15 R O B E Y S P O R T S W E A R . C O M R O B E Y S P O R T S W E A R . C O M R O B E Y S P O R T S W E A R . C O M ‘Toen wist ik dat het niet goed was’ In zijn derde jaar bij de club, staat doelman Sander van Reijn te trappelen om weer te beginnen. Want na de achtste plaats van vorig seizoen en een paar maanden blessureleed, mikt hij met derdeklasser Den Bommel dit keer op een meer vlekkeloze editie. “In het begin zit het nog in je hoofd.” Want een fijn begin van afgelopen seizoen, was het voor de 24-jarige Van Reijn met een serieuze knieblessure niet. “Eind augustus stopte ik tijdens een oefenwedstrijd een penalty, viel verkeerd en kon binnen twee minuten geen kracht meer op mijn knie zetten. Toen wist ik dat het niet goed was.” De doelman scheurde zijn meniscus en stond vervolgens een half jaar buitenspel. Een lastige periode, zo vertelt hij. “Pas na de winterstop kon ik weer meetrainen. Het is jammer om zoveel te moeten missen en langs de kant te staan, terwijl je nergens invloed op hebt...” AFSPRAKEN Invloed die Van Reijn natuurlijk liever wel had gehad. Want met een achtste plaats, waren ze bij Den Bommel toch niet helemaal gelukkig. “Op het einde ben je er tevreden mee, aan het begin had je er meer van verwacht. We wilden toch wel iets hoger eindigen in die middenmoot.” Dat lukte uiteindelijk niet, en dus moet de lat dit seizoen omhoog. “De trainingsopkomst moet beter en ook de algemene fitheid van de groep is wel een verbeterpuntje.” Duidelijke afspraken zijn in ieder geval alvast gemaakt. “Als je niet traint, dan zit je wissel.” Een logisch gevolg, vindt Van Reijn. “We hebben vorig jaar vaak genoeg tegen elkaar gezegd: als we nu gewoon met de volledige groep stonden, hadden we misschien wel een ander resultaat gehaald. Dat moeten we nu voorkomen.” In de hoop op een hogere klassering. “Er zijn wat spelers weg, dat wordt opgevangen met jeugd. Die kunnen het echt wel, maar ze moeten ook het vertrouwen krijgen. Dat doe je door wedstrijden te spelen.” Met hem tussen de palen. “Ik hoop allereerst natuurlijk vooral een heel seizoen fit te blijven. En vanuit daar goed te presteren.” Maar ook te blijven ontwikkelen, vertelt hij. “Van origine meer een lijnkeeper, eigenlijk al vanaf de jeugd. Ik ben niet heel lang, dus dan is het toch vaak: blijf maar in de buurt van je doel. Dat merk ik nog steeds, maar het wordt wel minder.” Ook aan de bal. “Zoveel mogelijk meevoetballen, zonder al te veel risico’s.” MOOI DOEL En dat doet Van Reijn dus voor het derde seizoen op rij bij Den Bommel. “Daarvoor speelde ik in de jeugd van Vlotbrug en bij Hellevoetsluis. Via-via kwam ik hier terecht. Ze zochten een keeper.” Spijt, heeft de goalie daar geen seconde van. “Bij Hellevoetsluis was ik tweede keeper, dus dan ga je nadenken: blijven of een uitstapje maken en ergens eerste keeper worden? Dat laatste heb ik toen gedaan.” Een goede keuze, zo blijkt achteraf. “Het is echt een gezellige kleine club. Een beetje ‘boers’, maar dat heeft ook zo zijn charme. Vanaf de eerste dag, voelde ik me meteen welkom.” En niet voor niks. “Het is altijd druk langs de lijn, veel supporters en iedereen blijft hangen.” Ook in het veld, is de sfeer prima. “We kunnen tijdens een wedstrijd alles tegen elkaar zeggen, daarna is het weer goed en gezellig.” Te vergelijken met Hellevoetsluis? “Eigenlijk wel! Daar is het alleen allemaal wat groter, serieuzer en misschien professioneler.” Weer helemaal fit en hersteld kijkt Van Reijn, die fan is van Feyenoord én Justin Bijlow, vol verwachting uit naar het nieuwe seizoen. “In de coaching kan het nog wel beter en ook met hoge ballen vanaf de zijkant ben ik soms nog wat te twijfelachtig.” Genoeg ruimte voor verbetering dus. En dat is maar goed ook. “Ik wil graag zo hoog mogelijk spelen, die ambitie is er zeker. Maar echt een specifiek doel, heb ik niet.” Toch mikt Van Reijn, woonachtig in Rotterdam, op minimaal de