VoetbalJournaal Breda, najaar 2021
R O B E Y S P O R T S W E A R . C O M R O B E Y S P O R T S W E A R . C O M R O B E Y S P O R T S W E A R . C O M 25 Eric Koenraads en Aziz Zerouali zitten samen in de bestuurskamer van Groen-Wit, ze kijken uit op de velden van de club. Ze zien dat de jeugd aan het voetballen is, zoals dat eigenlijk altijd het geval is aan de Postillonstraat. De club leeft, al jaren. Groen-Wit is in de afgelopen periode zelfs enorm gegroeid. Maar tot tevredenheid van het duo is de sfeer eigenlijk altijd hetzelfde gebleven. BREDA - Zerouali zag de club groei- en, letterlijk. Zijn huis grenst aan het sportcomplex. Zijn woon- kamer is slechts enkele meters van het trainingsveld af. Als hij vanuit de voordeur zijn hand uitsteekt, raakt hij het hek- werk bijna aan. De vraag is wel waar hij vaker te vinden is, thuis of op het sportcomplex. “Hij is hier wel dertig uur in de week. Ik denk soms: als hij wakker wordt, komt hij hier naartoe”, zegt Koenraads met een lach. Halverwege de jaren negentig kwam Zerouali bij Groen-Wit te- recht, toen zijn zoon begon te voetballen werd hij trainer. “Ik ben vijf of zes jaar trainer ge- weest.” Daarna bleef hij altijd bij de club, nu in een grotere rol, legt Koenraads uit. “Allebei zijn zoons spelen in de selectie. Aziz loopt hier altijd rond, is gewoon va- der en supporter. Maar wij heb- ben hem belangrijker gemaakt. We hebben hier op de club best wel een gemeleerd gezelschap rondlopen. Van allochtonen tot niet-allochtonen, allemaal uit de buurt. De poort staat hier altijd open, dat hebben we zo afge- sproken met de gemeente.” “We stellen ons sportpark open voor de buurt. Maar dan moet je wel alles in de gaten houden. Ook ’s avonds. De club is gigan- tisch gegroeid. In de afgelopen tien tot vijftien jaar zijn we ver- dubbeld. We zijn van 21 jeugd- teams naar 43 gegaan. Waar wil je ze laten trainen? Dat is lastig, het is allemaal druk, druk, druk. En er gebeuren al- lerlei dingen, van ballen die kwijtraken tot jongens die hun sleutels of telefoon kwijt zijn of op een veld lopen waar ze niet horen te lopen. We hebben Aziz gevraagd of hij niet een soort terreinmanager wilde worden.” Hij stemde in, sindsdien noemt Koenraads hem ‘de directeur van de club’. “Hij loopt hier ei- genlijk elke dag rond, regelt al- les. Hij is één van de ouderen, dus iedereen heeft ook veel respect voor hem. Het is niet al- tijd makkelijk, maar hij krijgt het wel allemaal voor elkaar. Sinds Aziz het doet is er veel meer rust binnen de club. En daar hechten we veel waarde aan.” ACCOMMODATIE Aziz is een manusje van alles. Hij is betrokken bij het eerste, doet daar hand- en spandien- sten voor de begeleiding. “Als we Aziz niet hadden, loopt alles uit de hand. Dan doet ieder zijn eigen ding, doe maar een dotje. Hij doet geweldig werk voor de club.” Vanuit ‘zijn’ hokje doet de vrijwilliger dat met een grote glimlach op het gezicht. “Het is heel mooi om te doen.” Dat was het toen hij voor het eerst het sportcomplex op kwam lopen en dat is het nu – terwijl de club zo enorm ge- groeid is – nog steeds. “Het is altijd leuk geweest. Toen de club klein was en ook nu de club gro- ter is. De sfeer is altijd hetzelfde gebleven.” Al is er wel een pro- bleem. Met twee velden en zes kleedkamers is het een grote puzzel om iedereen lekker te laten voetballen. “Soms