34 Zegeeft de trainingen, verzorgt despeelster en is leidster van de MO13-1 bij UVV’40. Alleen de functie van teammanager heeft Femke Oomen over kunnen dragen aan een ouder, de rest van de taken neemt ze samen met Eric Martens voor haar rekening. En daar geniet de oud-speelster merkbaar van. “Als je zelf niet meer mag voetballen, ga je zoeken naar iets wat net zo leuk is.” Zijn ploeg bij elkaar houden, een soort vaderfiguur en maatschappelijk werker. Als je het zo hoort, is het zijn van trainer bij PCP een zware taak. Maar voor Richard Hoogkamer is het juist het mooiste wat er is, ook na drie lastige seizoenen. “Het is misschien anders dan ik gewend ben, maar ik houd wel van een beetje moeilijke jongens.” Als trainster in het me i d e n v o e t b a l heeft de 36-jarige Oomen dat dus helemaal gevonden. Al had ze stiekem misschien zelf nog wel op het veld willen staan. “Ik hebmeer dan 25 jaar bij Bavel gevoetbald, tot ik letterlijk van het veld ben getrapt. Er was niks meer over van mijn schouder, na de operatie zeiden de artsen dat het verstandiger was om niet meer te voetballen.” Dat advies nam ze dus ter harte, gelukkig kan Oomen ook nu nog steeds haar ei kwijt. “Van de jeugd en onze talentjes een echt team maken, dat is gewoon heel erg leuk.” ELKAAR HELPEN Dat doet de oud-voetbalster nu voor het tweede jaar op rij. Vorig seizoen bij de MO11, nu dus een paar leeftijdscategorieën hoger. Opmerkelijk detail: in een competitie met jongens. Een bewuste keuze, legt Oomen uit. “Ze waren gewoon te goed voor de meiden. Nu is de weerstand veel hoger, daar worden ze uiteindelijk alleen maar beter van.” En dat lijkt te werken. “Fysiek was het natuurlijk wel even wennen, maar je merkt dat we steeds sterker, maar vooral slimmer worden. We kunnen ook goed tegenstand bieden, dus het heeft echt geholpen.” Het past bij de ontwikkelingen op het gebied van meidenvoetbal, ook bij UVV. “Er is meer aandacht voor en men neemt het steeds serieuzer. We hebben nu vijf teams bij de jeugd en ook bij de senioren lopen er een hoop. In de regio zijn we populair qua vrouwenvoetbal.” Hoe anders was dat in haar kindertijd. “Toen had je helemaal geen meidenvoetbal bij UVV, daar waren ze fel op tegen.” En mocht een ploegje toch onverhoopt een keer met personele problemen kampen, springt iedereen bij. “Dan lossen we het samen op. Alle teams helpen elkaar, dat vind ik prachtig om te zien.” Terug naar het veld, want daar gaat het voetbalhart van Oomen na al die jaren nog altijd sneller van kloppen. “Die meiden zien groeien, dat blijft het leukste. Van een simpele oefening naar steeds een béJanuari 2020, halverwege het seizoen, nam de 49-jarige Hoogkamer het stokje over. En tot op de dag van vandaag, heeft de oud- -techniektrainer van NAC daar allesbehalve spijt van. “Tuurlijk is het wennen, zeker als je ambitie hebt of een aantal jaar in het profvoetbal hebt gelopen, maar hier kan alles. Het is zo’n gezellige club.” Toch is het bij de vierdeklasser, waar hij in het verleden ook actief was als speler, net een beetje anders werken. “Soms moet je er genoegen mee nemen dat er minder man zijn op de training. Je bent meer dan trainer alleen, dat is wel even een omschakeling.” FAMILIE Want ook maatschappelijk moet Hoogkamer zo nu en dan het nodige oplossen, toch ziet hij PCP groeien. “We hebben nu al 500 leden en er is echt een plan, dat maakt het een leuk clubje.” Inmiddels is de oefenmeester gestopt als jeugdtrainer bij WDS’19 en de ‘academy’ waar hij toentertijd was ingestapt. “Dat was in combinatie met mijn eigen bedrijf niet meer te doen.” Zijn huidige club is dat duidelijk wel. “Als je niet van PCP bent, sta je af en toe echt te kijken. Wat gebeurt hier? Ik ben gewoon één van de familie.” En ondanks dat Hoogkamer zijn mooiste jaren als voetballer bij Baronie beleefde, voelt dit toch als zijn thuis. “De slag mensen. Doodnormale gasten, buitenlandse jongens, daar ben ik zelf ook mee opgegroeid. Ik ben