32 Opgegroeid bij Groen Wit en via SAB terechtgekomen bij TVC Breda. Dat is in een notendop de carrière van TC-lid Kevin Faas. Want na meer dan twintig jaar bij de club waar hij ongeveer naastwerdgeboren, vondhij hier zijnnieuwe liefde. Inmiddels zijnwemeer dan tien seizoenen verder en kan hij eigenlijk niet meer zonder. “Uiteindelijk is het echt mijn clubje geworden.” Samen kampioen worden in de vijfde klasse. Als de broertjes Jeroen en Tijmen Ooms de film van dit seizoen alvast even vooruitspoelen, is dat toch wel zo ongeveer hoe het moet eindigen. Al zullen de links- en rechtsbuiten van TVC Breda daar nog wel even voor aan de bak moeten. “Hopelijk kunnen we elkaar nog een paar assistjes geven!” Dat had de nu 39-jarige Faas als klein jochie waarschijnlijk ook niet verwacht. “Ik woonde naast Groen Wit, ben daar opgegroeid en heb er 22 jaar gespeeld. Tot ik wat dichter bij TVC kwam wonen en vrienden hier ook gingen voetballen.” Die klik was er eigenlijk meteen, vertelt hij. “Het is een echte volksclub, er gebeurt altijd wel wat. Zowel positief als negatief. Hier komen mensen met temparement, maar het is wel een warme plek. Het voelt als thuiskomen.” BINDING Faas ziet dat de club vooral in de laatste vier jaar de stijgende lijn te pakken heeft. “We hoeven echt niet allemaal lieverdjes te zijn, daarom is TVC ook wel een aantal keer negatief in het nieuws geweest. Maar de laatste tijd zitten we in de lift. Een nieuwe weg ingeslagen, veel aanmeldingen en de mensen komen weer graag naar het sportpark.” Daar heeft de oud- -speler wel een verklaring voor. “Er is structuur en duidelijkheid. Maar belangrijker nog, er begint weer een binding te ontstaan tussen de jeugd en de senioren. Jonge gasten moeten graag bij het eerste willen spelen, dat is een tijdje weggeweest, maar lijkt weer terug te komen.” Dat ziet hij als assistent-trainer van het vlaggenschip natuurlijk graag. “Jeugdleden komen op zondag weer kijken en trainen mee, ze willen er echt weer bij horen.” Ook als lid van de technische commissie doet het hem zichtbaar goed. “Dat doe ik nu een jaartje of zes, zeven. Eerst deed ik alleen de bovenbouw en was ik jeugdtrainer, maar je wilt toch graag betrokken zijn. Het is je clubje.” En dus pakte Faas er een aantal seizoenen geleden ook de functie van hoofd technische commissie bij. “Eigenlijk ben ik een soort klankbord voor de coördinatoren. Dus dingen die spelen, leggen ze bij mij neer. Dan nemen we samen met het bestuur een beslissing. Het is vooral overkoepelend. Voor problemen of indelingen komen ze bij mij.” Allemaal met maar één doel: “De mensen moeten een warm gevoel krijgen bij onze club, daar gaat het om.” HOGE OGEN Ook bij het eerste elftal gaat het om maar één ding. “Promoveren! Als je eenmaal in die vijfde klasse zit, is het heel lastig om eruit te komen. Maar we moeten gewoon naar die vierde klasse. Als ik zie wat we hebben lopen en wat eraan zit te komen, zijn we dat verplicht.” Daarvoor moeten niet alleen op het veld, maar ook de dingen buiten het veld goed geregeld zijn. De zogeheten randzaken. “De communicatie. Van het bestuur naar de coördinatoren en de trainers van het eerste. Dat liet altijd te wensen over, maar gaat nu al stukken beter. Vroeger had echt iedereen alleen zijn eigen taakje.” Zijn liefde voor de club en het spelletje spat er in ieder geval vanaf. “Ik vind het gewoon heel leuk om mijn ‘drive’ over voetbal over te brengen. Vanaf dat ze vijf of zes zijn, ben ik met de JO17 meegegroeid, dat vind ik prachtig. Twee