VoetbalJournaal Lek & IJssel, najaar 2023

17 R RO ROB OBE YBE YSE YSP SPO POR OTR SRT TSW SWE WAE AER AR . C R . OC . COM OM M Op zoek naar een baan die bij je past? Spirit koestert en bewierookt zijn werkploeg De gerenoveerde bestuurskamer van VV Spirit is het pronkjuweeltje van de club. Met dank aan de onderhoudsploeg van de vereniging, die aanpassingen in de accommodatie mogelijk maakt om Spirit mee te laten groeien in de tijd. Na tien minuten koffietafelgesprek vindt Wiggert Hazebroek het welletjes en verlaat zijn plek. Dertig seconden later is het geluid van een boor hoorbaar. “Er moet wel gewerkt worden, hé”, zegt Huib van Olderen. ‘Wiggert kan wat lastig stilzitten.” De onderhoudsploeg deze dag – het is een donderdag – bestaat uit vijf personen. Alle klussen vinden vandaag binnen plaats, buiten regent het aan één stuk door. “De herfst komt eraan en dat zorgt voor extra werk”, zegt Nico van Duivendijk, coördinator van de werkploeg. “De velden liggen straks vol bladeren. Die moeten allemaal het veld af.” Dus stapt Van Duivendijk regelmatig op zijn trekker om de velden bladvrij te maken. “We hebben een prachtig groen sportpark”, vervolgt Van Olderen. “Maar de keerzijde daarvan is wel dat dat voor veel onderhoud zorgt. Al die heggen moeten wel gesnoeid worden. Langs veld drie en vier staan knotwilgen. Die moeten op zijn tijd ook geknot worden.” De leden van de onderhoudsploeg worden door Spirit gekoesterd en bewierookt en dat is niet zonder reden. Naast het reguliere werk – het schoonhouden van het complex, het bijhouden van het groen en het repareren van kapotte dingen – worden ze ingezet voor grote klussen. “Voor de club is het anders niet te betalen”, zegt Kees Burger. “Wij kosten een koppie koffie en af en toe een biertje.” Van Duivendijk knikt met zijn hoofd. “De club is enorm gegroeid. We hebben inmiddels twaalfhonderd leden. Daar moeten de faciliteiten ook op aangepast worden.” Zo kreeg Spirit een paar jaar geleden een nieuw kleedkamergedeelte. “Dat gebouw is casco neergezet, wij hebben het met elkaar afgewerkt”, reageert Van Olderen. En toen de kantine en keuken toe waren aan uitbreiding kwamen ook de rechterhanden van de werkploegleden van pas. “We hebben de entree van de kantine aangepast”, legt Van Olderen uit. “Hier ontstond vroeger een opstopping”, wijst hij naar de gang als je binnenkomt in het clubgebouw. De oud-loodgieter laat meteen zijn allernieuwste project zien. In een opslagruimte is hij bezig een extra douche te maken voor een scheidsrechter. Het is de opmaat naar de ‘nieuwe’ bestuurskamer van de club. Waar eerder een klein, hokkerig hok dienst deed als bestuurskamer is nu een ruimte gekomen die dubbel zo groot is. Met nieuw laminaat op de grond, verse geverfde wanden. “We hebben het tussenwandje eruit gehaald”, zegt Van Duivendijk. Hij en Van Olderen zijn vaak zes dagen per week op de club. Op doordeweekse dagen klussen ze er op los, op zaterdag houden ze een oogje in het zeilen en zorgen ze dat de velden klaar zijn om bespeeld te worden. “We zijn hier meestal tot een uur of één”, zegt Van Duivendijk. “Wat mijn vrouw ervan vindt? Die vindt het prima. Ze is erelid van de club. Die heeft nog meer tijd in Spirit gestoken dan ik heb gedaan.” Een inspectie volgt van het nieuwe kleedkamerdeel. In één de kleedkamers is een nieuwe verzorgruimte ingericht. In een kleedkamer is, op verzoek, een tactiekbord opgehangen. “We hebben inmiddels driehonderd meisjes en vrouwen voetballen. Dat betekent ook dat je als club aanpassingen moet doen. We hebben een aparte vrouwenvleugel waar de kleedkamers vanaf de binnenkant op slot gedaan kan worden.” Op maandag zijn alle leden van de onderhoudsploeg aanwezig. Van Olderen: “We moeten het hele park en de kleedkamers schoonmaken.” Van Duivendijk: “Ik snap niet dat mensen hun afval niet in de prullenbak gooien. Soms ligt het ernaast. Vaak is het na zaterdag een zwijnenstal.” En af en toe