R O B E Y S P O R T S W E A R . C O M R O B E Y S P O R T S W E A R . C O M R O B E Y S P O R T S W E A R . C O M Hij zat toteenaantal jaargeledenzelfnooitopvoetbal,noemtzichzelfdaaromeen‘bijzondere’, maar inmiddels is Matthias Kalwij niet meer weg te slaan bij WDS’19. De inwoner van Breda speelt bij de 35+, is begeleider van de JO11, maar belangrijker nog, hij organiseert activiteiten voor de wijk. “Ieder kind heeft recht op een fijne jeugd.” Toen Maikel van Alphen na jaren voetballen bij ‘concurrent’ Boeimeer een aantal seizoenen geleden werd gevraagd mee te doen bij WDS’19 zag het 33-jarige gezelligheidsdier dat best wel zitten. Maar aan het feit dat iedereen na dewedstrijd meteen naar huis ging, moest heel snel wat gebeuren. En dus ging hij aan de slag. Van Alphen zorgt voor de gezelligheid bij WDS’19 Toen Kalwij een jaar of zes was, deed hij ooit ergens bij een voetbalclub eens een proeftraining, maar heel snel was al duidelijk: “Dat was het niet voor mij.” Tot een jaar of acht geleden. “Vriendjes van mijn kinderen zaten op voetbal, dan willen ze dat natuurlijk ook. Zo rol je er dan in.” Inmiddels heeft hij zelf ook de stoute (voetbal)schoenen aangetrokken en dus is de 46-jarige werknemer van Halt na al die jaren nu ook zelf voetballer. “Het is laag instappen en ze helpen mij om beter te worden, dat zorgt voor veel plezier.” STEENTJE BIJDRAGEN Maar vooral zijn werk is een reden dat Kalwij besloot een aantal handschoenen bij WDS op te pakken, vertelt hij. “Daarin ben ik natuurlijk al veel bezig met jeugd, het begeleiden en helpen ontwikkelen. Teamsport is daarin gewoon heel erg belangrijk.” Bij zijn jeugdploegje heeft hij een soort rol als teammanager, zorgen voor de randvoorwaarden, maar daarbuiten is zijn taak nog veel groter. “Samen met de gemeente en stichting Grote Broer/Zus, organiseren we activiteiten in de wijk. Zoals het Oranjefestival of het Oliebollenballentoernooi. In plaats van rondhagen op straat, lekker voetballen.” Kalwij legt uit waarom dat zo belangrijk is. “Iedereen mag meedoen, ook als je geen lid bent van WDS. Zo komen ze in beeld bij de organisaties, maar leren ze ook onze vereniging kennen.” Precies zoals hij dat zelf een aantal jaar geleden ook deed. “Het is kleinschalig, waardoor je iedereen snel leert kennen. Het gaat niet alleen maar om de beste willen zijn, maar vooral om het plezier. Die gezamenlijkheid voel je heel erg, alle lagen komen hier samen, dat vind ik mooi.” En dus voelt de Bredanaar zich als een vis in het water. “Als je een idee hebt, luisteren ze echt naar je, daar is ruimte en aandacht voor. Wanneer iedereen één steentje bijdraagt, kom je een heel eind.” BLIJE GEZICHTEN Zo ook toen Kalwij graag iets wilde doen met de wijk in combinatie met de plaatselijke jeugd. “Ongeveer tweeënhalf jaar geleden, leek het mij leuk om tijdens Oud & Nieuw iets voor ze te doen. Zo is het balletje eigenlijk gaan rollen, toen is het Oliebollenballentoernooi ontstaan.” De vraag was meteen groot, herinnert Kalwij zich. “De eerste keer haddenwe tachtig kinderen, daarna honderd. Toen merkten we meteen dat er enorm behoefte aan is.” Als verbinder tussen WDS en de wijk ziet hij het belang. “Het is niet voor iedereen vanzelfsprekend om lid te kunnen zijn van een vereniging, maar ieder kind heeft daar recht op. Gewoon leuke activiteiten om aan deel te nemen, dat gun ik ze.” Daar is voor zijn club een belangrijke rol weggelegd, denkt hij. “Je bent niet alleen een eilandje, maar hebt echt een functie. Al die blije gezichten, met elkaar, dat is voor mij het mooiste.” En dus denkt Kalwij stiekem al een beetje groter. “Als ze tijdens een toernooitje al roepen dat ze er volgende keer weer zijn, is het geslaagd. Mijn droom