VoetbalJournaal Goeree-Overflakkee, voorjaar 2024

13 R RO ROB OBE YBE YSE YSP SPO POR OTR SRT TSW SWE WAE AER AR . C R . OC . COM OM M Na een prima start van het seizoen, hadden ze bij SNS eigenlijk verwacht halverwege toch wel iets hoger te staan. Maar door een mindere fase vlak voor de winterstop, moet de vierdeklasser het doen met een plek in de middenmoot. En dus dreigt degradatie, weet ook Jari Jongejan. “Het zit toch in je achterhoofd.” Een wat wisselvallig seizoen, met hier en daar goede overwinningen, maar toch het gevoel dat er meer in zit. Manuel Legierse beleeft met vijfdeklasser OFB een grillig jaar. Toch staat de oefenmeester ook na de zomer in Ooltgensplaat voor de groep. “Die keuze was snel gemaakt!” ‘Er zit echt muziek in deze groep bij OFB’ Want na twee seizoenen bij de club die momenteel middenmoter is in de vijfde klasse, ziet Legierse (45) de toekomst helemaal zitten. “We hebben als OFB al laten zien dat er veel in deze groep zit.” Genoeg potentie vooral, vindt de trainer. “Eerst willen we naar die vierde klasse. En waarom dan over een paar jaar niet naar de derde?” Al komen dat soort prestaties natuurlijk niet vanzelf. “Je moet er wel hard voor werken én iets voor elkaar over hebben. Dan pas komt die potentie eruit. Dat besef is er steeds meer.” Bijvoorbeeld in een stukje ontlading. “Tegenstanders hadden dat na een overwinning of doelpunt vaak wel, dat heb ik bij ons als voorbeeld genoemd. Als groep maken we daar nu stappen in.” Potentie Tijd om dat te gaan vertalen naar overwinningen. En dus punten. “Het is een beetje een wisselvallig seizoen. Met goede overwinningen, maar er zat meer in. Alles zit nog dicht bij elkaar.” OFB heeft wat dat betreft nog te maken met een bepaalde grilligheid, merkt Legierse. “Dat is ook de leeftijd. Onze oudste speler is 23...” Het zorgt indirect natuurlijk voor een gebrek aan ervaring. “We beginnen vaak slap aan de wedstrijd, dan is het lastig om zoiets om te draaien.” Toch maakt de trainer zich allesbehalve zorgen. “Er zit echt muziek in deze groep! We kunnen hoger dan die vijfde klasse. Alleen moet je dan constanter worden. Want voorlopig staan we terecht op deze positie.” Zaak om daar de komende weken iets aan te veranderen. “In de eerste periode zijn we te snel afgehaakt, nu willen we écht langer meedoen!” Met een club waar Legierse zich sinds twee seizoenen helemaal thuis voelt. “Van origine ben ik een ‘FIOS-man’. Dus de wedstrijden tegen OFB, heb ik natuurlijk gezien. Op dat moment was ik gestopt als trainer en begon het toch wel weer te kriebelen.” Mede door het trainen van zijn dochter. “Ik stond op het veld met die meiden en dacht bij mezelf: dit heb ik toch wel enorm gemist. Gewoon ergens samen naartoe werken.” De voldoening halen uit het terugzien van bepaalde dingen, waar je doordeweeks tijd en energie insteekt. En dus was zijn sollicitatie bij de club uit Ooltgensplaat een welbewuste keuze. “Er stond een jonge groep met potentie. Leuke sfeer onderling, veel vrijwilligers én supporters.” Een typische dorpsclub. “Dat ben ik vanuit FIOS natuurlijk wel een beetje gewend. En ik zit er altijd lekker kort en direct op, dat past wel bij jonge gasten.” Aanwezig En ondanks dat Legierse bij OFB begon aan zijn eerste echte klus als hoofdtrainer, had de inwoner van Achthuizen maar weinig tijd nodig om te wennen. “Het is alleen wat meer keuzes maken. Daar moet je het met elkaar gewoon eerlijk en open over hebben.” Zodat je samen een goed team kunt zijn. “Op de training ben ik behoorlijk aanwezig in de coaching. Soms is er natuurlijk ruimte voor een dolletje, maar daarna moet de knop weer om. Ik verwacht wel dat er serieus getraind wordt.” Om dat dan op zaterdag tijdens de wedstrijd, terug te kunnen zien. “We staan compact en spelen dan graag vanuit de omschakeling. Op dit moment zijn we nog niet zo ver dat we tegenstanders onze wil op kunnen leggen. Dat is niks om je voor te schamen.” Toch moet die speelwijze, uiteindelijk