VoetbalJournaal Goeree, voorjaar 2023

15 R O B E Y S P O R T S W E A R . C O M R O B E Y S P O R T S W E A R . C O M R O B E Y S P O R T S W E A R . C O M ‘Ik merk dat ik ze nog steeds kan raken’ Kan ik nog wat met deze groep? Die vraag stelde Dennis van Gils zichzelf een paar maanden geleden toen de trainerscarrousel weer ging draaien. Want na vier seizoenen als eindverantwoordelijke bij derdeklasser Den Bommel, was het misschien wel een keer tijd voor iets nieuws. Het antwoord? “De spelers wilden heel graag door, dan zit het goed!” En dus gaat de 46-jarige Van Gils na dit jaar, gewoon op voor zijn vijfde seizoen aan sportpark De Kruus. Een flinke tijd. “Ik heb het enorm naar mijn zin, het is een leuke groep en er komt een berg jeugd aan. Als het goed zit, zit het goed.” En goed, zit het dus. “Spelers mochten zelf aangeven of ze door wilden gaan. Dat was bij 98% het geval...” Toch waakt de oefenmeester wel voor een stukje gewenning. “Als voetballer was ik zelf na een jaar of twee wel ‘klaar’ met de trainer, tijd voor vers bloed. Maar het moeten er hier ook geen tien worden natuurlijk.” INSPIRATIE Want dat is voor Van Gils, zeker na al die jaren bij dezelfde club, misschien nog wel de grootste uitdaging. “Hoe blijf je innovatief? Ik probeer echt mee te denken met de jeugd, in hun koppie te gaan zitten. Iedere training weer iets anders verzinnen.” En tot nu toe, lukt dat best aardig. “Laatst zei een speler: ‘Ik vind je een toffe gast, maar wel schijtirritant. Het lijkt dezelfde oefening, maar het is toch iedere keer anders. Juist daarom kom ik!’ Dat is toch de bedoeling?” De boel uitdagend houden dus. “Positiespelletjes met omschakelen, meer of minder drukzetten, daarin kun je veel doen. Maar ook in sprintvormen of handelingssnelheid. Alles is een wedstrijdje, willen winnen van elkaar.” Op het trainingskamp in Brugge werden voor Van Gils eigenlijk zijn laatste twijfels, voor zover hij die nog had, weggenomen. “Dan voer je gesprekjes met elkaar, toen merkte ik dat ik ze nog steeds kan raken.” Helemaal uit de lucht vallen doet die goede klik niet, want de trainer is bijna obsessief met het spelletje bezig. “Veel lezen, trainingen bekijken en dingen opzoeken. Dan pak ik iets van Guardiola of Klopp en koppel dat terug naar ons niveau. En als het niet lukt, is dat ook niet erg. Daar moet je niet bang voor zijn.” Zo blijft het ook voor hemzelf, iedere keer vernieuwend. “Inspiratie halen uit grote trainers, dat vind ik misschien nog wel het leukste!” AMBITIE Tekenend voor het fanatisme, is de uiteenzetting van zijn favoriete vorm. Geïnspireerd geraakt door een dagje meelopen met Andries Jonker, toen nog trainer van Telstar, de club waar hij zelf in de jeugd nog heeft gespeeld. “Een afwerkvorm, met een grote groep en drie keepers. Je ziet vaak dat spelers na een treurmoment, bijvoorbeeld het missen van een kans, niet omschakelen. In die oefening zit alles: Afwerken, het spel snel hervatten, terug sprinten en weer drukzetten op de bal!” Kortom, Van Gils doet er alles aan om Den Bommel in die derde klasse te houden. Want de inwoner van Nieuw-Beijerland weet hoe lastig dat is. “Het is maar een heel klein dorpje, dan is het knap dat je op dit niveau speelt. Maar er komt natuurlijk een moment dat het niet meer vol te houden is...” Voorlopig dus met hem aan het roer, al barst ook hijzelf van de ambitie. “Ik heb al eens geprobeerd om mijn UEFA A te halen, toen zat ik net niet bij de laatste 24, maar ik blijf het proberen!” Zonder dat zijn aandacht ook maar een beetje verslapt, want de club heeft inmiddels een speciaal plekje in zijn voetbalhart. “We moeten gewoon gas geven, dan kunnen we ergens boven in die middenmoot eindigen. Het zit dicht bij elkaar.” Al komt het natuurlijk, zoals met wel meer dingen, niet vanzelf. “Harder trainen, conditioneel moet het beter. Tegen bijvoorbeeld Bruse Boys hielden we het de