VoetbalJournaal Goeree, najaar 2023

‘Ik weet niet hoe het is om thuis te verliezen’ Een overstap maken, kampioen worden en promoveren naar de derde klasse. Er zijn slechtere manieren om bij je nieuwe club binnen te komen. Maar voor Nino Wielaard van Stellendam, is dat nog lang niet goed genoeg. “Stiekem hoop ik op een plek bij de eerste vijf!” Want van die roze wolk, komen ze in Stellendam voorlopig nog niet af. En wat wil je ook, na zo’n seizoen. “Onwerkelijk. Eentje om nooit te vergeten, dit had niemand verwacht. Als je dit aan het begin had gezegd, was je waarschijnlijk uitgelachen...” Toch kroonde de formatie van Robin en Dennis Bredius zich na 24 wedstrijden en een voorsprong van veertien punten tot overtuigende kampioen van de vierde klasse. “Voetballend én als team, waren we gewoon de beste!” ONDERHANDELINGEN En dat in zijn eerste seizoen bij de club. Een overgang die op een bijzondere manier tot stand kwam. “We speelden met Melissant tegen Stellendam en verloren pijnlijk met 5-1. Tijdens de wedstrijd, kwamen jongens al naar mij toe: Zit je hier nog wel goed?” Die ‘onderhandelingen’ gingen ook na het duel, vrolijk door. “Met een biertje: Kom eens praten Nino!” Een maand later werd ook zijn nummer doorgegeven en daarna ging het snel. “De ambitie van Stellendam stond mij gewoon aan. Een goede lichting, met veel kwaliteit. Met die nederlaag kregen we toen wel heel confronterend het deksel op de neus.” De 24-jarige Wielaard, die in het verleden ook nog het shirt droeg van De Jonge Spartaan, waagde uiteindelijk de sprong en is logischerwijs maar wat blij met zijn keuze. “Iedereen heeft hier een hart voor de club. Bij uitwedstrijden hebben we meer publiek, dan de thuisploeg zelf. Je voetbalt echt ergens voor, voor de mensen langs de lijn. Het is altijd gezellig en de sfeer zit er goed in.” Niet gek ook, als je maar één keer hebt verloren. “Ik weet niet eens hoe het is, om thuis te verliezen. Het is afwachten hoe het dan gaat natuurlijk.” Al was dat afgelopen seizoen, in het begin eigenlijk niet anders. “We gingen eerst voor de top vijf, toen een periode en later het kampioenschap.” Wanneer dat gevoel echt begon te komen? “Na een paar ‘gestolen’ overwinningen. Weinig tegenslagen en we bleven maar winnen. Het was héél lang wachten op onze eerste nederlaag.” TEGENSLAGEN Meer dan de terechte kampioen dus. “De relatie tussen spelers en trainers was heel goed, maar ook onderling. Hard werken en we gunnen elkaar alles.” Ook buiten het veld. Toch is dat niet wat hem het meeste is bijgebleven. “De speelstijl en de sfeer, daar haalde ik heel veel plezier uit. Na een doelpunt, al die kinderen die naar je toekomen of de complimenten die je krijgt. Dat is genieten.” Als jeugdtrainer van de JO13, is Wielaard in ieder geval goed geïntegreerd. Tijd voor nieuwe gezamenlijke successen. “We zijn zeker klaar voor een stapje hoger. Eerst handhaven, maar stiekem hoop ik op top vijf. Ik denk echt dat we onszelf zo hoog kunnen inschatten.” Al blijft de grootste vraag: “Hoe gaan we straks om met tegenslagen? Soms willen we nog wel eens gepikeerd op elkaar raken, juist omdat we het allemaal goed willen doen. Dat haalt sommige jongens uit hun spel. Als we beter willen worden, moet dat eruit.” En beter worden, wil de linksbuiten zelf ook altijd. “Eerst stond ik in de spits, tot dit seizoen. Ik vond het geweldig! Nu krijg ik meer ballen in de voeten, daar houd ik van. Acties maken en voorzetten geven.” Met een rendement in de dubbele cijfers, zien ook zijn statistieken er prima uit. “Ik kom graag naar binnen om te schieten. Wat kilootjes afgevallen, dus ook weer wat sneller.” Snel genoeg dus om te scoren of een assist te geven. Wat heeft hij liever? “Mijn visie is wat dat betreft wel een beetje bijgesteld. Nu haal ik ook veel voldoening uit een assist. Eigenlijk maakt het me geen fluit uit.” Als het maar voor Stellendam is, lacht de inwoner van Middelharnis. “Ik zit nu op mijn plek, dus ga echt niet zomaar weg. Mijn ambitie is vooral om zo hoog mogelijk te voetballen. De eerste klasse? Dat zou mooi zijn! Als ik ooit die kans krijg, ga ik er wel over nadenken. Maar eerst hier genieten. Of misschien zelfs afsluiten...” Een uitlaatklep, de gezellige sfeer en liefde voor het spelletje. Het