VoetbalJournaal Altena voorjaar 2022

13 R O B E Y S P O R T S W E A R . C O M R O B E Y S P O R T S W E A R . C O M R O B E Y S P O R T S W E A R . C O M 0228381.indd 1 2-5-2019 13:57:11 0228381.indd 1 2-5-2019 Twee seizoenen lang vroegen de dames van Achilles Veen hem wekelijks of hij nu ze nu eindelijk toch eens training kwam geven. Uiteindelijk kon Naftali Sahusilawane niet anders dan toegeven en dus is hij inmiddels alweer bezig aan zijn derde jaar als trainer van het vlaggenschip. “Ik had het nog nooit gedaan, maar kon geen ‘nee’ meer zeggen.” ‘Dames willen precies weten waarom’ ‘Met veel plezier op en buiten het veld’ Want toen de 57-jarige Sahusilawane vijf seizoenen geleden begon bij Achilles Veen, had hij zelf misschien ook niet helemaal verwacht nu trainer te zijn van een damesteam. “Ik ging bewust naar een zaterdagclub, omdat ik op zondag graag naar Feyenoord ga. Het begon gewoon bij de ‘jongens’, maar we trainden tegelijk met de vrouwen.” En dus wisten ze hem iedere week opnieuw te vinden. “Wanneer kom je ons nou een keertje trainen, vroegen ze steeds. Ze waren super vriendelijk, dus waarom ook niet?” ONDERLINGE PLEZIER Sahusilawane zit sowieso prima op zijn plek bij Achilles Veen. “Het is een heel gezellig clubje, echt dorps. Bij de mannen zijn ze heel ambitieus, bij de dames is dat nog wat minder.” Daar ziet hij dus nog wel wat ruimte voor verbetering. “Er lopen best wat talentjes in de jeugd, maar die spelen gewoon bij de jongens. Dat is ook goed voor hun ontwikkeling. Alleen is er weinig aanwas, omdat het gat naar ons te groot is.” Ook voor Sahusilawane was het wel even wennen, moet hij bekennen. “Vooral qua tempo, maar ook de training. Jongens trainen veel meer fysiek.” Al is dat nog niet alles. “Dames willen alles weten. Vooral waarom ze iets moeten doen, jongens doen het gewoon. Maar als je hier ‘A’ zegt, moet je ook ‘B’ zeggen.” Toch geniet de trainer zichtbaar. “De saamhorigheid, het plezier onderling en de positieve acceptatie. Ze accepteren alles van elkaar en zijn echt een groep. Zeuren en mopperen doen ze nauwelijks, dat vind ik wel fijn.” Maar ook voetballend moet er natuurlijk wat geleerd worden, vertelt Sahusilawane. “We doen vooral veel passen. Bij sommige meiden merk je dat ze dat vroeger weinig hebben gedaan, terwijl anderen daarin weer verder zijn.” Ook partijtje is populair. “Ze zijn vaak nog toeschouwer, dan ben je te laat. Dat gaat echt steeds beter.” ENTHOUSIASME Toch waren de resultaten in de vierde klasse wisselvallig. “We hadden er vaak elke keer maar net genoeg. Volgend seizoen gaan we werken met een meer vaste groep. Dat zijn echt meiden die graag willen presteren.” Al staat plezier uiteraard altijd voorop. “Dan komen de resultaten als het goed is vanzelf. De kern blijft over, die vullen we aan met twee meiden van buiten het dorp. En we zoeken nog meer speelsters.” Al is dat niet gemakkelijk, weet Sahusilawane. “Al die dorpen zijn ook een beetje concurrenten van elkaar, die stappen niet zomaar over. Ik weet zeker, als je daar één damesteam van maakt, heb je echt een goede groep.” Zoiets gaat voorlopig niet gebeuren en dus blijven ze bij Achilles Veen hard hun best doen. “We proberen aanwas te krijgen, maar de kloof tussen de jeugd en ons is te groot. En vaak heb je te maken met vriendinnengroepen, die willen dan bij elkaar blijven. Dat soort meiden willen we stimuleren om toch met ons mee te trainen.” Aan zijn