VoetbalJournaal Goeree-Overflakkee, voorjaar 2024

9 R RO ROB OBE YBE YSE YSP SPO POR OTR SRT TSW SWE WAE AER AR . C R . OC . COM OM M Na een seizoen waarin nacompetitie voor promotie werd gehaald, waren de verwachtingen dit jaar opnieuw toch wel hooggespannen. Maar voorlopig, weten ze die bij vijfdeklasser Melissant nog niet helemaal waar te maken, ziet ook verdediger Daniël Nagtegaal. “We hebben een paar keer het deksel op onze neus gekregen.” Melissant hoopt toch nog op een toetje En als dat te vaak gebeurt, sta je dus in de middenmoot. “Ons doel was eigenlijk wel weer een beetje om nacompetitie te halen. Het is nog steeds mogelijk, maar we hebben al te vaak niet gewonnen, terwijl het wel mogelijk was.” Waar dat aan ligt? De 22-jarige Nagtegaal heeft op zich wel een idee. “Dan gaan we te gretig voor de winst en krijgen we het deksel op onze neus.” Toch is er bij hem, weinig sprake van ontevredenheid. “Het kan beter, ook slechter. Niet echt tevreden, een beetje neutraal eigenlijk.” PITTIGE STAP Aan de sfeer, zal het bij Melissant dit seizoen in ieder geval niet liggen. “Ik voetbal hier al sinds de E’tjes. Geboren en getogen. Er is voor mij maar één club. Na al die jaar, heb ik het nog steeds goed naar mijn zin.” En dat is niet voor niks. “Het is een klein clubje, iedereen kent elkaar en maakt samen een praatje. Daarnaast hebben we gewoon een leuk elftal. Vol met vrienden.” Eentje waar Nagtegaal, student Masterconstructiemanagement aan de TU in Delft, maar wat graag onderdeel van uitmaakt. “Ik ben hier wel blijven wonen, dus af en toe is het een beetje haasten. Maar over het algemeen is het goed te doen en kan ik altijd trainen.” Trainingen die hij op zijn zeventiende, vlak na zijn overstap naar de senioren, meer dan prima kon gebruiken. “Het blijft een pittige stap. In het begin heb ik eerst een paar jaar bij het tweede gespeeld. Je moet echt wennen aan het niveau en een stukje kracht. Ook bij het tweede. De bal gaat sneller, de duels zijn harder en je hebt minder tijd.” Gelukkig gaat dat nu beter, vertelt Nagtegaal. “Verdedigend sta ik mijn mannetje! Een spits heeft tegen mij een zware middag, denk ik. Als voorstopper moet ik hem uitschakelen. Onze laatste man maakt het spelletje, ik sta er om te verdedigen. Dat is mijn kwaliteit.” Al zou hij zich, ook op dat andere vlak, nog graag verder willen ontwikkelen. “Voetballend meer mijn rol pakken. Dat is nog even schakelen, want soms gaat het echt snel.” MOOIE TOEKOMST Mocht dat lukken, kan er dit seizoen voor Melissant misschien nog wel een leuk toetje in zitten. “Ons doel is nacompetitie, kijken of dat mogelijk is. Dan speel je toch weer een paar leuke wedstrijden, dat hebben we vorig jaar natuurlijk nog meegemaakt.” Al komt dat niet vanzelf, weet Nagtegaal inmiddels. “We moeten nu echt resultaat uit bepaalde duels gaan halen. Alleen goed spelen, heb je niks aan. Constanter worden en punten pakken.” Met hem in ieder geval in de gelederen. “Ik wil gewoon hier blijven, heb niet de ambitie om naar een andere club te gaan.” Want, zo vertelt hij. “We gaan met Melissant echt een mooie toekomst tegemoet, dan is er toch geen reden om ergens anders te gaan kijken? Een jonge ploeg, met een paar oudere jongens. Er zit nog genoeg groei in deze groep.” En dus legt Nagtegaal de lat maar lekker hoog. “Binnen een aantal jaar, denk ik zeker dat we naar die vierde klasse moeten kunnen gaan!” WWW.GOEMAAT.NL 0289362.pdf 1 5-2-2024 10:45:26 De gang mag er dan een klein beetje uit zijn, genieten van voetbal doet Ad Buijs (64) wekelijks nog steeds. Want ook na ruim 30 jaar bij de veteranen van Melissant, is de fanatieke voetballiefhebber nog lang niet uitgespeeld. “We hebben een gezellige ploeg en voetbal blijft een prachtsport!” Voor Buijs blijft voetbal een prachtsport Een prachtsport die Buijs inmiddels al meer dan vijftig jaar vol passie beoefent. “In 1969 ben ik begonnen in