17 R O B E Y S P O R T S W E A R . C O M R O B E Y S P O R T S W E A R . C O M R O B E Y S P O R T S W E A R . C O M 0228381.indd 1 2-5-2019 13:57:11 0228381.indd 1 2-5-2019 ‘Het gaat ons om de betrokkenheid’ Toen het bestuur van Dussense Boys in het voorjaar van 2021 de ambitie uitsprak om een doorstart te maken met de Club van 100, staken Ad Valk, Gerrie van Biesen, Robert Buser, Wil Verbunt en John van Velthoven de koppen eens bij elkaar. Resultaat? Nieuw leven, 115 leden en steeds meer betrokkenheid. Aan het woord is secretaris John van Velthoven. Zelf weinig affiniteit met het spelletje, maar dus wel met de club. Wonend vlakbij het sportpark, sinds drie jaar gepensioneerd en bekend bij de vereniging. Dan weet je wat er gaat gebeuren. “De omgeving gaat aan je trekken, voor allerlei functies.” Hoewel de 67-jarige Van Velthoven zelf nooit binnen de lijnen stond, zag hij dat wel zitten. “Ik voelde de betrokkenheid om iets te doen voor het lokale gebeuren én Dussense Boys.” Hij legt uit waarom. “Het was gewoon jammer dat de Club van 100, opgericht in 1995, eind 2018 haar activiteiten moest stoppen. Die oud-bestuursleden hebben zich daar toen, net als wij nu, jarenlang keihard voor ingezet.” En een goed voorbeeld, doet volgen. “Toen was het aan ons om na te denken: Op welke praktische wijze kunnen we dat nieuw leven inblazen?” INNOVATIEF Daar wisten ze wel iets op. “Al snel kwam het idee op tafel om de Club van 100 direct als afdeling onder Dussense Boys te plaatsen, maar dan wel met een eigen verantwoordelijkheid als het gaat om het verwerven van donatiebijdragen en de besteding ervan.” En dat gaat goed, heel goed. “Al 115 leden, binnen een jaar. Dat is toch netjes? Natuurlijk willen we er nog wel wat meer bij, maar het gaat ons met name om de betrokkenheid ten opzichte van Dussense Boys.” Het doel, is eigenlijk best simpel. “Met de verschillende commissies en het bestuur, blijven we zoeken naar goede ideeën. Voor ons telt er maar één ding: het amateurvoetbal hier in ons dorp Dussen bevorderen. Het liefste met innovatieve dingen, echte toegevoegde waarde.” Want zo is Van Velthoven, die samen met de andere vier mannen het bestuur vormt, duidelijk: “Het geld is niet bedoeld om een eventueel begrotingstekort bij te spijkeren.” Waarvoor dan wel? “We hebben dit jaar geinvesteerd in een nieuw digitaal kassasysteem voor in de kantine en tijdens het jeugdkamp is er een freestyleshow met clinic verzorgd. We zijn niet van het standaard gebeuren.” Er gewoon zijn voor de club. “Van de zomer hebben we samen met vrijwilligers nieuwe dug-outs geplaatst en vier jeugdtrainers doen momenteel op onze kosten een KNVB-cursus.” SPRINGLEVEND Kortom, de afdeling die valt onder de paraplu van Dussense Boys, is weer springlevend. Ziet ook de secretaris van de Club van 100. “Het is vooral mensen vragen en uitleggen wat we doen. Met een nieuwsbrief of inschrijfformulieren. Zeker in deze tijd, is het enorm belangrijk om extra dingen voor elkaar te doen. En dan is geld natuurlijk van belang.” Want dat het goed gaat met de club, is een ding wat zeker is. “De vereniging heeft een moeilijke tijd gekend, maar is nu hartstikke gezond. Daar bouwen we op verder.” Van dat laatste, is dan ook geen woord gelogen. “Er staan nog de nodige investeringen op de planning in het kader van duurzaamheid. Denk daarbij aan het terugdringen van het energieverbruik, door het beter isoleren van de kantine of het vervangen van gasgestookte apparaten.” Toch valt of staat alles uiteindelijk met betrokkenheid, benadrukt hij. “We zijn trots op onze leden en alle enthousiaste vrijwilligers, die zich met onze voetbalclub verbonden voelen. Hun activiteiten zullen we blijven ondersteunen!” Na een paar seizoenen vol met fysieke ongemakken, is Wessel Westerlaken weer helemaal terug. En dus heeft de jongen van de club dit seizoen maar één doel voor ogen bij tweedeklasser GRC’14. “Mijn plekje verdienen én