VoetbalJournaal Bergen op Zoom, voorjaar 2021

19 R O B E Y S P O R T S W E A R . C O M R O B E Y S P O R T S W E A R . C O M R O B E Y S P O R T S W E A R . C O M Jolande Laban hoopt vooral dat haar club vv Vosmeer overeind blijft OUD-VOSMEER – Ze is al jarenlang een meer dan fa- natiek vrijwilligster bij voetbalvereniging Vosmeer in veel verschillende rollen. Van trainster tot bestuurslid en van begeleidster tot helpen in de kan- tine. Maar de afgelopen jaren ziet Jolande Laban de situatie bij club uit Oud-Vosmeer veranderen en zit op sportief vlak met name de seni- orentak in moeilijke fase. “Ik hoop maar één ding en dat is dat de club blijft bestaan.” Van de E-pupillen tot de huidige JO19, ze was er als trainster, coach of leidster allemaal bij betrokken, net zoals ze ook al vele jaren ac- tief is binnen het jeugdbestuur. “En sinds 2019 begon ik in het hoofd- bestuur en eind 2020 ben ik pen- ningmeester geworden. Dus toen heb ik besloten dat ik niet om te stoppen als leidster, want dan zou het allemaal wat té gortig worden qua tijdsinvestering. Met alle din- gen die ik nu doe voor de club ben ik toch ook wel wekelijks een flink aantal uren kwijt, maar ik geniet er enorm van om iets voor de vereni- ging te kunnen betekenen.” En voor wie denkt dat Jolande verder niks om handen heeft, die heeft het danig mis, want haar man is eigenaar van Schildersbe- drijf Laban, dat bovendien al sinds een flink aantal jaren de shirtspon- sor is van het eerste elftal. “Verder werk ik nog vier dagen per week als HR-adviseur én ben ik gewoon een fanatieke voetbalmoeder die haar twee zoons volgt die beiden in de JO16 spelen. De oudste kon ook doorschuiven met de rest van de JO19 richting de senioren, maar wilde liever nog een seizoen met dispensatie in de jeugd actief blij- ven. Dus komend seizoen spelen ze samen in één team, dus dat scheelt weer een paar uur voor me haha.” Waar het binnen de jeugdelftallen van Vosmeer wel behoorlijk draait en op de rit staat, daar is de se- niorenafdeling en met name het eerste elftal toch een puntje van ‘zorg’ voor ieder die Vosmeer een warm hart toedraagt. Eerst werd er de overstap gemaakt van het zondag- naar het zaterdagvoetbal om te voorkomen dat er spelers zouden afhaken. Dat bleek echter ook lastig om in de vierde klasse zaterdag een goed en representa- tief team in competitie te houden, zodat noodgedwongen het besluit werd gemaakt om met het eerste elftal in de reserveklasse te gaan spelen. “Dat was echt noodzaak. En we hopen dat de jonge spelers die er nu spelen én die doorschui- ven vanuit de jeugd naar de senio- ren op termijn weer de stapmaken naar het standaardvoetbal. Maar dat zal nog wel een paar seizoenen duren denk ik.” Toch heeft zemaar één grotewens voor de toekomst: het voortbe- staan van de dorpsclub. “Sowieso! Ik hoop alleen maar, dat het goede Jerrold Laurman zorgt voor wat Rotterdamsementaliteit bij Smerdiek werk dat in de jeugd wordt gele- verd op termijn weer gaat zorgen voor doorstroming omhoog. En dat vooral de club overeind blijft. Want we bestaan dit jaar ook nog eens 75 jaar, maar het écht vieren doen en kunnen we helaas niet. We zijn met een groep mensen aan het kijken om dit tijdens Hemelvaart 2022 te gaan doen met een drie- daags feest. Want het mag zéker niet onopgemerkt blijven. Het is toch een mijlpaal en ik hoop dat er in de toekomst nog zullen volgen.” Tholenaar De Heer geniet bij SPS en mikt op promotie SINT MAARTENS- DIJK – Voor de lief- de verhuizen van Rotterdam naar Sint Maartensdijk. Qua leefomge- ving en vooral ook mentaliteit was het voor de Rotterdammer flink omschakelen. Toch voelt Jerrold Laurman (34) zich er inmiddels helemaal thuis. Oók bij zijn club SV Smerdiek waar hij heeft gezorgd voor een stukje Rotterdamse men- taliteit en ‘directheid’. “Zeker weten! En dan doel ik met name in het veld. Want ik kwam terecht in een groep die al jaren- lang bij elkaar voetbalt. Een echte