Wanrooy, was zijn antwoord simpel. “Waarom niet nog een keer!” En dus gaat hij met de vierdeklasser opnieuw op jacht naar promotie. Martijn van Wanrooy is bij WDS’19 het cement tussen de stenen Aan de vooravond van zijn derde seizoen, blikt Van Wanrooy (43) nog maar een keertje terug. Met weemoed bijna. “In de vier jaar dat ik hier eerder zat, haalden we drie keer een periode en zijn we tweemaal gepromoveerd.” En dus ging in Tilburg, maar weer die telefoon. “Of ik na vier seizoenen terug wilde komen. WDS heeft voor mij altijd als thuis gevoeld, we hebben contact gehouden en ik ben blijven komen kijken. Ook bij het 100-jarig jubileum werd ik uitgenodigd.” Kortom, geen twijfel mogelijk. “Gewoon meteen weer een ontzettend goed gevoel.” Sterker nog, veel was nog altijd hetzelfde. “Toen ik hier een jaar of tien geleden begon, moesten we ook gaan verjongen. Dus eigenlijk was de situatie nu precies zo.” PIEKEN EN DALEN Niet alleen dat, voelde meteen weer vertrouwd. “Het is een multiculturele vereniging. Je ziet mensen uit alle lagen van de bevolking. Lekker familiair en knus. Alles kan.” Ook de rest van het gezin, was blij met zijn terugkeer. “Mijn vrouw en zoontje hebben het altijd goed naar hun zin gehad. Dus als mijn familie daar ‘happy’ is, moeten we het gewoon doen.” Happy werd Van Wanrooy ook van afgelopen seizoen, zo vertelt hij. “Het was er eentje met pieken en dalen, maar dat is niet gek met zo’n jonge groep. De laatste wedstrijden speelden we vaak met zeven gasten tussen de negentien en 21 jaar.” Toch werd de doelstelling min of meer gehaald. “We wilden bij de eerste vijf eindigen en een periode pakken. Uiteindelijk werd het plek negen, maar wel nacompetitie. Anders was het wel teleurstellend geweest.” Maar Van Wanrooy kent als geen ander de situatie van de club. “De grootste uitdaging zat hem in het stoppen van een aantal oudere jongens. Uiteindelijk hebben we die kunnen behouden voor de selectie, zodat ze de jeugd toch kunnen helpen.” Met hulp van Gino Mac Nack, legt hij uit. “Die heeft als trainer van de JO19 echt bijgedragen aan de groei van spelers. Komend seizoen wordt hij mijn assistent, op basis van gelijkwaardigheid. Ook dat is gericht op de toekomst.” OPEN BOEK Maar die toekomst, is eigenlijk het heden. “Onze selectie bestaat, voor 90 tot 95 procent uit jongens van de eigen jeugd. We benaderen geen spelers, ze moeten allemaal een band hebben met WDS’19 of de Haagse Beemden.” Daar ligt volgens Van Wanrooy dan ook meteen de ruimte voor verbetering. “De volgende stap is het uitwerken van het jeugdplan, want het niveau moet omhoog.” Met de aanleg van het nieuwe kunstgrasveld is de eerste aanzet in ieder geval gegeven. “Volledig in eigen beheer, belangrijk voor de toekomst. Ook voor een nog betere aansluiting met de wijk.” Terug naar zijn eigen team. “Het had niet goed geweest, als we nu al waren gepromoveerd. Daarvoor zijn we nog te onstabiel en onervaren. Twee wedstrijden voor het einde waren we pas echt veilig...” Desondanks is het vertrouwen groot. “Ik vind dat we daar nu weer voor moeten willen spelen. Tegen DIA hebben we goede resultaten geboekt, die promoveerden uiteindelijk wel. Als we dit bij elkaar houden, moeten we binnen drie jaar naar die derde klasse.” Aan zijn aanpak, zal het in ieder geval niet liggen. “Een oud-voorzitter zei ooit: ‘Jij bent het cement tussen de stenen.’ Ik probeer met iedereen rekening te houden en ga graag de dialoog aan. Een open boek.” En dus staat Van Wanrooy te trappelen. “Een jonge en gretige groep, die graag wat wil leren. Nu moeten we samen die volgende stap zetten, lekker voetballen en veel plezier maken. Uitgaan van eigen kwaliteit, dat blijft toch het leukste!” 13

RkJQdWJsaXNoZXIy ODM1NjU=