is duidelijk dat Peter van den Doel als assistent-trainer helemaal op zijn plek zit bij vijfdeklasser Flakkee. Maar nu wordt het na een mindere periode, ook weer tijd om te gaan presteren. “Niet meer in de onderste regionen, we hopen op ietsje meer.” Van den Doel is de stille kracht van Flakkee 19 R O B E Y S P O R T S W E A R . C O M R O B E Y S P O R T S W E A R . C O M R O B E Y S P O R T S W E A R . C O M Sterker nog, op heel veel meer. Want na de achtste plaats van afgelopen seizoen, moet het dit jaar beter. “Het doel is, hebben we intern tegen elkaar gezegd, top drie.” En dus moeten er een aantal dingen anders. Weten ook Kees Breen en Rien Elvé, samen met Van den Doel onderdeel van de technische staf. “We hebben aan het einde een evaluatie gedaan, elkaar in de ogen gekeken en écht geluisterd naar de groep.” Wat daaruit kwam? “Vooral een stukje discipline. Op tijd komen, afmelden, wijze van trainen, tactiek en dat soort dingen.” Maar ook voor de trainers, waren er verbeterpunten. “Duidelijk zijn en zorgen dat de training vooraf klaar staat. Een beetje meer structuur.” LEUKE GROEP Het is voor de 53-jarige Van den Doel even wennen. “Vorig seizoen draaide ik dubbele diensten. Toen was ik ook nog leider bij het tweede.” Bij de club, die inmiddels toch een beetje als thuis is gaan voelen. “Tot mijn 30ste heb ik bij DBGC gevoetbald, die vereniging zit voor altijd in mijn hart. Daarna ben ik gestopt vanwege knieproblemen. Door huisje, boompje, beestje, kwam ik in Sommelsdijk en bij Flakkee terecht.” Met een voetballende zoon, laat de volgende stap zich raden. “Rond 2008 werd ik jeugdtrainer en leider, zoals dat vaak gaat.” Een stap, waar Van den Doel allesbehalve spijt van heeft. “Ik ben opgegroeid in een tijd, dat Flakkee op het eiland een nog grotere club was. Na een mindere periode heb ik de vereniging, ook qua sfeer, de laatste jaren weer zien groeien.” En dus, vertelt hij. “Juist daarom is dit zo leuk nu. Een jong team, ik heb denk ik nog nooit zo’n leuke groep gezien. Het is voor mij echt een uitlaatklep.” En dat begon allemaal, aan het begin van corona. “Kees stond er als trainer bij de selectie alleen voor, dus ik stelde voor om hem te helpen. Daar was hij heel blij mee. Zo ben ik er eigenlijk een beetje ingerold.” Helemaal toen ook de functie van leider vrijkwam bij het tweede. “Het is leuk om met de voetballerij bezig te zijn. Dat groepsproces, spelers beter zien worden, dat is leuk. Even een arm om een schouder.” RECHTERHAND Met zijn drieën verantwoordelijk voor de eerste selectie, heeft het trio een duidelijke rolverdeling. “Kees is de hoofdtrainer, geeft de trainingen, doet het praatje en het tactisch plan, ik ben meer op de achtergrond. Vooraf sparren, de warming-up begeleiden en de opstelling en wissels bespreken. En natuurlijk helpen bij de trainingen. Eigenlijk een soort rechterhand. Rien is onze ‘peoplemanager’, heeft oog voor de randzaken, zoals de tenues, koffie, het opvangen van scheidsrechters of het wel en wee van spelers “ Vanaf zijn zesde actief in het voetbalwereldje, zit Van den Doel helemaal op zijn plek. “Als je zelf niet meer kunt voetballen, ga je een alternatief zoeken. Het is een hobby, waarin je wordt meegezogen.” Maar ambities als hoofdtrainer, heeft de inwoner van Sommelsdijk absoluut niet. “Bij het tweede stond ik voor de groep, nu is mijn rol echt het zijn van assistent. Heb verder ook geen papieren.” En stiekem ook geen tijd. “Naast een drukke baan, werk ik nog als freelancer, docent in bedrijfsvoering.” Toch geeft de voetbal, hem meer dan voldoende energie. “Mijn eerste indruk? Qua kwantiteit zitten we dankzij het doorschuiven van de JO19 naar het tweede ruimer in ons jasje, nu moeten we de kwaliteit omhoog zien te krijgen. Met een jonge groep is dat veel trainen en ontwikkelen.” Stiekem hadden ze wel gehoopt, iets verder te zijn, is Van den Doel eerlijk. “De laatste jaren was het schipperen, om steeds maar genoeg spelers te hebben. Dat is inherent aan een kleine club. Dit seizoen hebben we meer keuze.” En dus hopelijk ook meer punten. “We zijn allemaal weer een jaartje verder. Soms moet je elkaar ook op dingen aan durven te spreken, daar moeten we nog stappen in maken. Maar dat gaat gebeuren!”

RkJQdWJsaXNoZXIy ODM1NjU=