VoetbalJournaal Etten-Leur, najaar 2024

SHOP NOW 29 Toch ging het tijdens de eerste ronde van de nacompetitie tegen de Zeeuwse club dus mis. “Achteraf was dat wel een teleurstelling.” En dat terwijl de pas 21-jarige Den Hollander met een overwegend goed gevoel terugkijkt op afgelopen seizoen. “Zeker het laatste gedeelte, waren we stabiel sterk. Met weinig blessures, dat is heel belangrijk voor ons.” Al had hij stiekem op meer gehoopt. “Het is dubbel, zeker op deze manier.” STERKHOUDER Wel staat er daardoor een stevige basis, om dit jaar op door te kunnen bouwen. “In principe hebben we nagenoeg dezelfde groep gehouden, dus tot nu toe ziet het er goed uit.” Met hier en daar een paar kleine wijzigingen, begint Den Hollander te lachen. “We zijn bezig met een ‘Plan B’, voor als het een keer niet loopt. Maar daar mag ik van trainer Maik (van den Kieboom) verder niks over zeggen.” Toch zullen ze dat plan dit seizoen misschien best wel eens nodig zullen gaan hebben, denkt hij. “We zitten volgens mij in de moeilijkste derde klasse van alle regio’s.” Desondanks legt Den Hollander de lat opnieuw hoog. “Het doel is om weer nacompetitie te halen en dan te kijken wat er mogelijk is. Ook al is de competitie zwaarder dan vorig jaar.” Met hem als sterkhouder. Of toch niet? “Haha! Ik zie mezelf niet zo, ben pas 21 jaar, maar voel die verantwoordelijkheid al wel.” Geleerd van zijn ouders. “Als je iets doet, moet je het met volle overgave doen. Zodat je anderen daar ook weer in mee kunt nemen.” Bijvoorbeeld als ze een uitwedstrijd op gras moeten spelen. “Dat is altijd wel een dingetje bij ons. Thuis op ons kunstgras pakken we alle punten, tegen ‘hotseknotsevoetbal’ hebben we het lastig.” Tijd om daar dus iets aan te doen. “We hebben heel de voorbereiding op gras getraind, om daaraan te kunnen wennen. En als we in het weekend uit moeten, trainen we doordeweeks ook op gras.” VERTROUWDE PLAATJE Met hem als voetballende centrale verdediger. “Ik ben 1,81. Dat is voor een ‘CV’ niet heel groot. Daarnaast ben ik ook niet de breedste, dus moet het vooral hebben van mijn inzicht. Zorgen dat ik goed sta. Al kan ik met mijn snelheid vaak nog veel oplossen.” Toch heeft Den Hollander de bal het liefste zelf aan zijn voet. “Duels spelen is voor mij wel een ontwikkelingspunt. Ik merk nu dat ik vaak toch nog liever uit de duels blijf.” Bij de club waar hij al sinds zijn vierde komt. “Wat dat betreft ben ik wel een beetje een kind van de club. Iedereen is heel erg gebonden, kent elkaar en het is altijd gezellig. Dat blijft toch het vertrouwde plaatje.” Heel snel dat plaatje inruilen, zal de inwoner van Klundert voorlopig dan ook niet doen. “Op dit moment zou ik niet weg willen. Mijn ambitie is nu eerst om te promoveren met Klundert. Als er dan ooit iets komt, kan ik altijd nog kijken.” Ook na zijn actieve voetbalcarrière. “Misschien word ik hier dan wel trainer of leider!” In zijn eerste jaar als trainer van Hoeven, degradeerde Robin Borremans met de club naar de vierde klasse. Afgelopen seizoen, nam hij zijn revanche. En dus is de vereniging na promotie via de nacompetitie, opnieuw derdeklasser. “We hadden al heel snel één doel uitgesproken, dat was promoveren.” Een dubbel gevoel en achteraf toch vooral teleurstellend. De manier waarop Klundert vorig seizoen uit de nacompetitie voor promotie werd geknikkerd, zit bij Gijs den Hollander nog altijd niet lekker. Want wat hem betreft, had er nog veel meer ingezeten, voor de derdeklasser. “Voor ons gevoel waren we beter dan RCS.” Robin Borremans speelt met Hoeven vol power en energie ‘Voor ons gevoel had er meer ingezeten’ Als het even kon, met een kampioenschap. “Daar wilden we graag voor gaan, maar dat zag er tijdens het seizoen niet naar uit. Clinge liep al vrij vroeg behoorlijk uit.” Een eindsprint, bleek uiteindelijk toch voldoende, vertelt de 38-jarige Borremans. “Aan het einde liep het als een