7 R O B E Y S P O R T S W E A R . C O M R O B E Y S P O R T S W E A R . C O M R O B E Y S P O R T S W E A R . C O M 0228381.indd 1 2-5-2019 13:57:11 0228381.indd 1 2-5-2019 ‘Fanatiek, maar we houden van een feestje’ Toen haar zoon begon met voetballen bij de F’jes en haar dochter eigenlijk niet langer kon wachten, begon voor Rianne Versteeg het verhaal bij Wilhelmina’26. Nu, heel wat hoofdstukken later, is ze leider/coach van de dames en kan de vrijwilligster eigenlijk niet meer zonder. “Ik vind het toch wel heel leuk!” Want dat Versteeg op zaterdag nu ineens voor de groep staat, was eigenlijk niet helemaal de bedoeling. “Vorig jaar stopte de trainer bij de dames en ik ging toch altijd al mee...” Maar, zo zei ze: “Probeer eerst maar iemand anders.” Dat lukte niet en dus kwamen ze toch weer bij haar uit. “Het is wel even iets anders, omdat je nu echt die verplichting hebt.” Toch bevalt het tot nu toe uitstekend. “Het is een hartstikke leuk team, dus het is zonde als dat opgeheven wordt. Als ze niet meer kunnen voetballen. Uiteindelijk raak je er ook wel weer aan gewend en dan is het eigenlijk heel leuk, dat is een goed teken toch?” AFWISSELING Hoe leuk ook, zelf voetballen deed Versteeg nooit. “Ik heb 23 jaar in een winkel gewerkt, dan is het lastig. Mijn kinderen komen van kleins af aan al bij Wilhelmina’26, dus dan ga je mee. Begonnen met het trainen van de kabouters, later gestopt en vooral nog veel jeugdactiviteiten gedaan.” Nu dus bij de dames, maar zeker niet alleen. “Mijn man (beter bekend als Jan Sap) doet op donderdagavond de training, Erik (van de Nieuwegiessen) neemt de dinsdag voor zijn rekening.” Op zaterdag is het de beurt aan Versteeg, maar ook doordeweeks is ze aanwezig. “Zeker op donderdag, om te kijken hoe en wat. Waar er op wordt getraind en wie er wel of niet zijn.” Die trainingen zijn iedere keer weer een verrassing. “Heel afwisselend. Dinsdag vaak pass- en trappen en conditie, donderdag techniek. Hoe meer afwisseling, hoe beter.” Aan de begeleiding zal het dus niet liggen. Want ook de nieuwe vlagger, Jesper Meerman valt in de smaak. Maar hoe staat het met de selectie? “Hier in het dorp hebben we twee verenigingen, dat is op het gebied van vrouwenvoetbal wel jammer. Daardoor heb je eigenlijk net niet genoeg dames. Het zou mooier zijn als je één grote club kon maken.” OPROEP Want qua aantallen, is het soms puzzelen, vertelt Versteeg. “Het is ieder weekend weer hangen en wurgen om er genoeg te hebben. Toch hebben we tot nu toe al onze wedstrijden kunnen spelen. Ze hebben dan toch die drive om te ‘moeten’.” Van jong tot oud. “Op dit moment hebben we drie aanstaande moeders, dus doen er meiden uit de jeugd mee. Onze verdediging bestaat soms uit zestienjarigen. En de oudste is 30.” Een mogelijkheid om een oproep te doen, laat Versteeg dan ook niet liggen. “We hebben op dit moment één meidenteam binnen de club, dus we kunnen best wel wat nieuwe meiden gebruiken. We hebben een hartstikke leuk team, hopelijk komen er daar nog een paar bij.” Ook voor de gezelligheid. “We zijn een graag gezien team in de kantine. Fanatieke voetbalsters, maar wel meiden die houden van een feestje.” Vooral als er wordt gewonnen. “Het zijn echte doorzetters! Ik ben trots op ze, dat ze er iedere keer weer staan.” Helemaal na alle wisselingen. “Er zijn vier meiden van zestien bij gekomen, daar moeten we, samen met de ervaren dames, een team van maken.” En dat is nog niet altijd even makkelijk. “Sommigen hebben lang bij de jongens gespeeld, die zijn toch een ander spel gewend. Ook qua systeem.” Maar zorgen, maakt Versteeg zich absoluut niet. “Ze accepteren elkaar allemaal en hebben het ook leuk buiten het veld. Teambuilding, daar houden we wel van!” In zijn negende seizoen als speler van het eerste, hoopt Kevin van Esch nóg nadrukkelijker zijn stempel te kunnen gaan drukken. Want met een uitdagend