is om iedere schoolvakantie een activiteit te hebben, als een soort wijkvereniging. Het moet een natuurlijk iets gaan worden.” Hij droomt hardop verder. “Een voetbalkamp, voor kinderen die niet op vakantie kunnen. Als we daar zijn, hebben we samen iets heel moois bereikt!” Inmiddels is Van Alphen onderdeel van het vierde, maar vooral ook lid van de seniorencommissie. Want zoals gezegd, gezelligheid staat bij de voetballer hoog in het vaandel. “Iedereen ging weg, het moet toch leuk en gezellig zijn?” Dat hij dat nog eens zou zeggen als lid van WDS’19, had hij zelf misschien ook niet helemaal verwacht. “Op mijn vijfde begon ik bij Boeimeer, daar heb ik tot mijn achttiende gevoetbald. Dat ligt toch een beetje gevoelig.” GROEPSGEVOEL Maar nadat Van Alphen er een paar jaar tussenuit was, probeerde hij het eens bij de buurman. “Hier zaten veel vrienden, die vroegen of ik niet een keertje mee wilde doen. Waarom ook niet?” De sfeer viel dus een beetje tegen, maar de rest sprak hem meer dan aan. “Iedereen is meegaand en probeert elkaar te helpen. Niemand voelt zich ergens te groot voor, je moet samen de club dragen. Bij Boeimeer ben je misschien meer een nummer, hier krijg je echt de ruimte om wat te zeggen.” Zo ook toen Van Alphen met het idee op de proppen kwam om een vriendenteam op te richten, toen nog het zesde, inmiddels het vierde. “Ik werd met open armen ontvangen. We bleven als team altijd hangen bij het eerste, gingen op een gegeven moment ook mee naar uitwedstrijden. Daar ontstond een klik.” Niet alleen daar, moet hij eerlijk bekennen. “Zo heb ik ook mijn vriendin leren kennen. Die staat achter de bar en doet het wedstrijdsecretariaat. Voor ons is het eigenlijk een soort uitje, samen naar de club.” Een leuke familieclub, met een divers vierde team. “We hebben verschillende leeftijden, een Molukse jongen, iemand uit Ierland. Je gaat met elkaar een ‘commitment’ aan, samen plezier maken. Het groepsgevoel is bij ons belangrijk.” OP ROLLETJES Voorheen was Van Alphen ook nog onderdeel van de klusploeg, tegenwoordig is hij voorzitter van de seniorencommissie. En dat is meer dan aanspreekpunt zijn. “Van kleding tot ballen. En we regelen oefenwedstrijden of verhelpen problemen. Eigenlijk alles zodat het blijft draaien.” Na een jaar is het precies wat de goedlachse vrijwilliger ervan had verwacht. “De club liep een beetje dood, we zaten al een tijdje zonder voorzitter, maar ze wisten dat ik veel deed. Dus ze kwamen eens polshoogte nemen, of ik er nog wat bij wilde doen. Het is veel werk, zeker met corona was het hectisch, maar het is mooi.” Van Alphen doet het dan ook met alle liefde. “Dat is ook wel de kracht van WDS, op die manier elkaar stimuleren.” Want ook daarnaast zit hij niet stil. “Ik ben trainer van het vierde, maar speel mee als we te weinig man hebben. Op donderdag sta ik achter de bar.” De waardering doet hem goed. “Vooral uit mijn eigen team. Het helpt ook wel dat mijn vriendin echt thuis is hier, dan is het leuk om hier samen te zijn, maar ook meteen te helpen.” Vanuit zijn huis, op nog geen kilometer van de club, kijkt hij bijna uit op het complex. Daar kan nog wel het nodige aan gebeuren, denkt hij. “Het is niet zo groot. We hebben eigenlijk kunstgras nodig op het hoofdveld, gelukkig is daar inmiddels akkoord voor gegeven. Daarnaast willen we een overkapping gaan maken op het terras, zodat je daar ook lekker kunt zitten. Dat zijn een paar verbeterpuntjes die eraan zitten te komen.” Want de stijgende lijn laten ze voorlopig niet los in Breda. “Eigenlijk loopt alles op rolletjes. Maar we blijven hard werken om iedereen te geven wat ze verdienen!” ‘Lekker spelen en voetballen, dat gun ik ieder kind’ 13
RkJQdWJsaXNoZXIy ODM1NjU=