tot een promotie gaan leiden. “Als het dit jaar niet lukt, willen we volgend seizoen zéker meedoen.” Met hem aan het roer. “Dat kwam eigenlijk vanuit de spelersgroep zelf! Die jongens wilden graag door. Zoiets is natuurlijk fijn om te horen.” En dus was de keuze voor Legierse, in het bezit van zijn UEFA C, snel gemaakt. “Ooit wil ik nog wel een stapje hoger en de cursus oppakken, maar wanneer dat is, zien we wel!” Foto: Ruud Vermeer Degradatie zit bij Jari Jongejan van SNS in zijn achterhoofd En dat terwijl ze bij de club uit Stad aan ‘t Haringvliet dus juist zo lekker aan het seizoen waren begonnen. “Tegen moeilijke tegenstanders, hebben we uitstekend gepresteerd. Daarna kregen we last van veel blessures en dus staan we er nu toch wat minder goed voor.” Al was de doelstelling vooraf vrij duidelijk: “Overleven! Dit jaar degraderen zes van de twaalf teams, dus ons doel was echt handhaven.” En gelukkig, kan dat natuurlijk nog steeds. “We maken ons er misschien een beetje zorgen om, het zit toch in je achterhoofd. Iedere wedstrijd is vanaf nu een zespuntenwedstrijd.” TELEURSTELLING Want als er iets is, wat de 21-jarige Jongejan met ‘zijn club’ niet wil, dan is het wel degraderen. De dorpeling speelt er namelijk al lang. “Ik heb in de jeugd, vanaf de F tot en met de D, altijd bij SNS gespeeld. Daarna ben ik naar De Jonge Spartaan gegaan, maar op mijn zeventiende kwam ik weer terug. Dat was altijd mijn plan!” Toch maakte hij dus, al was het kort, een uitstapje. “Om op een hoger niveau te gaan spelen. Maar veel van mijn vrienden zitten hier.” Het voelt voor Jongejan dan ook als een warm bad. “Het dorp is niet zo groot, dus iedereen kent elkaar. Het is gezellig en echt een soort vriendenclub. Je doet samen een biertje en alles kan of mag.” Ook als ze verliezen? “Dan is de sfeer heel even minder, tot we weer gaan trainen!” En dat is maar goed ook. “Ik hoop dat we de komende tijd punten gaan pakken. We willen echt allemaal in die vierde klasse blijven, al kunnen we ook zomaar degraderen. Zo realistisch moeten we zijn.” Geen schande, maar wel een grote teleurstelling, vertelt Jongejan. “Voor zo’n kleine club, met weinig jeugd. Zelfs ons tweede elftal heeft vaak te weinig man om te kunnen spelen. Dan is het best moeilijk om als vereniging overeind te blijven.” Een lastige situatie. “Ik ben fanatiek, wil winnen én zo hoog mogelijk spelen. Toch lukt dat niet altijd.” Ook niet op de training. “Normaal hebben we genoeg spelers om te trainen, een stuk of tien, twaalf. Maar als je dan een paar blessures hebt, blijven er soms nog maar acht over...” NOTITIES En dus moeten ze het bij SNS vooral op zaterdag, tijdens de wedstrijd, dan maar doen. “Vroeger was ik altijd linksbuiten, maar nu spelen we met twee spitsen. Ik ben de snelste van ons team, redelijk loopvermogen en een aardige dribbel. Rechtsbenig, dus ik kom graag vanaf links naar binnen.” Toch is de jongeling nog niet helemaal tevreden. “Ondanks dat ik nog vrij jong ben binnen het team, wil ik graag meer een leider worden. En mijn schot kan nog wel beter!” Gezien zijn doelpuntenproductie, ook niet zo gek. “Tot nu toe heb ik er één...” Al zit daar een verhaal achter, begint Jongejan te lachen. “Ik heb vooral op het middenveld gespeeld. Als ‘6 of als 10’. We scoren sowieso niet veel.” Toch houdt hij het allemaal bij. “In mijn notities, op mijn telefoon. Ik heb wel al vijf assists!” Om zijn doel te bereiken, moeten er echter nog wel een paar bij. “Voor het seizoen, wilde ik eigenlijk één goal of assist per wedstrijd. Nu hoop ik bij tien doelpunten betrokken te zijn.” En dat zal nodig zijn ook. “Ik wil een speler worden die SNS op sleeptouw kan nemen. Promotie naar de derde klasse zou leuk zijn, maar anders blijf ik gewoon voor de gezelligheid.” Want een stap hogerop is voor Jongejan, die lopend naar de club komt, voorlopig niet aan de orde. “Misschien als ooit die kans komt of het niet hier kan...”

RkJQdWJsaXNoZXIy ODM1NjU=