R O B E Y S P O R T S W E A R . C O M R O B E Y S P O R T S W E A R . C O M R O B E Y S P O R T S W E A R . C O M 0228381.indd 1 2-5-2019 13:57:11 0228381.indd 1 2-5-2019 21 ‘Beter worden en mezelf testen op dit niveau’ Tevreden? Dat woord komt bij Falk van Sluisveld niet meteen in zijn woordenboek voor. Want de verdediger is kritisch op zichzelf en wil altijd nóg beter. Precies om die reden maakte hij afgelopen zomer dan ook de overstap van de derde naar de eerste klasse: van Waspik naar Almkerk. Toch, realistisch als hij is: “Na iedere training en wedstrijd, heb ik weer wat geleerd. Ik maak zeker stappen, daarom wilde ik hier ook naartoe.” Of, zoals de 27-jarige Van Sluisveld het zelf heel mooi kan verwoorden. “Ik wilde die leercurve nog één keer een boost geven.” En dus was het tijd voor een ‘transfer’ naar een hoger niveau. “Ik was altijd actief bij Waspik, nooit ergens anders. Daar ben ik echt opgegroeid. Lekker in je comfortzone, redelijk gemakkelijk voetballen.” De laatste drie jaar, spookte die gedachte dan ook steeds vaker door zijn hoofd, vertelt Van Sluisveld. “Moet ik toch niet een stapje hoger maken? Ik was er niet echt naar op zoek, maar de afgelopen seizoenen stond ik een beetje stil, voor mijn gevoel.” En dus, word je dan niet meer beter. “Behalve afgelopen jaar dan. Dat was, dankzij een goede trainersstaf, misschien wel mijn meest leerzame seizoen op tactisch gebied.” SNELLER HANDELEN Toch zette een telefoontje uit Almkerk hem meteen weer aan het denken. “De club kende ik al, een eersteklasser... Dat wilde ik met mijn ambitie wel proberen.” Al was dat minder makkelijk, dan het nu daadwerkelijk klinkt. “Het plaatje klopte, maar ik moest wel mijn vrienden ‘achterlaten’. Ik voel me verbonden met Waspik, die wil je niet in de steek laten.” Maar: “Ik ben heel blij dat ik de stap heb gemaakt. Het is een warme en gemoedelijke club, een leuke groep en een goede trainer.” Over Vincent de Klerk is Van Sluisveld sowieso zeer te spreken. “Modern, iemand die veel digitale middelen gebruikt en naast het veld ook een leuke gast.” Daar later meer over. De linkspoot voelt zich inmiddels op zijn plek, maar in het begin was het aanpoten, vertelt hij. “Heel erg wennen aan het niveau. Je hebt minder tijd en ruimte. Die eerste klasse is sterker dan ik had gedacht.” Waar zit hem dat vooral in? “De snelheid waarmee je onder druk wordt gezet, de intelligentie van je tegenstander. Je moet gewoon sneller handelen.” Maar die uitdaging gaat Van Sluisveld maar al te graag aan. “Ik wil beter worden en mezelf testen op dit niveau.” Tegenwoordig als linksback. “Die rechtsbuitens zijn behoorlijk goed, kan ik je vertellen!” Goed zijn ze ook bij Almkerk, misschien wel tegen de verwachtingen in. “Teams dachten dat wij het lelijke eendje zouden zijn, maar we bewijzen het tegendeel. Als we ons niveau halen, kunnen we gewoon in de middenmoot eindigen.” SITUATIES HERKENNEN Met een trainer die ongeveer net zo ambitieus is als hijzelf, kan dat ook bijna niet anders. “Hij wil graag vooruitverdedigen, doordekken en hoog op het veld drukzetten. Tegen wie we ook spelen.” Met behulp van digitale middelen dus. “Een camerasysteem, om beelden te analyseren en een scherm met beelden van de tegenstander.” Ook wat betreft de voorbereiding wordt er niks aan het toeval over gelaten. “We hebben een app, daarin kun je vooraf al de training of wedstrijdbespreking zien.” Als linksback, die voorheen altijd in het centrum stond, best wel handig. “Ik ben rustig aan de bal, zoek de voetballende oplossing en speel graag een bal hard in over de grond. Nu moet ik situaties nog beter gaan herkennen.” Hij legt uit. “Ik vertikte het altijd om een bal over de zijlijn te schieten, nu is dat soms echt nodig. Maar ook in het tactische aspect. Wanneer dek je wel door en wanneer niet, bijvoorbeeld.” Want zoals gezegd, tevreden is Van Sluisveld niet zo snel. “Mijn crosspass kan nog beter en ik moet nog meer een over-mijn-lijk-mentaliteit krijgen. Dat heb je op dit niveau gewoon nodig, om je tegenstander op te vreten.” En dus is het zaak om de goede lijn door te trekken, basisspeler te blijven en een dragende kracht te worden. Daarna kijkt de inwoner van Breda wel weer verder. “Hier ben ik blij en prima op mijn plek! Het was lastig om weg te gaan bij Waspik, die club zit in mijn hart, maar ik kom er vast nog een keertje terug...” Een groot deel van de jeugd is al samen, maar de samenwerking tussenAlmkerkenAltenakan indetoekomst zomaarnóg intensiever worden. Want als het aan Arjan Kant ligt, blijft het hier niet bij. “Het zou logisch zijn als beide verenigingen ooit samengaan, maar dat is echt aan de leden.” ‘Een fusie? Dat is aan de leden!’ Als bestuurslid jeugdzaken en coördinator van de JO16 en de JO17, is de 55-jarige Kant er eigenlijk vanaf het eerste uur bij betrokken. Heel gek is dat overigens ook niet. “Ik werd op mijn achtste lid van Almkerk, doorliep de jeugd en speelde later nog in het eerste. Door blessures ging ik wat lager, maar daar was ik eigenlijk te fanatiek voor...” Hij stopte met voetballen, werd jeugdtrainer en trad later toe tot het bestuur. Voornamelijk voor het jeugdvoetbal. “We maken een beleid met het oog op de toekomst, wat zijn onze doelstellingen op prestatief en recreatief gebied? Daarnaast stel ik, in overleg met de andere leden van de jeugdcommissie, coördinatoren, jeugdtrainers en de Hoofd Jeugdopleiding aan. Maar uiteindelijk ben je toch vooral aanspreekpunt, in de breedste zin van het woord.” GEZONDE RIVALEN Materialen en kleding faciliteren, acties coördineren, teamindelingen bespreken, noem maar op. Kant doet het al seizoenenlang met liefde. “Rond 2010 ben ik coördinator geworden en een jaar of acht geleden kwam ik in het bestuur.” Waarom? Dat is eigenlijk best logisch. “Mijn vader was hier meer dan 60 jaar lid en speelde tien seizoenen lang in het eerste. Ook mijn broer is op diverse gebieden actief binnen de club en mijn zoon zit nu in de A-selectie. Er hangt gewoon een blauw-witte vlag over onze familie.” En dus helpt Kant waar hij kan, zoals bijvoorbeeld met het samenwerkingsverband tussen Almkerk en Altena. Een broodnodige. “Het is ooit begonnen bij de meisjes. Alleen hadden we er niet genoeg, maar samen konden we wel een gezamenlijk meidenteam op de been brengen. Acht seizoenen geleden was dat.” Van het één, kwam vervolgens snel het ander. “Eerst de oudste pupillen, daarna meerdere lichtingen. Inmiddels werken we bij de jongens vanaf de JO12 tot en met de JO19 samen. En dat geldt zelfs voor alle meisjes- en vrouwenteams.” De achterliggende gedachte is eigenlijk heel simpel, vertelt Kant. “Zodat de leeftijdsverschillen binnen een team niet te groot worden, dat is vooral fysiek niet wenselijk.” Eén team per leeftijd en niet op het juiste niveau. Dat zorgde voor frustratie. “Als je wél kunt selecteren, gaat de kwaliteit omhoog. Bij de JO14 en JO15 kunnen we nu drie teams samenstellen, dat is een wereld van verschil.” Toch, was het allemaal niet zo makkelijk, als dat het nu klinkt. “We hebben de samenwerking langzaam opgebouwd, want het is best een grote stap. Het zijn twee clubs met een vergelijkbare cultuur, maar het ligt nog steeds gevoelig. Wat dat betreft leeft de nostalgie, zeker vroeger waren het gezonde rivalen.” ONDERZOEKEN Al is dat vooral generatiegericht, heeft Kant gemerkt. “Je ziet het langzaam verdwijnen, de lichting van tegenwoordig weet eigenlijk niet beter.” Wat betreft de jeugd dan tenminste. “Bij de senioren zijn we (nog) niet samen, dat is eigenlijk geen gewenste situatie natuurlijk. De JO19 is dat nu wel, maar vervolgens worden die jongens weer opgesplitst. Ieder bij hun ‘eigen’ club in het eerste of tweede.” Desondanks ziet Kant alleen maar voordelen, van het samenwerkingsverband met de buurman. “We kunnen de teams veel beter vullen en misschien nog wel belangrijker: leeftijden worden niet meer overgeslagen. Daardoor kunnen we iedereen op zijn of haar niveau laten voetballen en gaat uiteindelijk de kwaliteit omhoog.” En dus wordt er ook al een beetje verder over de toekomst nagedacht. “In veel dingen, zoals overleg over een energiecontract of het bestellen van kleding, trekken we al samen op. Tijdens de ledenvergadering wordt daar natuurlijk ook over gesproken; verder onderzoeken wat de mogelijkheden zijn. Ik ben zelf voorstander van een fusie, maar dat is nog lang geen beklonken zaak. Het is echt aan de leden!” Het logo is in ieder geval al ontworpen, lacht Kant. “Haha, voor de grap hebben we een gezamenlijk logo gemaakt, dat gebruiken we soms in groepsapps.” Maar met ieder voorlopig nog een eigen complex, een eigen tenue en twee verschillende logo’s, laat een echte fusie nog wel even op zich wachten. “Ooit zou het logisch zijn, maar dat kan nog jaren duren!” 0276974.pdf 1 11-11-2022 16:01:09 Foto: Jan Noorloos
RkJQdWJsaXNoZXIy ODM1NjU=