Middelharnis, bij Flakkee.” Tot hij op zijn 24ste naar Melissant verhuisde. Al bleek de overschrijving, iets lastiger dan gedacht, lacht de voetballer. “De voorzitter van Melissant zou dat wel even regelen. Uiteindelijk deed de KNVB een beetje moeilijk en heeft het een half jaar geduurd.” Gelukkig heeft hij die verloren tijd, ondertussen ruimschoots goed gemaakt. “Ik zit alweer 30 jaar bij de veteranen. Mijn knie is niet zo soepel meer, dus soms neem ik een paar weken rust.” GEZELLIGHEID Toch doet Buijs dat naar eigen zeggen eigenlijk liever niet. “Proberen te winnen, die beleving en de sociale contacten. We hebben allemaal een goede band, zien elkaar ook op verjaardagen.” Al gaat het tegenwoordig anders, dan ‘vroeger’. “Mensen zeggen sneller af, toen was je er altijd. Zelfs 30 man is soms te weinig. Alleen als er een feestje is, dan zijn ze er allemaal, haha!” Aan de gezelligheid, doet dat bij de veteranen (35+) van Melissant echter niks af. “We bungelen van onder, maar hebben echt een gezellige ploeg, staan altijd voor elkaar klaar.” Ook binnen het veld. “De gang is er een beetje uit. We worden toch ouder én zwaarder. Ik ben ook niet zo snel meer.” Want dat was Buijs vroeger als ‘middenvoor’ en rechtsbuiten van het eerste dus wel. “En ik stond gelukkig vaak op het goede plekje. Dus heb dikwijls gescoord!” Toch was het natuurlijk niet alleen maar geluk, vertelt hij. “Je best doen, kunnen we allemaal. Daar hoef je geen ster voor te zijn. Dat is altijd mijn motto geweest.” En nu nog steeds. “Ik maak al een jaar of 35 de kleedkamers schoon. Daarnaast onderhoud ik ook de machines, zoals de tractor en de grasmaaier.” Eén ding is in zijn geval duidelijk: “Het is prachtig om op de voetbal te zijn. Op zaterdag en zondag. En soms op woensdag trainen.” Met hem als aanvoerder. “Ik bepaal de opstelling, of eigenlijk ‘de formule’. Zo noem ik dat. We hebben genoeg spelers nodig, met al die oude mannetjes.” ZINGEN EN SPRINGEN Want de hedendaags mentaliteit, is toch veranderd. “Vroeger hadden we vijf elftallen, toen had je veel minder andere dingen te doen. Stond je buiten op straat lekker te voetballen. Dat is nu over. Tegenwoordig hebben we er nog maar twee...” Maar het grootste verschil? “Je had geen mobieltje! Dan moest je naar de sigarenwinkel, om te kijken of je mee mocht doen.” Ook het regelen van trainingspakken, ging er in ‘zijn tijd’ heel anders aan toe. “Op mijn twintigste, kreeg ik mijn eerste tenue. Geregeld via het plaatselijke café.” Aan zijn eergevoel, veranderde dat bij Buijs echter niets. “Ik vond het altijd schitterend om in het eerste te voetballen. Net als nu met de veteranen. We zijn al een paar keer kampioen geworden, dat is toch mooi?” En sinds kort, kunnen dat soort prestaties ook uitbundig gevierd worden. “We hebben een JBL Box gekocht, staan we daar te zingen en te springen. Op Nederlandstalige muziek!” En dus hoopt Buijs, als fanatieke supporter van het eerste, ook daar nog eens een kampioenschap mee te maken. “Al wordt dat natuurlijk steeds moeilijker, als klein dorpje. Veel jongens gaan ergens anders spelen. Ze bouwen hier geen huizen en kinderen moeten toch ook naar school. Dat is jammer. Daarom vind ik het juist zo mooi als jongens van Melissant hier wel blijven voetballen!” Precies zoals hij al die jaren heeft gedaan. “Als het kan, blijf ik dat nog seizoenen doen. Maar dat hangt ook van mijn knie af. Het is nu toch vaak een pilletje of zwachteltje.” En een ICD-kastje om zijn hartritme in de gaten te houden. “Ik heb negen jaar geleden een hartstilstand gekregen, toen ik in de garage aan het werk was. Daar heb ik wel geluk mee gehad, dat ik nu nog gewoon lekker kan voetballen.” En een derde helft kan ‘spelen’. “We gaan echt wel om te winnen, maar die duurt vaak knap lang! Dan moet ik wel op het fietsje, als penningmeester van de pot...” Foto: Robbie Mijnders Foto: Eelco Versaevel

RkJQdWJsaXNoZXIy ODM1NjU=