VoetbalJournaal Altena, najaar 2021

17 R O B E Y S P O R T S W E A R . C O M R O B E Y S P O R T S W E A R . C O M R O B E Y S P O R T S W E A R . C O M 0228381.indd 1 2-5-2019 13:57:11 0228381.indd 1 2-5-2019 Hij wordt door leden van de club betiteld als ‘Mister GRC’14’, maar Kees Bouman zou zichzelf nooit zo noemen. “Dat mogen anderen doen hoor. Ik doe wat ik kan voor de club omdat ik het leuk vind. De waardering in de vorm van zo’n titel is alleen maar mooi.” ‘Mister GRC’14’ Kees Bouman hoopt nog jaren door te gaan: “Ze zijn nog niet van me af” GIESSEN - Een aantal weken ge- leden werd Bou- man nog in het zonnetje gezet. De 76-jarige vi- ce-voorzitter van GRC’14 heeft de Gouden Speld gekregen na- mens de KNVB. “Ik zie het als een soort diploma. Tja, als je het op school niet kunt halen, kun je het dus altijd nog halen door je verdiensten in het amateur- voetbal”, grapt Bouman. Hij maakt er wel even een dol- letje van, maar Bouman is hart- stikke trots op de KNVB-on- derscheiding. “Natuurlijk, het streelt je ego. Ik voel de waar- dering, ben er blij mee en heel trots op. Maar ik snap niet heel goed waarom ik die onderschei- ding krijg, want er zijn zat men- sen die zo’n onderscheiding net zo goed als ik zouden mo- gen krijgen. Kijk alleen al naar al de vrijwilligers bij de ama- teurclubs. Zonder hen geen voetbal en zo is het echt.” De nu 76-jarige Bouman fun- geert als vice-voorzitter bij GRC’14 onder meer als hoofd technische zaken. Daarmee is Bouman nog altijd (mede) verantwoordelijk voor het aan- trekken van spelers. “Ik heb na- tuurlijk al de nodige jaren erva- ring in het amateurvoetbal en door de jaren heen leer je veel mensen kennen. Dat helpt met het vinden van spelers. Men- sen tippen me wel eens dat ik een bepaalde speler in de gaten moet houden, zo gaat dan dan. Is hartstikke leuk om te doen.” Een leven lang loopt de Braban- der al rond in het amateurvoet- bal. Eerst bij Sparta’30, maar al snel kwam Bouman bij Rijswijk- se Boys terecht. Na jaren fu- seerde de club uit Rijswijk met buurman VV Giessen. Bouman was 69 toen de fusie in 2014 rondkwam en GRC’14 geboren werd. Het duurde vervolgens niet lang voor de voormalig voorzit- ter van Rijswijkse Boys de nieu- we club had omarmd. “Ik had er weinig moeite mee eigenlijk”, zegt hij. “Waarom? Omdat de fu- sie beter was voor beide clubs. Als ik naar Rijswijkse Boys kijk toen, we hadden amper jeug- delftallen. Dat is juist de toe- komst van de club en dat ont- brak. Uiteindelijk hebben we nu redelijk wat elftallen, een gloed- nieuw sportpark en we zijn van plan om het niveau van de jeugd omhoog te halen door middel van een hoofd jeugdopleiding. Ambitie genoeg.” Bouman heeft er tijdens de fu- sie geen moment aan gedacht om te stoppen. “Het zou op zich niet gek zijn geweest, want ik was bijna 70. Maar ik zag wel dat het iets moois kon gaan wor- den.” De liefde voor het voetbal zorgt er voor dat Bouman nu nog altijd in het bestuur zit van de eersteklasser. “Het gaat nog allemaal goed. Ben nog wel van plan om even door te gaan. Be- langrijk is dat je bezig blijft, blijft praten met al die gasten en bo- venal: een biertje drinkt in de kantine. Ik maak me niet te druk en dan kun je zo nog wel even doorgaan. Als ik me zo voel, duurt het nog