behouden!” Westerlaken knokt bij GRC’14 voor zijn plekje Want ondanks zijn pas negentien jaar, is de centrale verdediger alweer bezig aan zijn derde seizoen bij het vlaggenschip van de club. Niet zo gek ook, gezien zijn verleden. “Op mijn zesde begonnen bij Rijswijkse Boys, de hele jeugd doorlopen en toen na de fusie naar GRC. Ik heb het hier hartstikke goed naar mijn zin.” Zo goed, dat Westerlaken al op vijftienjarige leeftijd zijn debuut maakte tijdens een oefenwedstrijd. Heel bijzonder, zo vertelt hij. “Ik kom van het dorp, dat vinden de mensen leuk. Je kent iedereen, bent hier opgegroeid, dan voelt het als thuis komen. Er staat ook altijd veel publiek langs de lijn!” Een plek waar Westerlaken de afgelopen seizoenen zelf, zoals gezegd, ook iets te vaak heeft gestaan. “Vooral last van mijn enkel en lies. Dat duurde alles bij elkaar opgeteld toch wel meer dan een half jaar. Gelukkig ben ik nu weer helemaal fit.” ONMACHT En dus kan de focus weer naar het veld. Precies waar hij vroeger als klein jochie al van droomde. “Ik stond altijd langs de lijn. Het doel was toen natuurlijk om er zelf ooit te komen, dat is gelukt. Eigenlijk ook wel sneller dan verwacht, als ik eerlijk ben.” Want, zo memoreert Westerlaken. “Vanuit de ‘B’ maakte ik meteen de stap naar het eerste.” Een flinke, weet hij nog. “Voetballend en qua tempo, was het wel even wennen.” Helemaal vorig seizoen. “Ik zat veel op de bank, of was geblesseerd. Dus dat was niet leuk”, vertelt hij met gevoel voor understatement. “We degradeerden ook nog, dat was drama. Helemaal als jongen van de club, doet dat extra pijn.” Onmachtig keek de verdediger toe. “De laatste paar maanden was ik geblesseerd, dan kun je niks betekenen.” Vanaf de kant zag hij het dan ook mis gaan. “We streden al langer tegen degradatie, nu viel het dubbeltje een keer de verkeerde kant op.” En dus moet het dit seizoen in de tweede klasse helemaal anders, Westerlaken ziet het wel voor zich. “We hebben met Mark (Kroese) een nieuwe trainer en ook de groep is veranderd. Een stukje jonger, met jongens uit de jeugd.” De lat legt hij maar alvast lekker hoog. “We moeten wel bij de top vijf kunnen eindigen, vind ik.” Die uitspraak doet de Rijswijker niet voor niks, zo blijkt. “Het is best een groot verschil in kwaliteit met de eerste klasse. Als je daar een foutje maakte, was het meteen een goal. Dat is nu niet. Het baltempo ligt ook een stuk lager.” OVERTAL Behalve een plekje bij de eerste vijf, heeft Westerlaken nog een ander belangrijk doel voor dit seizoen. “Ik voel me nu topfit, heb alles in de basis gestaan, dus wil gewon mijn plekje veroveren. En winnen, geeft altijd een goed gevoel.” Al gaat dat natuurlijk niet vanzelf. “Eerst waren we een meer verdedigende ploeg, nu moeten we zelf het spel maken. Daar werken we hard aan.” Hijzelf ook. “In de jeugd speelde ik altijd als nummer tien, of op acht. Een harde werker en veel lopen. Maar bij het eerste begon ik als rechtsback, nu sta ik centraal.” Een fijne positie, zo vindt hij. “Ik moet het vooral hebben van mijn fysieke kracht, dus daar kan ik lekker duels spelen, ook in de lucht. Je hebt vanachter meer het overzicht, om iedereen te kunnen coachen.” Toch ziet Westerlaken ook bij zichzelf, nog de nodige ruimte voor verbetering. “Soms moet ik rustiger en zekerder zijn aan de bal. Wanneer neem je wel risico en wanneer kies je voor veiligheid?” Samen met zijn trainer, is de rechtspoot daar continu mee bezig. “Mark is heel fijn in de omgang, je kunt eigenlijk alles bij hem kwijt. Iemand met een duidelijke visie.” Wat is die visie? “Hij wil graag een overtal bij de bal, dus daar moet je als speler naartoe bewegen. Dan kun je ook makkelijker drukgeven, omdat je toch in de buurt bent.” Voorlopig blijft die samenwerking, wat hem betreft, dan ook nog wel even in stand. “Ervaring opdoen, een paar leuke seizoenen hebben en hopelijk terug naar die eerste klasse!”
RkJQdWJsaXNoZXIy ODM1NjU=