jongens daarvan lopen al bij het eerste.” Zijn positieve gevoel steekt Faas dan ook niet onder stoelen of banken. “Over vijf jaar denk ik gewoon dat we een derdeklasser zijn. Er zit zoveel moois aan te komen. In deze competitie wordt er meer gevraagd dan leuk voetballen, als we promoveren, gaan we echt hoge ogen gooien!” Dat ze ooit nog eens samen op het veld zouden staan, zal voor weinig mensen die ze kennen een verrassing zijn, vertelt Jeroen, met negentien jaar de oudste van de twee. “We voetbalden altijd al op een veldje bij ons in de buurt. Dat was en is onze favoriete bezigheid.” De zeventienjarige Tijmen vult hem aan. “Dat ging er soms hard aan toe, maar nooit echt over het randje hoor.” NOOIT RUZIE Van het veldje naar de club, allebei waren ze er vroeg bij. “Ik begon bij TVC toen ik zes was, Tijmen nog een jaartje eerder. Het was bij ons om de hoek en al onze vrienden zaten er ook, dus dat was geen moeilijke keuze.” Onlangs maakte de jongste van het stel zijn debuut bij het vlaggenschip, iets wat Jeroen al wel een tijdje aan zag komen. “Hij trainde al een poosje bij ons mee en begon steeds sneller, maar ook sterker te worden. Thuis hadden we het er natuurlijk al vaker over gehad, wanneer we eindelijk echt samen gingen voetballen, dan ben je wel trots.” Ook voor Tijmen, die ooit hoopt uit te groeien tot vaste basisspeler, was het een bijzonder moment, vertelt hij. “Het was leuk, maar toch ook wel een beetje spannend. Ineens tegen veel grotere jongens. Gelukkig was ik het al wel gewend van de trainingen.” Zijn broer gaf hem wat tips. “Vooral rustig blijven en gewoon je ding doen, dat heb ik geprobeerd.” Sowieso was de aanwezigheid van Jeroen een geruststelling, want zo beweren ze allebei. “We hebben echt nooit ruzie, dat is best bijzonder he?!” EÉN DOEL En dat is maar goed ook, want ook op het veld staan ze behoorlijk dicht bij elkaar in de buurt. Tijmen trapt af. “Ik ben een rechtspoot op rechts, vind het leuk om acties te maken en scoor natuurlijk ook graag.” Jeroen, linksbuiten van beroep, voegt daar nog wat aan toe. “Hij verricht ook heel veel verdedigend werk, daar zou ik best wat meer van willen hebben. Van zijn werklust. Tijmen heeft ook een goede voorzet in huis.” De ‘oudste Ooms’ zwerft over de linkerflank. “We zijn allebei dribbelaars, gewoon lekker je mannetje passeren.” Soms kijkt de jongeling, die ook nog zijn minuten maakt bij de B2, jaloers naar zijn broer, moet hij bekennen. “Ik zou wel net zo sterk als hem willen zijn. Op een gegeven moment ben ik heel snel gegroeid, maar nog niet echt in de breedte.” Bij TVC hebben ze het allebei in ieder geval uitstekend naar hun zin. “Je kent iedereen, daardoor voelt het als thuiskomen. Lekker ouwehoeren, een soort familie.” Maar met alleen gezelligheid word je natuurlijk geen kampioen en dus moeten er de komende maanden punten gepakt gaan worden, weet de linksbuiten. “Op zich staan we er goed voor, maar er zijn nog wat teams die ons in kunnen halen. Toch denk ik dat het kampioenschap er nog wel in zit, we moeten nog tegen iedereen.” Want de gebroeders Ooms, die op drie minuten van het complex wonen, maar toch vaak de scooter pakken, hebben eigenlijk maar één doel: “Samen kampioen worden, dat zou vet zijn!” ‘De mensen komen weer graag naar het sportpark’ Voetbalbroers TVC dromen van kampioenschap 0264689.pdf 1 23-3-2022 11:54:23 R O B E Y S P O R T S W E A R . C O M R O B E Y S P O R T S W E A R . C O M R O B E Y S P O R T S W E A R . C O M
RkJQdWJsaXNoZXIy ODM1NjU=