wel even voor ik stop. Daarna zou het mooi zijn als een echte jongen van de club mijn plek kan innemen. Maar dat zien we dan wel weer.” Hij is verreweg de oudste speler van het team, speelt samen met spelers die hij vroeger nog training gaf en denkt al vijf jaar aan stoppen. Maar telkens plakt GRC’14-spitsWilco van Rossemer nog een seizoen aan vast. Hij zoekt naar het antwoord waaromhij op zijn 38ste door weer en wind nog driedaags per week zijn kicksen aantrekt. “Een verslaving? Zo zou je het kunnen noemen.” ‘Oude rot’ van GRC’14 wil nog niet aan stoppen denken: “Het is verslavend” GIESSEN - Is het gek dat je als 38-jarige nog basisspeler bent bij een eerste- klasser? Ja en nee, vindt Van Ros- sem zelf. “Enerzijds zeker. Ik roep al jaren dat het misschien wel mooi geweest is voor mij. De jeugd moet het overnemen, zeg ik dan. Maar er is te weinig (goede) aanwas vanuit de jeugd om direct mee te doen in de eerste klasse. Anderzijds: ik doe schijnbaar toch zelf ook wel iets goed waardoor ik nog altijd op dit niveau speel. Anders had men bij de club allang gezegd: wordt het niet eens tijd om te stoppen? Maar dat heb ik nog niet gehoord hier.” Van Rossem erkent dat het mo- ment van stoppen steeds dichter- bij komt. Maar aan de andere kant: de spits van GRC’14 is zijn gehele loopbaan nagenoeg gevrijwaard van (spier)blessures en komt na elke training en wedstrijd nog altijd zonder spierpijn uit bed. En boven- dien: Van Rossem haalt er vooral nog heel veel plezier uit om op het veld te staan. Niet onbelangrijk. “Laatst speelden we de derby tegen Almkerk en we wonnen met 2-1. Ik scoorde beide goals. Heerlijk. Dan word ik de volgende morgen ook echt extra lekker wakker. Dan denk ik: stoppen? Nee echt niet.” Is voor hemvoetballen dan een verslaving? “Zo zou je het wel kunnen noemen, ja. In ieder geval is scoren voor mij een verslaving. Als je bijvoorbeeld in zo’n derby twee goals maakt, dat is zo’n lekker gevoel. Dat wil je alleen maar meer en vaker.” De gedachte om de voetbalschoe- nen aan de welbekende wilgen te hangen spookt al een aantal jaren door zijn hoofd. Telkens voelde hij zich in de zomer nog te goed om te stoppen. “En toen corona kwam vond ik dat absoluut geen geschikt moment om er mee te kappen”, zegt Van Rossem. Maar als het ooit zover komt, dan is het ook echt klaar. Van Rossem: “Ik ga niet op een lager niveau spelen. Daar ben ik veel te fanatiek voor. Dat is voor mij niet leuk, maar voor mijn team- genoten al helemaal niet. Het is al- les of niks voor mij. Stoppen is ook echt stoppen.” Het is een combinatie van ver- schillende factoren die ervoor zorgt dat de ‘oude rot’ nog zo- veel plezier uit het spelletje haalt. “Voetbal is er bij mij met de paple- pel ingegoten. Voetballen, dat doe ik gewoon zo graag. De wedstrijd- spanning van tevoren, het spelen van de wedstrijd, scoren en het biertje na afloop… Dat is het totale plaatje voor mij.” Net zoals de afgelopen vijf sei- zoenen denkt Van Rossem ook nu weer aan het beëindigen van zijn loopbaan. “Na dit jaar is het wel mooi geweest”, zegt hij nu. “Ten- minste, zo sta ik er nu in. Het is nog niet in beton gegoten, maar na dit seizoen mag de jeugd het dan toch wel gaan overnemen.” 0252670.pdf 1 11-10-2021 10:16:2

RkJQdWJsaXNoZXIy ODM1NjU=