trein. Daardoor werd het alsnog gewoon een heel goed seizoen.” Hoe dat kwam? “Heel veel duidelijkheid in de ploeg. Daar hebben we lang naar moeten zoeken, omdat we ineens het spel echt moesten gaan maken.” En dus werd daar door Hoeven hard aan gewerkt. Samen met gelegenheidstrainer Robèrt Frerichs. “Die kampte met veel blessures, kon niet spelen, maar hebben we toch bij de groep gehouden. Dat is heel belangrijk geweest.” SPEL MAKEN Een herkenbaar verhaal, voor de trainer die zelf als speler, bij Rijsoord, IFC, ‘s-Gravendeel en Rhoon, ook regelmatig te kampen had met zwaar blessureleed. “Ik heb maar tot mijn 27ste kunnen voetballen. Op mijn negentiende kreeg ik mijn eerste blessure en in totaal ben ik drie keer geopereerd aan mijn knie.” En dus besloot Borremans op jonge leeftijd maar meteen zijn trainerspapieren te gaan halen. “Vanuit mijn studie, Sport en Bewegen, vond ik het altijd al leuk om met groepen om te gaan en samen iets te bereiken. Dat zit in me.” En daarnaast, is voetbal een behoorlijk groot deel van zijn leven. Letterlijk. “Naast Hoeven, ben ik ook nog parttime trainer van ZBVH, samen met mijn beste vriend. Dat is toch een beetje mijn club, dus ik kon geen ‘nee’ zeggen.” Al had hij veel van zijn energie, afgelopen seizoen nodig voor Hoeven. “In de derde klasse speelden we meer reactievoetbal, dus hadden we vorig seizoen in het begin moeite om het spel te maken.” Toch was die omschakeling nodig, vindt Borremans. “Met reactievoetbal zijn we gedegradeerd, dat gingen we niet nog een keer doen.” Een interessant proces volgde. “Meer risico in het spel, heeft ons uiteindelijk promotie opgeleverd. Kwaliteiten van spelers benutten, veel druk op de helft van de tegenstander en lopende mensen.” Een tegenstander bij de strot grijpen, noemt hij het. “En niet meer loslaten. Met veel power en energie, dat is echt onze kracht.” PLEZIER HEBBEN Getwijfeld aan een derde seizoen bij de club, heeft Borremans dan ook niet. “Ik heb het hier heel erg naar mijn zin, voel mij gewaardeerd en heb plezier. Daarnaast zie ik het spel ook steeds groeien.” Mede door de inbreng van eigen jeugd. “Het is heel leuk om daarmee te werken en die jongens in te passen.” Al had het ook zomaar heel anders kunnen zijn, vertelt hij. “In principe had ik al een akkoord met Victoria’03, maar die gingen toen nog in gesprek met een andere trainer. Zo kwam uiteindelijk Hoeven op mijn pad.” Mede door een eerdere ontmoeting, lacht Borremans. “Ik speelde als trainer met Steenbergen tegen Hoeven. Toen hielden ze een Oktoberfest en hing er een heel gemoedelijke sfeer. En ik zag potentie. Daarom ben ik op gesprek gegaan.” Drie seizoenen later, is die match er dus nog steeds. “Eerlijkheid vind ik heel belangrijk. Ik sta graag dicht bij die jongens, zodat ze met alles naar mij toe kunnen komen. Net geen vrienden worden, maar wel zo dat spelers altijd zichzelf kunnen zijn en ze weten wat ze aan mij hebben.” Zijn leeftijd helpt hem daarbij, denkt hij. “Daardoor kun je eigenlijk over alles meepraten. In de negen jaar dat ik nu trainer ben, heb ik dat vooral als positief ervaren.” Hoe zit het met zijn eigen ambitie? “Die is de laatste jaren wel anders geworden. Ik heb lang geroepen dat ik zo hoog mogelijk wilde werken, met als doel minimaal hoofdklasse. Nu vind ik het vooral belangrijk om plezier te hebben.” En plezier, dat heeft de inwoner van ‘s-Gravendeel. Ook als hij naar voetbal op tv kijkt. “Ik kijk heel graag naar Arne Slot, ook in zijn omgang met spelers.” Toch is dat voor Borremans, in het bezit van zijn UEFA B, niet zijn grootste inspiratiebron. “Tijdens een KNVB-cursus heb ik les gehad van Adrie Poldervaart. Hoe hij sprak, praat en mensen raakt, dat is een geweldige man!” Reden genoeg voor de jonge oefenmeester zelf, om als trainer nog wel even door te gaan. “Al is dit absoluut het laatste jaar dat ik twee clubs doe...”

RkJQdWJsaXNoZXIy ODM1NjU=