vinden ze op de raarste plekken dingen. Van Duivendijk: “Een jeugdspelertje was zijn voetbalschoenen kwijt. Bleken ze nog te staan op het veld. Ik heb geen idee of hij op zijn sokken naar de kleedkamer is gelopen. Zijn ouders belden of we ze gevonden hadden . Ik heb de schoenen op een veilige plek gezet.” De vrouwentak van Spirit is ‘booming’. Niet alleen in aantallen, maar ook in sportief opzicht. Met de aanstelling van Robert-Jan Snijders als bestuurslid vrouwenzaken wil de Ouderkerkse club het vrouwenvoetbal nog een duwtje extra geven. Spirit bouwt verder aan vrouwenbolwerk Het eerste vrouwenelftal van Spirit moet deze zaterdag vroeg uit de veren. Voor de uitwedstrijd tegen DSS in Haarlem staat de motor van de gehuurde bus al om kwart over negen voor het complex aan de Ouderkerkse Sportlaan te draaien. “We spelen vandaag al om kwart over twaalf. Dat is een vroegertje, want thuis spelen we altijd om kwart voor drie”, zegt Robert-Jan Snijders, die net als spelers en staf in de bus stapt. Met het hoger spelen is het aantal kilometers aan reistijd voor Spirit ook toegenomen. Club, spelers, staf en supporters vinden het geen probleem. “We pakken niet voor alle uitwedstrijden de bus, hoor”, vervolgt Snijders. “Voor de clubs in de buurt nemen we gewoon de auto. Alleen voor de verre uitwedstrijden komt de bus voorgereden.” Een wedstrijd spelen in Zeeuws-Vlaanderen, een paar seizoenen geleden was dat voor Spirit nog ondenkbaar. Het is de laatste jaren echter hard gegaan met de ontwikkeling van het eerste elftal en de opmars lijkt bovendien nog niet te zijn gestopt, afgaande op de jongste resultaten in de eerste klasse. Ooit begon Spirit in de vijfde klasse. En twee seizoenen geleden speelden de vrouwelijke kanaries nog in de derde klasse. “Eigenlijk gaat het harder dan we hadden verwacht”, zegt Snijders, wier dochter als centrale verdediger speelt in Spirit 1. “We zijn een jaar of tien geleden begonnen om de meisjes- en vrouwentak goed op te zetten. Dat betekent dat de meisjes die toen zeven, acht waren nu pas zeventien, achttien zijn. Daar moeten we dus nog de vruchten van plukken.” Het succes van Spirit heeft echter een grote aantrekkingskracht en de club spint daarbij ook garen van de samenwerking die het heeft met Excelsior. Jonge, talentvolle speelsters die om wat voor reden dan ook vertrekken bij het beloftenteam van de Rotterdamse eredivisieclub hebben Spirit in het vizier. “Hoe hoger je speelt hoe aantrekkelijker je wordt. Dat hebben we ook afgelopen zomer gezien. Na de promotie hebben we vier, vijf aanmeldingen gehad van speelsters die op een hoger niveau speelden. Als dat gebeurt, weet je dat dat een kwaliteitsinjectie is.” Snijders is door het bestuur als lid vrouwenzaken aangesteld om de vrouwen- en meisjestak nog meer in te bedden in de club. “Spirit heeft de meisjes- en vrouwentak al jaren geleden omarmd en dat is de reden ook dat we staan waar we nu staan”, zegt Snijders. “Het vrouwenvoetbal ontwikkelt zich en wij moeten als club daarin mee. We willen goede trainers hebben die gediplomeerd zijn. We willen ook dat de faciliteiten op orde zijn. We hebben onze plaats in de club intussen ruimschoots afgedwongen. We zijn met ruim 250 spelende meisjes en vrouwen.” Spirit wil zich blijven ontwikkelen en daarom ook heeft de club onlangs deelgenomen aan een programma van de KNVB om meer vrouwen in technische functies te krijgen. “Wij vinden dat belangrijk omdat de helft van onze bevolking vrouw is. We leiden de trainers op, voor de meisjes- en vrouwenteams, maar ook voor de jongens- en mannenteams.” Daarnaast kijkt Spirit ook over de grens. Sinds enige tijd zijn er contact met de Finse eredivisieploeg FC Kyuusi Lathi. Snijders: “Ze zijn een grote vereniging met meer dan twintig teams. Wij kunnen van ze leren, zij zijn geïnteresseerd in het Nederlandse opleidingsmodel. Alle beetjes helpen om een stap vooruit te zetten.”

RkJQdWJsaXNoZXIy ODM1NjU=