laatste tien minuten niet meer vol.” Doseren, minder ruimtes weggeven en alert blijven. Dingen waar ze samen met hem de komende tijd nog wel even druk mee zullen zijn. “Het is een mooie club en ik heb het prima naar mijn zin, maar ooit is het tijd voor een nieuwe uitdaging!” Tweede aanvoerder en man van de toekomst. Bij de voetbalvolgers van vierdeklasser FIOS staat hij er in ieder geval al goed op. Maar hoe ziet Jurek van Bergen dat eigenlijk zelf? “Dat is wel een mooi compliment! Ik wil hier ook heel mijn leven blijven voetballen.” Het is vooral even overleven voor FIOS Een flinke belofte, maar niet eentje die uit de lucht komt vallen. Al ging de 25-jarige Van Bergen al een keer eerder ‘vreemd’. “In de C en B heb ik drie jaar bij DVV’09 gespeeld, voor de rest zat ik altijd bij FIOS.” Dat uitstapje heeft een goede reden en dus komt hij er, in dit geval dan, nog mee weg. “Mijn moeder komt daarvandaan, dus dan kan je bijna niet anders he, haha!” Dirksland beviel hem prima, toch begon er iets te knagen. “Ik ging mijn vrienden hier toch wel missen, helemaal toen ik in Rotterdam op school zat.” KEIHARD KNOKKEN Van Bergen keerde terug, kan weer lopend naar de club en viel eigenlijk meteen met zijn neus in de boter, vertelt hij. “Het is een gezellige club, iedereen kent elkaar en het is echt het centrum van ons dorp.” En van dat laatste, is geen woord gelogen, begint de verdediger te lachen. “Als je niet op voetbal zit, hoor je er eigenlijk niet echt bij...” Extra spelers kunnen ze bij FIOS sowieso best wel gebruiken. “Er zijn vijf jongens vertrokken, die missen we! Het is nu een vrij jonge ploeg, dat is wennen.” De resultaten vallen dan ook een beetje tegen. “We geven de doelpunten te makkelijk weg en scoren zelf moeilijk. Dan valt het een paar keer net niet onze kant op en kom je terecht in een negatieve spiraal.” Eén waar maar moeilijk uit te komen is, beseft Van Bergen zich. “Met zijn veertienen moeten we er gewoon keihard voor knokken, schouders eronder en gaan.” Al klinkt dat in het geval van FIOS eenvoudiger, dan het daadwerkelijk is. “Het is een kleine selectie, dat is gewoon een probleem. Vaak ga je dan schipperen met het tweede, dit seizoen is echt overleven. Maar eigenlijk is dat al een paar jaar zo.” En dus maakt de tweede aanvoerder zich af en toe best een beetje zorgen. “Het is een klein dorp, we hebben weinig leden en er is geen aanwas van de jeugd. Dan speelt het wel eens in je hoofd...” Uiteindelijk zit er maar één ding op: “De selectie bij elkaar proberen te houden. Een oud-trainer van ons is daar druk mee bezig, die heeft veel connecties. Bellen, spelers regelen.” STUGGE PLOEGEN Want zonder spelers, is presteren natuurlijk lastig. Merken ze ook dit seizoen in Achthuizen. “Het doel was top vijf, maar dat zit er niet meer in. Dat durf ik wel te zeggen. Nu is het gewoon knokken om boven die middenmoot te komen. In de vierde klasse moet je gewoon strijden.” Toch leek het aanvankelijk een heel mooi jaar te gaan worden, blikt Van Bergen vol weemoed terug. “In de voorbereiding wonnen we nog alles.” Waar ging het dan mis? “Misschien hebben we de competitie een beetje onderschat. Onbekend en lager dan eerst, dachten we. Maar het zijn allemaal stugge ploegen, die trekken hun poot niet terug. Dat mis ik soms wel bij ons.” Want alleen dan, kan het weer een keer de kant van FIOS opvallen. Aan trainer John van Leeuwen ligt het volgens Van Bergen in ieder geval niet. “Een gouden vent, gezellig en leuk!” Ook zijn eigen inzet staat niet ter discussie. “Een voetballende laatste man én keihard erin, tot het laatste gaatje. Ik moet het wel hebben van de duels, houd van lekker fysiek. Een mooi sliding, is beter dan een mooie goal.” Die slidings maakt de inwoner van Achthuizen de rest van zijn leven vol passie voor FIOS. Tenminste. “Als ze dan nog bestaan...” Foto: Piet Bakelaar

RkJQdWJsaXNoZXIy ODM1NjU=