VoetbalJournaal Goeree, voorjaar 2023

13 R O B E Y S P O R T S W E A R . C O M R O B E Y S P O R T S W E A R . C O M R O B E Y S P O R T S W E A R . C O M • Pony- en paardrijlessen • Vrijrijden • Pensionstalling • Verjaardagsfeestjes • Ruiterkampen • Vergaderruimte • Horeca • Hippische evenementen Oostmoersedijk 2a | Stad aan ’t Haringvliet | Tel. 0187-611242 | www.manegeoostmoer.nl 0273878.pdf 1 30-1-2023 14:33:21 ‘De rek is er na drie jaar wel een beetje uit’ Aan het einde van dit seizoen komt er een einde aan het huwelijk tussen vierdeklasser SNS en Eelko van der Linde. De trainer én club vinden het na een samenwerking van drie jaar mooi geweest. “De rek is er wel een beetje uit, dat gevoel heb ik...” En dat gevoel komt niet helemaal uit de lucht vallen, is de 46-jarige Van der Linde eerlijk. “Als voetballer vond ik dat zelf ook: een trainer moet na een jaar of drie weer weg. Dan ben je op elkaar uitgekeken en is het wel genoeg.” Heel lastig was de keuze dan ook niet. “Moet ik dan nu schijnheilig gaan doen en toch blijven? Dit is voor allebei de partijen beter. Een frisse wind, voor club en spelers.” Maar voordat het zover is, wil Van der Linde natuurlijk eerst op een mooie manier afscheid nemen. Van een bijzondere periode uit zijn trainerscarrière. “Ik was hartstikke blij toen SNS een aantal seizoenen geleden contact opnam. Een club die me altijd al aan stond, qua beleving en supporters. De klik was er meteen.” LASTIG De inwoner van Middelharnis, op dat moment nog trainer van het tweede van DVV’09, had dan ook weinig tijd om na te denken nodig. Maar heel gemakkelijk was zijn start in Stad aan ‘t Haringvliet vervolgens niet. “Het eerste jaar kwam corona en mochten we alleen maar trainen... Dat was soms best wel lastig.” Lastig was ook zijn tweede seizoen, alleen om een heel andere reden. “We begonnen geweldig, stonden volgens mij een tijdje derde, toen kwam de klad erin. Blessures, mensen die moesten werken, afmeldingen.” Dat laatste was sowieso iets waar de hoofdcoach aan moest wennen. “Spelers zeggen steeds makkelijker af, daar heb je als trainer nu eenmaal mee te maken.” Ondanks dat alles, kijkt de oefenmeester met een tevreden gevoel terug op zijn tijd in het zwart met wit. “Eigenlijk is, wat ik had verwacht, allemaal wel uitgekomen. Spelers, bestuur en club, daar heb ik van genoten.” Al blijft Van der Linde, fanatiek als hij is, ook in zijn laatste maanden kritisch. Want met een plek in de onderste regionen van de vierde klasse, vallen de prestaties tegen. “We hebben geprobeerd om er meer voetbal in te krijgen, daardoor ga je soms ook schuiven met poppetjes. Dan zijn resultaten zó belangrijk, nu zit het even tegen.” Toch maakt de trainer zich niet al te veel zorgen. “Het blijft wel echt één groep, na iedere wedstrijd of training. Dat is heel positief.” SPELEND LID En dus blijft Van der Linde vol vertrouwen. “We hopen nu gewoon snel puntjes te pakken, dan wordt de sfeer nóg beter. Uiteindelijk kunnen we dan gewoon nog zevende worden, als iedereen fit en gemotiveerd is.” Al is de situatie misschien zorgelijker, dan hij in eerste instantie wil doen geloven. “We zitten, mede door veel blessures, gewoon krap in de mensen. Mijn assistent en ik, zijn nu spelend lid. Dat zegt genoeg.” Alles om de club op een goede manier achter te laten, want Van der Linde is stiekem een klein beetje van SNS gaan houden. “De warmte, de gemoedelijkheid. Vooral dat laatste is echt een pluspunt. Als je hier iets vraagt, wordt het voor je geregeld. Ik ben gewoon heel blij dat ik deze kans heb gekregen.” Over zijn echte afscheid, wil hij dan ook eigenlijk nog niet al te veel nadenken. “Ik ga vooral de gezelligheid missen. Even een praatje hier of een dolletje daar.” Een gezellige tijd dus, maar ook één waar Van der Linde veel van heeft geleerd. “Ik ben een rustige trainer, misschien soms wel iets té, je moet ook harder kunnen zijn.” Of hij dat streven volgend seizoen ergens in de praktijk kan brengen, is voorlopig nog maar de vraag. “Een jaartje vrij is niet erg. Dan stap ik op het fietsje en ga ik