13 R O B E Y S P O R T S W E A R . C O M R O B E Y S P O R T S W E A R . C O M R O B E Y S P O R T S W E A R . C O M 0228381.indd 1 2-5-2019 13:57:11 0228381.indd 1 2-5-2019 ‘Ik ben bloedfanatiek, maar die jongens ook’ Zelf was hij fanatiek, maar zeker geen megatalent. Eigenlijk deed Herman Schouten het in de jeugd van Achilles Veen dan ook vooral voor de gezelligheid. Dus toen hij al op jonge leeftijd last kreeg van een ontsteking in zijn knie, moest en zou hij betrokken blijven. En als trainer van de JO10, lukt dat tot nu toe vrij aardig. Een slechte knie dus, maar wel een goede vriend met bijna vaderlijk advies. Schouten (42) moet al lachen als hij het vertelt. “Die zei tegen mij: Jij moet trainer worden! Je kan zelf niet voetballen, maar snapt het wel.” Zo gebeurde. “Eerst ben ik op mijn achttiende vanwege die ontsteking even gestopt met voetballen, toen werd ik al trainer. Later begon ik opnieuw.” GEDREVEN Die tweede periode is inmiddels alweer zo’n zes seizoenen oud, ondertussen bij de JO10 dus. “Bij mijn zoontje! Je begint bij de kabouters, dan rol je zo door.” Schouten, die ondertussen al bijna dertig jaar op de club komt, geniet iedere keer nog opnieuw. “Het enthousiasme van die kinderen, alles wat je ervoor terugkrijgt.” En vooral dat laatste, is een hoop. “We hebben echt een mooi groepje, uitzonderlijk goed. In de eerste klasse, daar zijn we wel trots op.” Maar zoiets komt natuurlijk niet vanzelf. “Ik ben bloedfanatiek, maar die jongens ook. Daardoor hebben ze zoveel plezier.” Een gedreven trainer dus. “Haha, misschien soms iets té.” Al blijkt juist die instelling, de perfecte leeromgeving. “Passen, dribbelen en plezier maken. Dat blijft de hoofdzaak. Spelenderwijs proberen we ze beter te maken. Te beginnen bij de basistechnieken van het voetbal.” Maar ook zonder bal wordt er hard gewerkt. “Bij Achilles hebben we een speciale looptrainer, voor oefeningen met loopladders.” En natuurlijk sluiten ze op maandag en woensdag vaak af met afwerken en partij, maar vooral dat laatste is nog wel een dingetje. “Het loopt altijd uit! Ze zijn zo fanatiek. Dat noemen we het Brabants kwartiertje.” PROFESSIONELER Heel gek is dat overigens ook niet, want over de trainingen wordt meer dan uitgebreid nagedacht. “We hebben iedere week wel even samen overleg, vooral met Gwen Vos (trainer JO16) en Daan van Dinter (Hoofd Jeugdopleiding). Hoe is het zaterdag gegaan? En met welke oefeningen kun je dat het beste trainen? Dat soort dingen.” Het staat symbool voor de ontwikkeling die de jeugdafdeling van Achilles Veen de laatste jaren heeft doorgemaakt. “Het is veel professioneler geworden, qua tenues of materialen. Maar ook de trainers zijn fanatieker geworden, als je ziet hoe ze bezig zijn. Veel oud-spelers die hun eigen drive over proberen te brengen, dat is mooi om te zien.” Die aanpak werpt dan ook zijn vruchten af, ziet Schouten. “Volgens mij is de jeugd nog nooit zo groot geweest. Dat is absoluut positief.” En dus is onderling communiceren belangrijker dan ooit, weet de inwoner van Veen. “Dat gaat al beter, maar ik zou het wel fijn vinden als we drie of vier keer per jaar bij elkaar zouden komen. Samen met alle trainers. Hoe doe jij dat, ik doe het zo. Dan krijg je volgens mij ook meer één lijn in de opleiding.” Want, zo denkt Schouten. “De neuzen moeten allemaal dezelfde kant opstaan, anders krijg je wrijving onderling. Dat is in een teamsport heel belangrijk.” De teamsport waar hij, net als vele anderen, zo ontzettend van houdt. “Zolang ze mijn hulp kunnen gebruiken, blijf ik het doen. Het is mijn clubje en ik ben te veel liefhebber...” Hij maakte afgelopen zomer de overstap van Madese Boys naar Achilles Veen, kwam van de tweede klasse terecht in de vierde divisie en veroverde binnen de kortste keren een