ook van de straat. Ze zijn recht Bij UVV’40 loopt het meidenvoetbal op rolletjes Hoogkamer voelt zich een soort vaderfiguur bij PCP door zee, daar houd ik van.” Een voordeel, ook als trainer zijnde. “Eigenlijk weet ik alles van die jongens, dus ze kunnen mij niet voor de gek houden. Ze weten dat ze eerlijk moeten zijn.” En zoals gezegd, is dat meer dan een positiespelletje spelen. “Je bent een soort vaderfiguur. Ik kan zelf nog aardig meevoetballen, daar dwing je ook respect mee af.” Hoogkamer ziet dat PCP wat betreft jeugd, senioren, vrijwilligers en de aanleg van een nieuw kunstgrasveld in de lift zit. Op het veld mogen de prestaties nog wel wat beter, vindt hij. “De start was niet goed, mede door blessures en jongens die zijn gestopt. Toen heb ik er een paar jongens bij geregeld, nu zitten we in een flow en gaan we voor promotie.” tje moeilijker.” Maar niet alleen individueel. “Ook als team. Ze proberen elkaar echt te helpen. De beste speelster neemt iemand anders bij de hand, dat is leuk ommee te maken. Gewoon dat hele teamproces.” KAN NOG BETER Hoe ziet een gemiddelde training er dan uit? “Veel positiespelletjes, met omschakelen naar aanvallen en verdedigen. Verder ook vaak pass/trap-oefeningen.” Ook fysiek wordt er het nodige getraind. “Met het Athletic Skills Model (ASM), daardoor worden ze echt sterker. Het hele lichaam, motorisch, maar dus ook bijvoorbeeld rompstabiliteit. Dat is nodig met de weerstand van die jongens.” In al die jaren heeft Oomen vooral de trainingsmethoden behoorlijk zien veranderen. “Vroeger stond je gewoon simpel een balletje over te trappen of moest je naar een lijntje dribbelen. Nu is het spel veel tactischer en technischer.” Dat heeft voor een deel te maken met de prestaties van de Oranjeleeuwinnen, denkt ze. “Als die het goed doen, heeft dat zijn weerslag op clubs als UVV. Dat merk je nog steeds, dat is goed voor de aandacht en de populariteit.” Toch kan het nog altijd beter, vindt Oomen. “Het blijft nog steeds een beetje ‘het lelijke eendje’, dat merk je in hoofdbestuur nog steeds.” Met een apart bestuur voor het vrouwenvoetbal, loopt alles op rolletjes. “Dat moeten ze daar dan toch ook wel kunnen? Zeggen we soms gekscherend. We moeten gewoon zo doorgaan, een grote groep vrijwilligers zorgt ervoor dat we overeind blijven. Er staat altijd wel iemand op.” Voorlopig zit ze dan ook helemaal op haar plek. “Dit is hartstikke leuk, dus wat mij betreft ga ik nog even door!” MENSENMENS Om dat voor elkaar te krijgen, moeten er nog een paar plaatsen worden gewonnen. “De eerste vier moet gewoon kunnen. We staan nu met 25 man op het veld, dat ziet er positief uit.” Anders kan Hoogkamer terugvallen op het tweede elftal, daar weet de oud-zaalvoetballer wel raad mee. “Ik ben absoluut geen theorie-trainer, veel meer een mensenmens.” En dat is nodig, want aan verliezen heeft hij ook na al die jaren nog steeds een ongelooflijke hekel. “Dan ben ik heel de zondag chagrijnig. Dat fanatisme is denk ik ook wel mijn sterke punt.” Of hij volgend seizoen ook weer in Breda voor de groep staat weet Hoogkamer nog niet, sowieso vindt de trainer dat lastig te voorspelen. “Zeg nooit nooit, maar sowieso wil ik niet meer bij een andere zondagclub werken, enkel bij PCP.” En hoewel de club volgens hem nog altijd een beetje wordt gezien als ‘het zwarte schaap’. “Dat beeld klopt niet.” Denkt hij dat promotie naar de derde klasse zomaar eens voor een boost kan zorgen. “Voorlopig zijn de faciliteiten daar nog niet goed genoeg voor, maar misschien dat de gemeente dan ook een beetje meer zou willen helpen.” En dat niet alleen. “Als we promoveren, heb ik beloofd dat ik doorga als trainer.” Tot slot moet Hoogkamer nog één ding van het hart. “Deze club is echt gebouwd op vrijwilligers die PCP in hun hart hebben, daar ben ik trots op!” R O B E Y S P O R T S W E A R . C O M R O B E Y S P O R T S W E A R . C O M R O B E Y S P O R T S W E A R . C O M
RkJQdWJsaXNoZXIy ODM1NjU=