9 R O B E Y S P O R T S W E A R . C O M R O B E Y S P O R T S W E A R . C O M R O B E Y S P O R T S W E A R . C O M Wat voor Jeffrey van Es begon als een normale werkdag, eindigde eind oktober vorig jaar in een nachtmerrie. De voetballer van Melissant kreeg binnen anderhalf uur een complete uitval van zijn lichaam, belandde maanden in het ziekenhuis en lag twee dagen lang zelfs op sterven. Inmiddels krabbelt hij langzaam weer op. “De eerste dag thuis, komt die klap pas binnen...” ‘Bang dat je nooit meer kunt bewegen’ Een heftig, ontroerend, maar evenzo inspirerend verhaal. Vooral door de manier waarop de twintigjarige Van Es het rustig en nuchter vertelt. “Dat duurde ook wel even hoor, voordat ik dat kon.” Om alles zo goed mogelijk te kunnen begrijpen, beginnen we bij het begin. Zijn liefde voor Melissant. “Sinds mijn vierde, met mijn ouders mee en begonnen bij de kabouters. Vrienden in het team, gewoon de hele sfeer van de club.” Een biertje doen met de tegenstander, gezellig blijven hangen en wedstrijdjes spelen in het tweede. Mooi, al werd het nog mooier, voor de aanvaller. “Ik heb een paar wedstrijdjes in het eerste gespeeld, daar zat ik nog niet vast bij, maar dat zou wel graag willen! En dit seizoen vertrok een ‘concurrent’ uit één...” IN SLAAP Tijd om zijn kans te grijpen, zou je zeggen. Tot hij het, op die beruchte 25 oktober van vorig jaar, helemaal mis voelde gaan. “Ik was gewoon aan het werk en binnen anderhalf uur, kreeg ik een complete uitval. Van mijn schouders, zo naar beneden.” Van Es werd vervolgens met spoed vervoerd en opgenomen in het ziekenhuis. “Door een virus is een ontsteking in mijn ruggenmerg ontstaan, alleen weten ze niet wat, welke of hoe het daar is gekomen. Eigenlijk weten ze nog bijna niks.” Wat ze wel weten? “Dat het tegen mijn zenuwen heeft geduwd, waardoor mijn lichaam in slaap is gevallen. Het was geen verlamming.” Zware dagen en weken volgden. “Ik heb daarna twee weken niet kunnen bewegen en had 24 uur per dag een gevoel van tintelen.” Van Es lag uiteindelijk twee maanden in het ziekenhuis en ook daar voerde hij een strijd. Een zware strijd. “Ik was wel gewoon wakker en bij, maar mijn ademhaling was slecht. Daardoor lag ik twee dagen op sterven en dachten ze aan een kunstmatige coma.” Toch kozen ze daar uiteindelijk niet voor. “Ze wisten dan eigenlijk ook niet zo goed waar ze naar moesten zoeken, dus het risico was te groot.” De twintiger bleef zelf vechten om adem te halen en kreeg daarbij hulp van een therapeut. “Op die manier leerde ik om te ademen via mijn buik, dat lukte wel!” Dat doorzettingsvermogen is typerend voor Van Es. “Ik heb twee jaar geleden de knop omgezet, was juist heel sportief bezig. Letten op mijn voeding, naar de sportschool en natuurlijk voetballen. Op dat moment was ik overdreven fit.” En toch gebeurde het dus. “Ik had nog nooit ergens last van gehad...” ROLSTOEL EN ROLLATOR Na twee weken niet zelf kunnen bewegen, kwam zijn kracht langzaam weer een klein beetje terug. “Dat was echt nog heel minimaal. Ik moest opnieuw leren lopen, staan en een bal gooien. Mijn spieren waren natuurlijk enorm afgenomen.” En hoewel Van Es vooral veel lag te slapen, voelde hij wel de steun van zijn omgeving. “Trainers kwamen langs, teamgenoten deden videobellen en natuurlijk mijn familie!” Het gaf hem de kracht om niet op te geven en te blijven ‘knallen’, zoals hij zelf zegt. “Daardoor bleef ik positief. Heel het team heeft tijdens die periode met mij meegeleefd.” Een periode vol met hobbels, vertelt hij. “In het