komen er spelers anderhalf uur van tevoren, dan vragen ze naar de kleedkamers. Het is geen Ajax hier… dus moeten ze wachten.” Koenraads loopt inmiddels al 45 jaar rond op de club. Ooit be- Eric Koenraads en Aziz Zerouali “Trots en blij hoe het gaat met Groen-Wit, maar er ligt ook een serieuze uitdaging” BREDA WWW.SCHOUWENPALEIS.NL 0257633.pdf 1 13-8-2021 9:45:10 gonnen als spelertje. Jarenlang speelde hij in het eerste elftal, daarnaast was hij onder meer jeugdvoorzitter, hoofd jeugd- opleiding en zat hij in de spon- sorcommissie. Nu is hij lid van het dagelijks bestuur. Vanuit die rol geeft hij Zerouali gelijk wat betreft de sfeer én de pro- blemen. “De sfeer is inderdaad gelijk gebleven. Een dorpsclub, zo noemen we onszelf. Het is een dorp binnen Breda en dat is zo gebleven.” Maar die dorps- club is dus wel gegroeid. “Vijftien jaar geleden ging het wat minder met de club, toen gingen spelers vanuit Princen- hage naar andere clubs. Ze liepen weg bij ons, nu is het de omgekeerde wereld. We heb- ben de afgelopen tien jaar flink geïnvesteerd. Niet in geld, maar in discipline, regelgeving en dat soort zaken. Nu komen ze van buiten naar ons toe en blijven ze hangen.” TOEKOMST Het gaat dus prima met de club, geeft Koenraads aan. “We zijn financieel gezond, hebben on- danks corona ons hoofd goed boven water kunnen houden. Dat kan ook niet iedereen zeg- gen. Maar we lopen wel tegen een aantal dingen aan, waar- van de accommodatie nummer één is. De gemeente is voor een groot deel aan zet. Als het grasveld ook kunstgras is, kun je met trainingen veel meer doen. En twee velden is te wei- nig. Maar we kunnen niet uit- breiden, we kunnen geen veld bijleggen. We zitten al strak te- gen de huizen aan.” De club is met de gemeente in gesprek. “Ze zien de problemen waar we tegenaan lopen. Het probleem is wel dat alles wat geld kost, eerst tien keer over- heen gekeken moet worden. Dat snap ik, maar op een ge- geven moment moeten we wel iets. We willen ook niet terug van 43 naar 30 teams en kinde- ren teleurstellen. En we gebrui- ken echt al elk stukje gras dat we hebben.” Koenraads geeft aan dat Groen-Wit ambitieus is, al wil dat niet zeggen dat de club qua leden of niveau van het eerste elftal stappen wil zetten. “Qua ledenaantal willen we niet ver- der groeien, dat gaat niet. We willen groeien qua niveau. Meer gediplomeerde trainers op de eerste teams in de jeugd, daar willen we volle bak op inzetten. We hebben een aardige selec- tie, maar er moet wel aanvoer van onderuit komen. We heb- ben niet de ambitie om een hoofdklasser te worden ofzo. We willen een stabiele derde- klasser zijn. Maar ook dan moe- ten er spelers vanuit de jeugd doorstromen.” Het duo benadrukt wel dat het zeker niet alleen om de selectie draait. Er is meer dan dat. Zo is ook de meisjesafdeling gigan- tisch gegroeid. En zijn er op het gebied van sponsoring enorme stappen gezet, met een busi- nessclub waar inmiddels meer dan 55 bedrijven aangesloten zijn. De toekomst ziet er mooi uit, als er iets aan de accom- modatie gedaan wordt. “We zijn ontzettend trots en blij met hoe het gaat. Maar als er niks gaat gebeuren hebben we een serieuze uitdaging. Er moet echt iets gaan gebeuren, het plan 2.0. En dat moet binnen twee tot drie jaar van de grond komen.”
Made with FlippingBook
RkJQdWJsaXNoZXIy ODM1NjU=