tweede klasse. Of een hereniging met oude liefde Hellevoetsluis. “Daar is het voor mij natuurlijk allemaal begonnen, dus dat heeft nog steeds ‘een plekje’. Als ze een eerste keeper zoeken, zou ik best terug willen. Dat is een mooi doel, toch?” Een goed begin, is het halve werk. Vlak voor de eerste training van het nieuwe seizoen geblesseerd raken, is dat duidelijk niet. Het gebeurde Bart Huibrechtse. De middenvelder van vierdeklasser FIOS ging bij het klussen door zijn rug en kampt nog wel even met de naweeën. “Het gaat gelukkig de goede kant op!” FIOS moet dit seizoen zijn rug rechten Gelukkig maar, want de 27-jarige inwoner van Achthuizen stond in de startblokken om weer te beginnen. “Het begon te kriebelen, ik was er wel echt aan toe.” Even een valse start dus, maar reden tot zorgen is dat voor Huibrechtse niet. Bij de vereniging die hij inmiddels zo goed kent. “Sinds ik kan lopen, kom ik bij FIOS. Op mijn vierde ben ik begonnen.” Elf jaar later, maakte hij als jongen van de club, al zijn debuut in het eerste. “En ik ben nooit meer weggeweest. Voor mij is dit een soort thuiskomen. De mensen achter de bar, een koffietje, de gezelligheid. Het is letterlijk een deel van mijn leven, hier ben ik opgegroeid. Net als ons hele gezin. FIOS hoort er gewoon bij.” TELEURSTELLEND Twijfelde hij dan nooit om weg te gaan? Jawel. “Een aantal seizoenen geleden, ik was 24, liep het niet. Jongens met kwaliteit vertrokken en ik begon toch ook zelf wel met denken. Uiteindelijk, na gesprekken met vrienden en de trainer, heb ik het niet gedaan. Voetballen met vrienden, gaf toch wel de doorslag. Het niet durven verlaten, van de club waar ik veel aan heb gehad”, vertelt Huibrechtse. “Het was een soort weegmoment. Maar spijt, heb ik absoluut niet.” Ook niet na een teleurstellend verlopen afgelopen seizoen. “Een elfde plaats... We gingen naar een andere competitie, meer richting Zeeland, even uit de sleur waar FIOS in zat. In ons hoofd, dachten we bovenin mee te kunnen doen. Dat hebben we nooit echt uitgesproken én viel dus ook vies tegen.” Een repeterend verhaal, volgens Huibrechtse. “Het valt al een paar jaar tegen. Heel even hebben we een piek gehad, maar dat gevoel is nu al een tijdje weg.” Waarom is het deze keer niet gelukt? “Blessures, opkomst en misschien ook sommige keuzes van de staf.” En dan kom je dus in een negatieve spiraal terecht. “Het viel wekelijks niet onze kant op. Dan krijg je vanzelf ook lullige doelpunten tegen.” Terwijl de voorbereiding, nog zoveel goede hoop gaf, herinnert hij. “Iedereen had er zin in, we gingen er met z’n allen voor en dachten echt: dit wordt een goed seizoen. Na een paar wedstrijden, hadden we wel in de gaten dat dat hem niet ging worden.” BOEL OPJUTTEN Even balen en weer door. Want, zo weet Huibrechtse uit ervaring inmiddels: “FIOS staat er altijd wel weer.” En, misschien belangrijker nog. “De gezelligheid was er altijd.” Tijd om dat gevoel vast te houden en mee te nemen naar het nieuwe seizoen. Onder leiding van Eelko van der Linde. “Teamgevoel én plezier, moeten weer op één staan. Als dat lukt, kunnen we leuk in de middenmoot spelen.” Toch, is Huibrechtse ook eerlijk en realistisch. “We hebben kwaliteit ingeleverd, dat is geen geheim. Onder meer mijn broer (Marijn) is vertrokken naar DVV’09, dat is voor ons een enorme aderlating. Een belangrijke speler.” Hoe ze dat op kunnen vangen? “Door een team te zijn. Als je dat bent, kun je overal meedoen. Iedereen moet met de neuzen dezelfde kant opstaan, daar moeten we voor zorgen.” Met hem als loper op het middenveld. “Iemand met diepgang, die graag voor de goal komt. Een werker voor de ploeg, veel strijdlust en de boel opjutten. Dat is mijn stijl.” Eén die uitstekend past bij FIOS. “Ik ben nu 27 jaar, ik ga hier niet meer weg.” Maar je bent nooit te oud, om te dromen. “Hopelijk ooit samen met mijn broer afsluiten in het eerste!”
RkJQdWJsaXNoZXIy ODM1NjU=