VoetbalJournaal Goeree, voorjaar 2023

17 R O B E Y S P O R T S W E A R . C O M R O B E Y S P O R T S W E A R . C O M R O B E Y S P O R T S W E A R . C O M Jacco de Gast: Van Virgil van Dijk naar DBGC Hij voetbalde in de jeugd samen met Virgil van Dijk, mocht op stage bij Feyenoord, maar keerde vanwege een zware blessure weer terug naar Dinteloord. Tegenwoordig is Jacco de Gast (31) de defensieve leider van tweedeklasser DBGC, maar hoe anders had het kunnen lopen? “Net op het moment dat je begint te dromen...” Precies toen, ging het dus mis. De Gast, in de jeugd begonnen bij Dinteloord en op tienjarige leeftijd gescout door RBC, leek hard op weg naar het profvoetbal. “Dat was echt een mooie tijd en een hoog niveau. Selectie van de KNVB en uitgenodigd door Feyenoord.” Maar op dat moment glipte het uit zijn handen. “Ik raakte zwaar geblesseerd aan mijn meniscus en kruisbanden. Uiteindelijk heb ik er toen negen maanden uitgelegen, terwijl het er eigenlijk maar vijf zouden zijn.” Noodgedwongen keerde De Gast op zijn vijftiende terug op het oude nest. “En dat terwijl ik een half jaar voor mijn vertrek mee had mogen trainen in Rotterdam...” BESTE STAP Over zijn laatste maanden bij de club uit Roosendaal heeft de verdediger nog altijd een rare smaak in zijn mond, maar heel veel tijd om bij de pakken neer te zitten, had De Gast toentertijd niet. “Via Wim Nieuwland trainde ik al vrij snel mee bij het eerste van Dinteloord en maakte ik mijn debuut.” Hij vierde uiteindelijk onder meer een kampioenschap, maakte een kort uitstapje naar Kloetinge en bereikte in 2018 zijn dieptepunt. Zoals de routinier het zelf noemt. “Ik had er geen plezier meer in. Veel jongens die ik goed kende waren weg of al gestopt en ik voelde me daar steeds minder op mijn gemak. Ik dacht echt aan stoppen.” Maar ook toen was daar opnieuw Wim Nieuwland, op dat moment trainer van DBGC. “Kom het hier proberen, je kunt gewoon meerijden, zei hij. Wim vond het zonde als ik op zo’n jonge leeftijd al zou stoppen en met hem was ik altijd ‘close’ geweest.” De Gast besloot op de avances van zijn oud-trainer in te gaan en met succes. “Dat is de beste stap die ik kon zetten. Inmiddels zit ik hier voor het vijfde seizoen: het plezier is weer helemaal terug.” Een goede lichting, veel eigen jongens en een echte dorpsvereniging. De verdediger voelt zich helemaal thuis. “In Dinteloord begonnen ze langs de lijn ook steeds meer te ‘zeiken’, hier waarderen ze je. Dat is toch een stuk gezelliger.” Al helpt de stand daar natuurlijk wel aan mee, weet ook De Gast. “Ik had wel verwacht dat we voor de eerste vijf plekken mee konden doen, dus dit verbaast me niet. De basis is goed en in de breedte is er wat bij gekomen.” LIJNEN UITZETTEN Toch blijft de aanvoerder ook kritisch. “Het niveau van de tweede klasse is wel wat minder geworden. Vroeger ging je met knikkende knieën naar Arnemuiden (Zeeland), dat is nu een wezenlijk verschil. Al gaat die Zeeuwse mentaliteit er nooit uit, het blijft lastig daar.” Want, is de inwoner van Steenbergen meteen realistisch. “We hebben ook weer niet zoveel kwaliteit, dat we wedstrijden even met twee vingers in de neus winnen. Daarvoor zullen we toch allemaal altijd wel een bepaald niveau moeten halen.” En die lat, legt De Gast best hoog. “We zijn aan onze stand verplicht om bij die eerste vijf te eindigen. Dat stukje geloof moeten we ook hebben. Eerst was handhaven al goed, nu moeten we durven uitspreken dat je écht iets wil winnen.” Als laatste man en leider achterin, moet hij daar mede voor gaan zorgen. “Inschuiven in de as, dat is denk ik wel mijn grootste kwaliteit. En daarnaast lijnen uitzetten en de boel organiseren.” Voorlopig ziet hij zichzelf dat dan ook nog wel een paar jaar doen. Onder één voorwaarde. “Dat ik fit blijf. Dit seizoen heb ik er ook een week of tien uitgelegen door een scheurtje in mijn hamstring, dat hakt er flink in. Herstellen duurt sowieso steeds wat langer.” Maar als zijn lichaam het toelaat, kunnen ze in Oude-Tonge dus nog wel even genieten van De Gast. “Het plezier, enthousiasme én