lekker wedstrijdjes kijken in de buurt. Ook bij SNS!” Toen hij vroeger als klein jochie langs de lijn stond te kijken bij het eerste van OFB, droomde Xander Bom eigenlijk maar van één ding: om daar ooit op een dag zelf ook te staan. Inmiddels is hem dat gelukt, maar een beetje gek blijft dat voor hem toch nog altijd wel. “Nu kijkt de jeugd tegen mij op...” Nu kijkt de jeugd van OFB tegen hém op Op vijfjarige leeftijd begonnen in de jeugd en niet meer weggegaan. Voor de zeventienjarige Bom een logisch gevolg. “Ik wilde ook nooit ergens anders heen eigenlijk, waarom zou je dat willen? Al mijn vrienden zitten hier.” Want, zo weet de middenvelder als geen ander. “Met je eigen club winnen, die sfeer dan in de kleedkamer, is het mooiste wat er is. Als het goed gaat, is dat geweldig. Het is ook echt gewoon een vriendenteam.” Een vriendenteam in Ooltgensplaat waar Bom sinds een aantal seizoenen onderdeel van uitmaakt. Ondanks zijn nog jonge leeftijd dus. “Op mijn vijftiende, nog spelend in de JO19, maakte ik al mijn debuut bij het eerste. Ze hadden veel blessures, dus kreeg ik de kans.” SPORTLIEFHEBBER Sinds vorig seizoen behoort hij ook echt tot de vaste selectie van het vlaggenschip, die omschakeling was even wennen voor hem. “Ik ben zelf niet heel groot, dus daar moet je wel mee om leren gaan. Het is fysiek, het gaat sneller en overal zit veel meer tactiek achter.” Zijn start bij de vijfdeklasser ging dan ook niet vanzelf, vertelt Bom eerlijk. “Ik had het druk met school en dan kwam ook trainen er nog bij, dat leverde veel blessures op.” En dat niet alleen. “Tijdens een wedstrijd was ik na 80 minuten helemaal kapot. Dan keek ik soms op het scorebord, was het nog een halfuur...” Zijn lichaam laat de jongeling sowieso wel vaker in de steek. “In de jeugd heb ik veel last gehad van mijn knieën, groeipijnen. En later kreeg ik ook nog een blessure aan mijn knieholte, dus mijn knie is wel echt een zwakke plek.” En dat terwijl de tiener een sportliefhebber pur sang is. Ook buiten het veld. “Ik zit op het CIOS in Goes, dus daar ben ik ook continu bezig met sport.” Veel reizen, maar dat maakt de fanatiekeling niks uit. “Meer dan een uur, lekker relaxed in het busje, oortjes in.” Want op die sportopleiding, leert de ‘echte nummer zes’ van alles, vertelt hij. “Het is heel breed. Ik ga nu mijn trainerspapieren halen, maar je moet ook gymles op basisscholen geven. Dat vind ik echt leuk!” Toch weet hij stiekem al wat het later moet gaan worden. “Sportmasseur of fysiotherapeut, die richting zou ik wel graag op willen.” TANDJE BIJ Al is dat een ‘zorg’ voor later, eerst moet er óp het veld gepresteerd worden. “Ik ben niet zo snel, maar wel fel in de duels. Dat blijft toch het lekkerste, er keihard in kleunen. Zelf moet ik het meer hebben van techniek dan van kracht.” Ook mentaal zit het bij Bom voorlopig wel goed. “Het is verschrikkelijk om op de bank te zitten, dan denk ik echt bij mezelf: er moet een tandje bij! Dat gebeurt niet al te vaak gelukkig.” Mede aan hem om te zorgen voor een stijging op de ranglijst, want die plek in de middenmoot valt een beetje tegen. “We spelen nu in een nieuwe competitie, een beetje regio Rotterdam. Soms kom je bij verenigingen, dan schrik je... Op het eiland kende je natuurlijk iedereen. Hier lopen een paar goede voetballers en verder is het vooral heel fysiek, ze geven nergens om.” Een spelletje dat OFB niet per se heel goed ligt, denkt Bom. “We zijn best een jong team, één iemand is 25, de rest is jonger. Toch moeten we dan niet bang zijn.” Als jeugdtrainer van de JO15, kan hij het weten. “Ik wilde altijd al coach worden. Je ziet ze ontwikkelen, dat vind ik gaaf.” Ook zelf probeert hij dat te blijven doen, bijvoorbeeld door te praten met zijn eigen trainer. “Daar leer je dan ook weer nieuwe dingen van. En volgend jaar hoop ik mijn UEFA C te halen.” Toch, wil hij natuurlijk zelf zo lang mogelijk blijven voetballen. “Het is hier geweldig, helemaal als het lekker gaat. Maar ook in slechte tijden moet je blijven, anders ben je geen echte voetballer!”

RkJQdWJsaXNoZXIy ODM1NjU=