vriendengroep en dan wordt er als voetballers onder elkaar wel een la- coniek gereageerd als iets verkeerd gaat. Dat was ik niet gewend en daar kan ik ook slecht tegen. Ik ben nogal direct en zo reageerde ik ook. Dat was voor velen even wennen, maar dat hoort er gewoon bij. Goed is goed, slecht is slecht en dat moet je ook durven benoemen. Inmiddels zijn ze er wel aan gewend en wordt het gelukkig ook vaker naar elkaar toe gedaan. Zonder daarbij overi- gens het respect voor elkaar te ver- liezen, want als je van het veld stapt is het ook klaar.” Laurman is nu twee seizoenen actief voor de zaterdag vierdeklasser en had daarvoor in het Rotterdamse al bij diverse clubs gevoetbald. De liefde bracht hem richting Tholen en hij sloot zich na de verhuizing aan bij de plaatselij- ke voetbalclub. Daar is de doelman inmiddels ook aanvoerder in het elftal van trainer Marc de Weerd. “Ik ben de oudste van de groep en ben ook het meest ervaren. Bovendien heb ik mijn mondje wel mee en zit het in mijn natuur om te coachen. Ik probeer daarin altijd wel positief te blijven en een verlengstuk te zijn voor de trainer zowel in als buiten het veld.” De Rotterdammer beleefde overi- gens sinds zijn overstap naar Smer- diek wel twee bijzondere seizoe- nen. “Twee afgebroken seizoenen helaas. Vooral vorig seizoen was enorm teleurstellend, omdat we er toen in maart goed voorstonden. De ploeg was het jaar ervoor ge- degradeerd en we stonden tweede achter SPS. Een plek in de top-drie had er zeker ingezeten. Dit seizoen begonnen we heel slecht en won- nen we slechts één van de vier ge- speelde duels. Daar heb ik me wel druk over gemaakt en ben ook flink tekeer gegaan. Want ik weet wat er in deze groep zit en dat is er totaal niet uitgekomen. Te gemakzuchtig en te gelaten, dan win je geen wed- strijden. Je moet er altijd vol voor willen gaan en dat is in onze klasse ook nodig wil je weer de stap om- hoog zetten.” De doelman ziet echter wel, dat zijn club er misschien nog niet he- lemaal klaar voor is om op een ho- ger niveau actief te zijn. Wel qua spelerspotentie misschien, maar er is meer voor nodig. “Toen ik kwam verbaasde ik me over sommige fa- ciliteiten die voor mij in het Rotter- damse heel normaal waren en hier niet aanwezig bleken. Zoals bijvoor- beeld een trainingsweekend met de groep. Inmiddels hebben we een trainingskamp gehad in het buiten- land en je merkt dat dit een boost geeft. Daarbij heb ik een ‘voorzet- je’ gegeven, wat door teamgenoot Thijs Bahlke samenmet het bestuur verder uitgerold voor de gehele club. Je moet durven investeren wil je stappen maken en meer binding krijgen. Jemerkt dat er ook sponso- ren enthousiast raken en dat geeft een aanzuigende werking wil je op termijn weer omhoog kunnen en durven kijken.” Vooralsnog zal er dan eerst weer gevoetbald moeten worden, want de laatste periode is het puur en alleen bij trainen gebleven. “Dat is prettig, want je bent met je hobby bezig, maar het is niet compleet. Je mist de wedstrijdspanning, de druk om te presteren en ook het contact met de supporters en publiek. Want dat geeft net dat stukje extra, zéker hier bij Smerdiek waar het altijd ge- zellig en druk is. Voor velen valt hun vaste weekendinvulling weg en je merkt het ook aan de motivatie op trainingen soms. Dan probeer ik wel de boel scherp te houden bij deze jonge en in mijn ogen talentvolle groep, terwijl ook in de jeugd nog best een aantal aardige jongens rondlopen.” Zelf bekijkt Laurman per seizoen wat hij gaat doen en of hij doorgaat als keeper. “Ik heb een paar flinke knieblessures gehad en stap na en training of wedstrijd niet altijd meer als de soepelste mijn bed uit. Maar het spelletje is nog zo verdomde leuk. Zolang het kan en ik er plezier aan beleef zal ik doorgaan. En tot die tijd zal ik er ook alles aan doen om de boel hier scherp te houden. Want dat er tot op heden nog niet alles is uitgekomen qua potentie, daarvan ben ik heilig overtuigd.” POORTVLIET – Hij is geboren en getogen in Tho- len-Stad, maar hij voetbalde er geen minuut voor de plaatselijk voetbalclub. Hij begon pas op zijn vijftiende in clubverband en eerst was Arjen de Heer actief voor Stavenis- se. Sinds seizoen 2019-2020 draagt hij echter het rood-wit van SPS uit Poortvliet. En dat bevalt hem tot op heden meer dan uitstekend. “Het klinkt misschien gek om- dat ik afkomstig ben uit Tholen, maar zelf heb ik niet zoveel met Tholense Boys. Het trok me dan ook niet om daar in clubver- band te gaan voetballen. Ik ben inderdaad ook redelijk laat bij een club gaan voetballen, maar daarvoor voetbalde ik wel al- tijd op veldjes, pleintjes en ook in de zaal. Enkele vrienden van me die speelden bij Stavenisse en vroegen me of ik niet bij hen wilde komen voetballen. Dat heb ik ook enkele jaren gedaan, ging drie keer per week met de bus naar Stavenisse toe om te trainen enwedstrijden te spelen. Dat was erg leuk en ik heb er ook nog een jaartje bij de eerste se- lectie gezeten.” Tot hij de vraag kreeg of hij niet wilde overstappen naar SPS in Poortvliet. De zaterdag vierde- klasser is toch een ploeg die, in tegenstelling tot Stavenisse, elk seizoen meespeelt in de top van het linkerrijtje en al enkele ke- ren dichtbij promotie was naar de derde klasse. “Dat is voor mij ook de uitdaging geweest om voor SPS te kiezen. Ik wilde me- zelf wel eensmeten in een ploeg die wekelijks moét presteren en mee wil strijden voor promotie. Daar zijn ze al een paar keer heel dichtbij geweest, maar steeds komt er wel een kink in de ka- bel en kunnen ze de stap niet maken. In mijn eerste seizoen deden we bovenin mee en lagen we prima op koers, maar toen werd door corona het seizoen afgebroken in maart. De club heeft het nog wel geprobeerd bij de KNVB om te promoveren, maar dat is toen niet gelukt he- laas. En ook dit jaar wilden we graag voor promotie strijden en opnieuw werd de competitie stilgelegd. Heel zuur wel maar we moeten het dan volgend sei- zoen maar bewerkstelligen he.” De start van SPS dit seizoen was in elk geval goed en vooral erg productief te noemen. De ploeg scoorde zeventien keer in vier duels en daarbij deed ook De Heer een duit in het zakje. “Ik maakte er drie in vier wedstrij- den en had ook enkele assists. Daarin probeer ik van waarde te zijn voor het elftal, al vind ik van mezelf dat ik vooral in fy- siek opzicht nog moet groeien. Ik heb wel snelheid en ben lang, maar ik doe nu gericht vijf dagen per week aan krachttraining en fitness om ook in de duels en als aanspeelpunt beter mijn man- netje te staan. Op die manier heb ik voor mezelf een invulling gevonden voor de periode dat er door strenge maatregelen niet of nauwelijks kon en mocht wor- den getraind. Want stilzitten is niks voor mij dus met die kracht- training ben ik toch constant wel bezig gebleven om fit te blijven en sterker te worden.” En die fitheid en kracht hoopt hij komend seizoen te kunnen laten zien op het tijdens de nieuwe competitie in de 4e Klasse B van het zaterdagvoetbal. “We zullen te maken krijgen met dezelfde tegenstanders en daarbij zitten toch nog een aantal erg sterke teams, die ook allemaal willen promoveren. Het zal dringen worden en voor ons zaak om di- rect er te staan als de competitie van start gaat. We zijn er al een paar keer erg dichtbij geweest en steeds lukte het niet. Het is nu aan ons omdat te doorbreken en die promotie te realiseren. Dat is wel de ultieme sportieve ambitie die ik heb in elk geval. Het lijkt me heel gaaf ommet SPS op een ho- ger niveau te laten zien wat we waard zijn, al is dat van heel veel factoren afhankelijk of we uitein- delijk die stap kunnen maken. Ik kan niet in de toekomst kijken, maar ik ben van mening dat we een selectie hebben die dat aan moet kunnen ook. Iedereen blijft vooralsnog ook komend seizoen bij SPS, dus ook dan moeten we in de top van de linkerrij een rol van betekenis kunnen spelen.”

RkJQdWJsaXNoZXIy ODM1NjU=