VoetbalJournaal Bommelerwaard, najaar 2020

5 Het is een opvallende naam dit seizoen in het shirt van RKVSC: Raoel Noijen (24). Hij liep twaalf jaar rond in eerst de jeugdopleiding van Willem II en later FC Den Bosch, speelde voor Jong Oranje in de zaal en voetbalde de afgelopen jaren voor vijf verschillende veldvoetbalclubs in Den Bosch en omgeving. Hij neemt nu wat gas terug om in de vijfde klasse te gaan voetballen met broer Joeri en neef Peter. Raoel Noijen is een makkelijke prater. Hij ver- telt zijn verhaal in geuren en kleuren, aan ie- dereen die een luisterend oor biedt. Over hoe hij als broekie bij Maliskamp de keus kreeg tussen Willem II, FC Den Bosch en RKC. “Ik ging voor Willem II, die club had toen de beste op- leiding van Nederland.” Twee jaar later keerde hij toch weer terug naar ‘zijn’ Den Bosch, om voor de plaatselijke FC te gaan spelen. “Een stuk dichterbij, ook fijn voor mijn vader die dagelijks met mij naar Tilburg moest rijden.” Tien jaar lang speelde hij voor de Bossche profclub, tot in de toenmalige A1, tegenwoordig de JO19-1. Toen moest hij weg. “Ik klikte niet met de trainer, ver- Raoel Noijen bij RKVSC: ‘Hard werken wordt beloond’ volgens heb ik het zelf af laten weten qua mentaliteit.” Pijnlijk. “Je hebt alles gegeven voor je voetbaldroom, maar krijgt dan toch de deksel op je neus.” OJC Via zijn netwerk kwam hij in de A1 van OJC Rosmalen terecht. “Edwin Smulders was de trai- ner en belde me op, ik kende hem nog van FC Den Bosch. Ik wilde vooral het plezier te- rugvinden en dat lukte onder hem. Ik merkte hoe belangrijk een trainer voor mij kan zijn. We speelden ook nog op een aardig niveau, in de Tweede of Derde Divisie.” Na dat seizoen moest hij over naar de seni- oren. Bij OJC was het gebrui- kelijk om een tussenstap te zetten in een beloftenteam. Noijen voelde zich echter klaar voor een eerste elftal. Roda DSC Kerkdriel is waarschijnlijk de enige derdeklasser met een Zwitser in het eerste elftal. En dan ook nog eens een die zich inmiddels jongen van de club voelt en mag noemen. Frank Kaufmann is rechtsback van het eerste en trainer van de JO13-1. Tot zijn vijftien- de woonde Frank Kaufmann in Zwit- serland. “Daar voet- balde ik ook, maar niet echt op een hoog niveau. Op de training speelden we alleen partijtjes en dan was het meer over het veld rennen dan voetballen.” Hij kwam naar Nederland om te gaan stu- deren, op het mbo. “Ik wilde in een ander land naar school en mijn moeder komt uit Nederland. Ik sprak de taal al een beetje en ben bij mijn oom en tante gaan wonen.” OPGEVANGEN Kaufmann werd gelijk lid bij DSC, omvrienden temaken. “Iedereen was direct vriendelijk. Ik werd fijn opgevangen. Ik merkte gelijk dat het niveau hier hoger lag. Ik leer- de echt dingen op de trainingen.” Hij doorliep alle jeugdelftallen, om vervolgens door te schuiven naar het eerste. Daar werd de nu 23-jarige speler omgeturnd van aanvaller tot rechtsback. “We hadden bij de selectie een hele hoop aanvallers. Ik ben naar de trainer gegaan en heb gezegd: ‘Ik wil niet op de bank zitten, dus stel me maar op waar je me no- dig hebt.’ Dat werd rechtsback, die positie beviel me wel.” Kaufmann is snel, heeft een goe- de techniek en zijn inzicht is in orde. Zijn concentratie en om- schakeling kunnen nog beter. Hij heeft inmiddels al vele hoogte- punten meegemaakt bij DSC, met het kampioenschap van seizoen 2018-2019 als mooiste. “Dat was een prachtig jaar, we verloren maar één wedstrijd. Het verschil met het seizoen daarvoor was dat we nu met alleen maar eigen jon- gens speelden. Het was een heel gezellige groep.” PRIJSJE DSC gooide afgelopen seizoen hoge ogen in de derde klasse, met een derde plaats als beloning. “Het was even wennen, maar daarna kwamen we er beter in. De derde plek was boven verwach- ting, we wilden vooral niet degra- deren. Ik denk dat we nog beter kunnen, als we gefocust blijven en de wisselvalligheid eruit gaat.” Hij hoopt stiekem op een prijsje. “Het doel is de middenmoot of net daar boven, maar een periodetitel zou een mooie extra zijn.” Waar Kaufmann misschien nog wel enthousiaster over spreekt, is ‘zijn’ jeugdteam. Hij traint sinds zijn vijftiende al elftallen in de jeugdafdeling van DSC. Sinds vier jaar heeft hij een eigen team, de JO13-1. “Dat is echt een heel getalenteerde groep. Ik vind niks mooier dan spelers individueel beter maken. Daar gaat het me vooral om, dan wordt het team vanzelf ook beter. Ze spelen nu in de hoofdklasse.” Wie weet worden die jongens over een jaar of zes Kaufmanns teamgenoten in DSC 1. Zwitser voelt zich helemaal thuis bij DSC Kromsteeg 3a - 5331 AH Kerkdriel - Tel.: 0418-637370 www.bloemsierkunstjolene.nl 0243277.pdf 1 14-7-2020 12:57:46 Deel je onze droom? Sms NIER naar 4333 of kijk wat jij kunt doen op nierstichting.nl Met 1 SMS doneert u eenmalig € 2 (exclusief telefoonkosten). Meer informatie: www.nierstichting.nl/sms Onze droom voor nierpatiënten is nierziekten genezen. Boys benaderde hem en de aanvaller vertrok naar Aalst. ZAAL Hij verruilde die club al snel voor CHC, later speelde hij nog voor TGG en Wilhelmina. Noijen is een gevoelsmens: als hij zich niet prettig voelt bij een club, vertrekt hij. In de tussentijd lag zijn prioriteit echter vooral in de zaal, daar waar hij bij FCK De Hommel op eredivisieni- veau speelde. Hij haalde Jong Oranje, maar het werd uitein- delijk allemaal net wat te druk in combinatie met zijn werk en privéleven. “Voetbal is en blijft een hobby.” Toch vindt hij zaalvoetbal eigenlijk het leuk- ste. “Het is veel tactischer dan veldvoetbal.” Hij staat nu nog als reserve op de lijst bij ZVG/ Cagemax, op het tweede ni- veau van Nederland. RKVSC Hoe groot is het contrast met RKVSC, de Velddrielse club die op het allerlaagste ni- veau van het zondagvoetbal speelt. “Maar ik hoef hier niet te trainen, dat was een ver- eiste voor mij. Anders kan ik het niet combineren met mijn werk. Daarnaast is het een keigezellige club, met heel leuke mensen. Ik vind het fijn dat ik hier met Joeri, Peter en wat vrienden kan spelen.” Voetballend houdt het nog niet over bij RKVSC, dat zware jaren achter de rug heeft. “Maar we kunnen echt nog veel stappen zetten. Ik merk dat de jongens hier allemaal heel graag willen, dat vind ik belangrijk. Hard werken wordt uiteindelijk echt wel beloond.” Foto: Gerald van Zanten

RkJQdWJsaXNoZXIy ODM1NjU=