enthousiasme ligt het in ieder geval niet. “Op die manier gaan we het proberen aan te pakken!” Zelf voetballen is niet voor altijd. Als er iemand is die dat goed weet, is het Bas van Loon wel. De speler van Achilles Veen 2 raakte in zijn carrière drie keer zwaar geblesseerd aan zijn knie, kwam net zo vaak weer terug, maar staat volgend seizoen als trainer langs de lijn. En dat doet hij, bij zijn eigen team. Maar helemaal afscheid nemen van het spelletje, dat kan de 31-jarige Van Loon toch nog niet. “In eerste instantie ben ik trainer, maar als het nodig is kan ik spelen.” Een soort speler/trainer dus. “Ik word wat ouder, dus dit leek zowel de club alsmij een mooie stap. We denken allebei dat het prima te combineren is.” Je moet het ook niet spannender maken, dan dat het is, vindt hij. “De groep is het er ookmee eens. Er zullen zich soms best lastige situaties voordoen, maar dat is ook weer meteen de uitdaging.” ONDERVINDEN En die uitdaging gaat de oud-speler van het eerste, maar al te graag aan. “Je zult de dingen wat meer moeten managen. Mocht ik in het veld staan, dan sta je er echt dicht op, dan heb je volgens mij nog meer invloed. Het nadeel is dat je ook met randzaken bezig zal moeten zijn.” Van Loon, die ook in de jeugd van Willem II speelde, denkt dus al na over zijn toekomst. “Als voetballen straks niet meer lukt, wat dan? In het verleden ben ik jeugdtrainer geweest, dat vond ik hartstikke leuk. Dit is een mooie kans om te kijken of het echt bij me past.” Want, zo zegt hij zelf, dat weet je pas als je het ook echt doet. “Spelers beter maken en jonge gasten helpen. Vooral het groepsproces is interessant. Dat heb ik natuurlijk jaren als speler meegemaakt, maar als trainer kijk je daar weer heel anders naar.” Daar zit sowieso een groot verschil, beseft ook Van Loon. “Dan ben je bezig met de opkomst, maar ookmet wissels, daar moet je allemaal rekening mee houden.” Al kijkt de voormalig aanvoerder daar ook weer naar uit. “Ik ben eigenlijk al heel blij dat ik nog kan voetballen, maar stiekemwas ik hier in mijn hoofd al wel mee bezig. Zeker ook door mijn blessures. Nu wordt het vooral ondervinden, is het echt zo leuk? Pas dan ga ik ambities en doelen stellen.” EERLIJK EN DUIDELIJK Maar voor iemand die als voetballer altijd ging voor het hoogst haalbare, zal dat als trainer waarschijnlijk niet veel anders zijn. “Ons tweede is echt een mix van verschillende spelers. Jongens die op een hoog niveau hebben gespeeld, maar ook wat lager. Daar moeten we een team van gaan maken.” Plezier staat in ieder geval voorop. “Anders kun je ook niet presteren, dat moet echt samengaan.” Wat Van Loon precies voor trainer is, weet hij zelf ook nog niet helemaal. “In ieder geval eerlijk en duidelijk. Over de rest ga ik de komende weken verder nadenken. Hoe gaan we spelen? Hoe ga je dat dan trainen?” Na tien jaar bij de club, kent hij Achilles Veen inmiddels als geen ander. Maar als voetballer komt zijn einde steeds een beetje dichterbij. “Zeker met mijn verleden, dan houdt het een keer op. Ik verwacht dat ik het heel leuk ga vinden, dan sta ik vanzelf steeds minder op het veld.” De voorpret is in ieder geval alvast begonnen. “Samen met de groep naar iets toeleven, daar heb ik echt zin in. Het belangrijkste is dat ze met heel veel plezier naar de voetbal komen.” Want, zo luidt zijn motto: “Met veel plezier op en buiten het veld!” 2665.pdf 1 3-5-2021 10:47:49

RkJQdWJsaXNoZXIy ODM1NjU=