jaar voor de boeg, kan Wilhelmina’26 zijn doelputen en assists meer dan goed gebruiken. “Als je meer levert, krijg je uiteindelijk ook meer respect.” Van Esch voetbalt vooral op intuïtie Helemaal als captain, weet de 32-jarige ‘nummer tien’. “Die rol past wel bij me, helemaal naast het veld. Spelers goed opvangen, dingen organiseren.” Maar daarbinnen ziet de middenvelder bij de tweedeklasser dus nog wel ruimte voor verbetering. “Ik moet vooral meer gaan scoren, helemaal als oudgediende”, lacht hij. “Dit is mijn negende seizoen bij het eerste, mijn zesde als aanvoerder. Via Haarsteeg en de jeugd van FC Den Bosch, kwam ik hier.” Dat laatste klinkt logischer, dan het daadwerkelijk is. Of was. “Van de zondag naar de zaterdag. Mijn vriendin komt uit het dorp en Johan van der Werff, toen de trainer, had een mooi plan.” VERFRISSEND Spijt, heeft Van Esch dan ook zeker niet. “Het is een soort familie. Alles is een beetje ouderwets, maar dat heeft ook wel wat. Ik heb altijd een lekker gevoel als ik hier kom.” En dat is maar goed ook, vertelt hij. “Presteren, maar het ook gezellig hebben. Dat is heel belangrijk hier.” Dat viel vorig seizoen een beetje tegen, moet de routinier eerlijk bekennen. “Een lastig jaar. We kregen een andere trainer, verschillende types. Zoiets kost tijd.” Uiteindelijk kregen ze het bij Wilhelmina’26, met handhaving in de tweede klasse, toch net op het juiste moment op de rit. “Je begint op het einde wel een beetje te twijfelen... Maar de laatste wedstrijden hebben we echt goed gespeeld. Uiteindelijk mogen we tevreden zijn.” Met een elfde plek dus. “Als team waren we te wisselvallig. Een tijdje stonden we vierde, haalden we veel punten, daarna ineens zes weken niks. Als je het zo bekijkt, zat er misschien wel wat meer in.” Met oud-prof Ömer Kaya als nieuwe trainer voor de groep, moet die potentie er nu wel uit gaan komen. “Hij komt niet uit de regio en wil iets anders voetballen, dus dat is verfrissend. Ook zijn oefenstof is leuk.” Maar de lat ligt hoog, weet Van Esch. “Ömer wil voetballen, opbouwen en is alleen maar bezig met het spelletje. Hij zei laatst: Jullie betalen allemaal contributie, waarom zouden we dan zomaar ballen wegschieten?” AANVALSDRIFT Toch spelen ze in Wijk en Aalburg, als het echt niet anders kan, de lange bal. Maar dan wel eentje met een idee. “Veel ploegen doen dat op de spits, wij juist op de middenvelder. Een middenlange bal dus eigenlijk!” Het idee daarachter? “Middenvelders kunnen de bal doorkoppen naar de spits en daar dan weer omheen bewegen. Dat zijn vaste patronen.” Na drie keer een 3-1 voorsprong weg te hebben gegeven, is het vertrouwen bij Van Esch nog altijd groot. “Onze eerste doelstelling is veiligspelen en ik verwacht wel dat we dat gaan halen. Tot nu toe scoren we veel, daar hadden we altijd moeite mee.” Maar: “We moeten beter gaan verdedigen. Zeker als je voor staat, moet je misschien wat slimmer gaan spelen. Dat heeft ook met ervaring te maken.” Al weet Van Esch wel een klein beetje waar die aanvalsdrift vandaan komt. “Achterin staan nu ‘aanvallers’, die denken toch automatisch aanvallend.” Dat doet hij zelf overigens ook, maar dan als ‘10’. “Ik moet het echt hebben van mijn inzicht en trap, weten waar je moet lopen. Niet van de slidings of de duels, maar voetballen op intuïtie.” Soms, heel soms, laat die intuïtie hem in de steek. “Dan laat ik mijn mannetje lopen, in de hoop daarna zelf vrij te komen. Als dat mislukt, krijg je natuurlijk op je flikker.” Na al die jaren bij de club, hoopt Van Esch nog op een laatste hoogtepunt in de herfst van zijn carrière. “Tijdens mijn eerste seizoen werden we meteen kampioen, maar in de tweede klasse zijn we eigenlijk een beetje een grijze muis. Stiekem hoop ik nog een keertje op het linkerrijtje en nacompetitie, dat zou mooi zijn om mee te maken!” Foto: Gerald van Zanten
RkJQdWJsaXNoZXIy ODM1NjU=