basisplaats. Kortom, het nieuwe avontuur van Jens Verschuren bevalt hem tot nu toe prima. Verschuren boekt overwinning op zichzelf Een leuke groep, met veel nieuwe jongens en een flinke stap omhoog; De 21-jarige Verschuren heeft tijdens zijn eerste maanden in Veen maar weinig te klagen. “Het bevalt heel goed. Sportief gaat het beter dan verwacht. In het begin had ik wat moeite om aan te passen, vooral qua handelingssnelheid.” Maar al vrij vlug, eigenlijk na de voorbereiding, kreeg de aanvallende middenvelder de smaak te pakken. “Uiteindelijk ga je dan ook mee in het niveau. Ik had sowieso wel het vertrouwen dat ik het aan zou kunnen.” Aan zelfvertrouwen dus geen gebrek, maar Verschuren beseft één ding maar al te goed: “Er wordt nu een stuk meer van je gevraagd.” Op allerlei gebieden. “Vooral het tactische gedeelte was even zoeken. Hoe moet je lopen én op welk moment? Dat soort dingen moeten automatismen gaan worden, maar dat waren ze in eerste instantie natuurlijk nog niet.” LIEFHEBBER Heel gek is dat gezien zijn verleden ook niet. “Ik ben begonnen bij VCW in Wagenberg, daar ging ik op mijn zeventiende weg, naar Prinsenland. Dat was toen derde klasse.” Via Prinsenland kwam Verschuren vervolgens terecht bij Madese Boys, drie jaar later zit hij dus bij vierdedivisionist Achilles Veen. “Na een goed seizoen daar, had ik contact met Dennis (van der Steen), hij was eerst trainer bij Sliedrecht, zo kende hij mij. In de winter op gesprek, toen wist ik eigenlijk al dat ik zou gaan.” Want zijn ambitie is duidelijk. “Ik wil gewoon het hoogst mogelijke.” Voor nu is dat de ploeg in het groen met wit, geen onbekende voor de inwoner van Wagenberg. “Samen met mijn vader ben ik een echte voetballiefhebber, dus regelmatig gingen en gaan we ergens een wedstrijdje kijken. Niet alleen bij Achilles, maar bijvoorbeeld ook bij Kozakken Boys. Dan krijg je vanzelf een beeld van het niveau en de sfeer.” En dus was Verschuren ook in staat om voor het seizoen, al een duidelijk plan voor zichzelf te kunnen maken. “Zoveel mogelijk minuten, leren van de ervaren jongens en belangrijk zijn voor het team.” Bij zijn basisdebuut kwam hij tot scoren, de teller staat inmiddels op vier en dus moet de jongeling eigenlijk nieuwe doelen gaan stellen. “Het gaat veel sneller dan verwacht, ik voel dat ik aan het groeien ben.” MENTAAL Ook qua vertrouwen. “Bij ‘Made’ speelde ik altijd als creatieve middenvelder, maar het was lastig om dat hier ook te doen. Ik kon niet helemaal mijn eigen spel spelen, dat gaat dan in je hoofd zitten, daardoor had ik moeite met mezelf.” Inmiddels lijkt dat achter de rug. “Het belangrijkste wat ik heb geleerd, is toch wel het mentale.” Een overwinning op zich én op zichzelf. “Mentaal was ik altijd een beetje zwak. Kan ik het niveau aan? Is het een goede keuze geweest? Dat doort dingen. Daar denk ik nu niet meer over na.” En dus kan Verschuren zich nog meer gaan richten op het team, want ook daar zit nog voldoende ruimte voor verbetering. “Onze doelstelling was en blijft top vijf. De start was wat teleurstellend, met een nieuw team, dus wennen. Inmiddels gaat het beter, hopelijk zijn we die drempel over.” Als ‘nummer 10’ kan hij daar mede voor gaan zorgen. “Fysiek sterk, iemand met loopvermogen, een goed schot en creativiteit. Ik heb wel het gevoel voor die steekpass.” Maar Verschuren is nog jong en dus valt er ook voor hem nog genoeg te verbeteren. “Zeker op dit niveau, is het drukzetten heel belangrijk. Voetballen zonder bal, daar kan ik nog wel stappen in maken.” Helemaal als hij uiteindelijk die stap naar de echte top van het amateurvoetbal wil zetten. “Eerst hier ontwikkelen, veel leren en dan verder kijken. Stiekem hoop ik ooit op Kozakken Boys, alleen al voor die sfeer!” Foto: Gerald van Zanten
RkJQdWJsaXNoZXIy ODM1NjU=