fanatisme is er nog steeds!” Hij begon zelf op tienjarige leeftijd met voetballen, doorliep de jeugdopleiding, speelde in het eerste en is nu actief voor de veteranen. En daarnaast is Vincent Breedveld ook nog trainer van de JO18. Kortom, de oud-speler voelt zich best wel thuis, bij Stellendam. “Het is echt een familieclub.” Breedveld is serieus met de jeugd bezig Maar dat niet alleen, begint de jeugdtrainer meteen met vertellen. “In het bestuur zitten heel wat jongens waar ik zelf mee heb gevoetbald, dat maakt het een plezier om hier rond te lopen.” Korte lijntjes, dingen snel kunnen realiseren en dus veel bekende gezichten, Breedveld heeft het als vrijwilliger prima naar zijn zin. “Ze vroegen een tijdje terug of ik bij de sponsorcommissie wilde helpen. Dat heb ik toen gedaan.” De reden is simpel. “Om iets terug te doen voor de vereniging. Ik heb hier zelf altijd kunnen voetballen, dan moet je daar nu ook bij helpen.” OP HET VELD Want uiteindelijk blijft een balletje trappen toch het leukste wat er is. “Momenteel speel ik bij de veteranen, maar daar hebben we eigenlijk te weinig mensen. Ik ben behoorlijk fanatiek, dus zou graag nog willen voetballen.” Het alternatief? “Meedoen bij het derde, alleen ben ik daar dan weer niet meer nodig. Daar hebben ze er juist te veel!” Een technische middenvelder, met oog voor de diepte. “Ik moest het hebben van mijn inzicht en passing, liever diep dan breed.” Precies dat, probeert hij nu als trainer zelf over te brengen. “Met drie kinderen bij Stellendam, krijg je dat al snel. Het begon als leider van mijn jongste zoon, tot de middelste ook ging voetballen. Toen wilde ik niet kiezen.” Dat wist Breedveld zo te houden, tot de JO18 dit seizoen zonder trainer kwam te zitten. “Bij de veteranen gaat langzaam de stekker eruit, ik heb toch tijd over. En helemaal stoppen, is niks voor mij.” Daardoor staat hij nu dus weer twee keer per week met veel plezier op het veld. “Om de club te helpen, mijn zoon te kunnen trainen en om toch ‘gedwongen’ te worden naar buiten te gaan. Anders valt toch ook mijn sport weg...” Het spelletje waar Breedveld, na al die jaren, nog steeds zoveel van houdt. En waar hij stiekem nog altijd best goed in is. “Je hebt al die teams doorlopen, dan zit er zoveel oefenstof in je hoofd. Gelukkig kan ik ook nog best aardig een balletje trappen of aannemen, dan kun je toch dingen voordoen.” EEN TEAM Toch geniet de fanatiekeling van één ding het allermeest: “Een team maken! En dat is aardig gelukt.” Want heel makkelijk was dat niet, is Breedveld eerlijk. “Ik doe het samen met twee vrienden en na een tijdje zeiden we tegen elkaar: waar zijn we aan begonnen? Er werd de afgelopen jaren minder serieus getraind en het ontbrak aan discipline. Dat er weer terug in proberen te brengen, zorgde voor enige weerstand.” Sterker nog. “Spelers besloten te stoppen, die hadden er eigenlijk al geen zin meer in. Toen begonnen we wel een beetje aan onszelf te twijfelen.” Toch hielden ze stug vol. “De groep is met hangen en wurgen overeind gebleven, nu hebben we dertien of veertien man, maar alle neuzen staan dezelfde kant op.” Een echt team. “Daar ben ik trots op! Ze tonen inzet, werklust voor elkaar en de opkomst is goed.” Hard werken, wordt dus beloond. “Het is een hobby, maar ik sta er ook voor hen. Dan verwacht ik wel iets terug. Op tijd zijn en afmelden, gewoon simpele regels.” Al moet er vooral natuurlijk ook goed getraind worden. “Qua techniek is er nog veel winst te behalen, daar hameren we op. Aannames, positiespelletjes, dat soort dingen.” En af en toe lopen. “Wel met bal, maar conditie is ontzettend belangrijk. Je moet fit zijn om te kunnen winnen. Dat was in het begin aftasten, nu hebben ze dat allemaal in de gaten.” Smaakt dit alles naar meer? “Ik heb nog steeds niet echt de ambitie om trainer te worden... Maar als ze doorgaan naar de JO19, ga ik denk ik toch maar mee!” N j f EEMAN P b o u w b e d r i j f Langeweg 58 3244 BH Nieuwe-Tonge T: 0187 665 048 E: info@peemanbouw.nl 0281793.pdf 1 23-2-2023 12:09:11 Foto: Bert Spits

RkJQdWJsaXNoZXIy ODM1NjU=