ziekenhuis zeiden ze letterlijk: Bloedtransfusie is ‘Plan A’, een ‘Plan B’ hebben we niet. Als dat niet aanslaat, weten we eigenlijk niet wat we moeten doen. Dan ben je echt bang dat je nooit meer kunt bewegen...” Gelukkig sloeg die bloedtransfusie wél aan en dus zet Van Es inmiddels weer stapjes richting een volledig herstel. “De afgelopen zes weken ben ik in het revalidatiecentrum geweest.” Dan, hoorbaar opgelucht: “Ik kan mezelf weer aankleden! Het gevoel in mijn benen en handen, komt langzaam weer terug.” Eenmaal thuis, kwam toch de klap. “Dat was een besefmoment... In het ziekenhuis leef je echt onder een steen, dan heb je niet door wat dit allemaal doet met je omgeving. Dat jongens op de club met tranen in hun ogen zitten.” Van een rolstoel, naar schuifelen met een rollator. Onwerkelijk voor een jongen van twintig. “Pas sinds kerst loop ik zonder. Eerst nog voorzichtig langs de muren, maar inmiddels loop ik bijna weer hetzelfde.” Mede dankzij ergotherapie, bezoekjes aan de fysio en de vele oefeningen thuis. “Met bepaalde klei of door ‘piano te spelen’, met mijn vingers op tafel. Allemaal om die fijne motoriek weer terug te krijgen.” GEEN TERUGVAL Het is een rollercoaster waar Van Es de afgelopen maanden in heeft gezeten, die nu langzaam tot stilstand begint te komen. “Nu besef ik pas: ik heb gewoon op sterven gelegen. Je bent op dat moment hele dagen bezig in het ziekenhuis, dan heb je helemaal geen tijd om daaraan te denken. Maar het is natuurlijk niet zomaar iets.” Toch begint nu, al is het nog minimaal, de zon weer een beetje te schijnen. “Het gaat nu allemaal goed.” Sterker nog, Van Es is ook alweer aan het werk. Als automonteur. “Eerst zou ik alleen de telefoon opnemen, maar inmiddels ben ik al weken gewoon weer in de ochtend aan het werk. Niemand had verwacht dat ik nu al zou kunnen lopen, laat staan werken.” Toch, blijft veel de komende tijd onzeker. “Ze hebben nog altijd geen idee wat ik nou heb, of eigenlijk had. Door die bloedspoeling is het virus of de ontsteking in ieder geval uit mijn ruggenmerg. Nu hopen ze gewoon allemaal voor me dat het zo blijft.” De eerste voortekenen zijn positief. “Het afbouwen van de medicijnen gaat goed, ik heb geen terugval gekregen.” En dus begint Van Es stiekem alweer een beetje te dromen. “Voorlopig heb ik de minste kracht in mijn benen en voeten. Ook mijn uithoudingsvermogen, vooral van mijn romp, is nog heel laag. Ik ben snel moe.” Intervaltraining bij de fysio, moet daarbij gaan helpen. “Heel hard lopen, of eigenlijk snelwandelen, hardlopen heb ik nog niet geprobeerd. Daarvoor heb ik nog te weinig stabiliteit.” Zijn doel? Zo snel mogelijk weer voetballen! “Mijn voetbalschoenen aantrekken, rondjes rond het veld rennen en een balletje passen, dat lijkt me nu al super! Er gewoon weer bij zijn...” DANKBAAR Hoe nuchter hij soms ook klinkt, emotioneel is het allemaal natuurlijk wel. “Ik denk dat het bij mijn eerste wedstrijd wel losbarst, dan komen de tranen. Ik zou zó graag weer op dat veld staan.” Maar voorlopig, is ook die terugkeer nog in nevelen gehuld. “Doordat ze niet weten wat het is, is het lastig in te schatten wanneer en hoe het gaat.” Fitter voelen, weer onder de mensen komen en de mensen van ‘zijn club’ vertellen hoe het met hem gaat. Van Es is, hoe gek dat ook klinkt, een dankbaar mens. “Als ik langer niet had kunnen bewegen, kwam het misschien wel nooit meer terug. Daar was ik op een gegeven moment het meeste bang voor. Nu ben je al blij, dat je de dood hebt overleefd...”
RkJQdWJsaXNoZXIy ODM1NjU=