VoetbalJournaal Etten-Leur, najaar 2024

21 SHOP NOW ‘Een eer om een stapje hogerop te doen’ Na jaren als jeugdtrainer én hoofdtrainer van het derde, staat Edwin Dobbe sinds dit seizoen als eindverantwoordelijke voor de groep bij het tweede van Zundert. Een mooie kans, voor de fanatieke en ambitieuze oefenmeester. “De passie en het enthousiasme zit toch in je.” Dus bevalt het hem voorlopig meer dan prima. “Het is een leuke en jonge ploeg. Dat is heerlijk om mee te werken.” En anders dan bij het derde, begint Dobbe (58) te lachen. “Ze zijn meer gedreven, hebben meer kwaliteit, zijn sneller en luisteren beter. Het is soms wel fijn dat je dingen niet meer drie keer hoeft te zeggen.” Bij de club waar de geboren Delftenaar inmiddels alweer een tijdje komt. “In 1997 ben ik naar Zundert verhuisd, daarvoor heb ik zelf altijd in Delft gevoetbald.” UITDAGING Even deed Dobbe na zijn verhuizing een tijdje niks, tot het weer begon te kriebelen. “De passie en het enthousiasme zit toch in je. Ik vind het spelletje gewoon heel leuk.” Na in de jeugd als trainer van zijn eigen zoontjes te zijn begonnen, kwam hij vorig jaar bij het derde terecht. Een iets andere wereld. “In de jeugd ben je vooral bezig om ze het voetballen te leren, bij de senioren is het veel meer tactisch.” Iets wat Dobbe, die vanwege een blessure aan zijn knie zelf moest stoppen met voetballen, wel ligt. “Wedstrijden voorbereiden en training geven kost tijd, maar dat weet je. Dat vind ik juist leuk.” Dobbe zit dan ook vol met enthousiasme. “Ik moest er wel even over nadenken, of ik trainer van het tweede wilde worden. Het is een flinke stap, maar daardoor ook weer een uitdaging én een eer om een stapje hogerop te gaan.” Twee avonden in de week en op zondag, is hij daardoor nu op de club te vinden. En niet alleen om training te geven. “Soms sta ik ook achter de bar, om even te helpen. Zundert is een vrij kleine vereniging, waar iedereen elkaar kent en behulpzaam is. Je wordt makkelijk aangesproken. Daardoor is het ook altijd gezellig.” VRIJ RUSTIG Maar voor gezelligheid alleen, komt Dobbe natuurlijk niet. Er moet ook gepresteerd worden, in die eerste klasse. “Onze doelstelling is handhaving, daar gaan we alles aan doen. Daarna kunnen we verder kijken.” Aan zijn eigen inzet, zal het in ieder geval niet liggen. “Een enthousiaste trainer, vol passie en iemand die alles altijd wil overzien. Heel af en toe kan ik uit mijn slof schieten, maar over het algemeen ben ik vrij rustig. Ik sta niet als een gek langs de kant te schreeuwen.” Over de juiste tactiek, moet hij de komende tijd nog nadenken. “We hebben twee tactieken geprobeerd, hoog druk en wat lager. Nu is het kijken wat straks het beste is.” Eén ding is wel zeker: “Sowieso opbouwen en driehoekjes maken.” Iets waar ze doordeweeks veel op trainen, vertelt Dobbe. “Positiespelletjes in verschillende vormen, maar ook pass- en trappen, afwerken en partij.” Kortom, de inwoner van Zundert zit helemaal op zijn plek. “Ik heb er wel eens over getwijfeld om een eerste elftal te gaan doen, maar dan moet ik mijn papieren halen. Voorlopig is dit prima. Ik heb altijd zin om naar de club te gaan, dus als dit de komende jaren goed gaat, kan ik altijd nog kijken!” ‘Op die leeftijd kun je grote stappen maken’ Hij is dan wel geen jeugdcoördinator meer, maar samen met een aantal enthousiaste mensen is Ronald Klapwijk bij VVR nog altijd druk bezig met het ontwikkelen van de eigen jeugd. En dus wordt er sinds kort, mede op zijn initiatief, extra techniektraining gegeven aan de onderbouw. Puur gericht op de toekomst. “Als we ze breed kunnen ontwikkelen, houden we in de bovenbouw meer spelers over die voetballen heel leuk blijven vinden.” Want precies dat, is de bedoeling, vertelt de huidige trainer van de JO13. “Hoe meer spelers we overhouden, hoe meer aanwas we straks hebben voor onze selectieteams bij de senioren.” Maar daarvoor moet je dus onderin beginnen, weet de 50-jarige Klapwijk. “Ik heb me hard gemaakt voor extra techniektraining voor de O8 tot en met de O13. We zijn daar eigenlijk al anderhalf seizoen, via diverse pilots, mee bezig.” Een positief resultaat, leverde aan het begin van de zomer, een overeenkomst met Voetbalschool TIC uit Roosendaal op. “TIC komt nu iedere maandag en donderdag training geven aan onze gehele onderbouw.” BASISTECHNIEK Maar ook aan de vele actieve ouders, wordt op deze manier gedacht. “TIC maakt de trainingen in een zesweeks programma, levert de uitgewerkte oefeningen aan in de groepsapp en onze eigen jeugdtrainers bereiden ze voor en zetten het uit. Zo volgen we het principe van ‘train de trainer’.” Onder leiding van TIC-trainer Quinten Jansen, legt Klapwijk uit. “De competitieteams worden ingedeeld op basis van skills, techniek en kracht. Zo gaat ieder kind op zijn of haar eigen niveau aan de slag.” Van laddertjes en slalommen, tot één tegen één. “De groepen draaien door en de trainers blijven vast bij hun stationnetje staan. Zes verschillende oefeningen in totaal.” Voor flink wat kinderen. “Op maandag hebben we twee blokken van een uur, met 70 jeugdspelers in de leeftijd van O8 tot en met O11. Donderdag duurt de training anderhalf uur en komen er vanuit de O13-categorie zo’n 60 kids.” Ter vervanging van één reguliere teamtraining, vertelt hij. “Daarmee hopen we de basistechniek en coördinatie, op een beter niveau te krijgen.” Oftewel, de onderbouw opleiden over de gehele breedte. “Dat is eigenlijk het belangrijkste argument voor de club geweest om groen licht te geven. En daarbij het ‘train de trainer’ aspect. Als hun niveau ook omhoog gaat, worden spelers vanzelf beter. Dat is een wisselwerking.” UNIEK De eerste reacties zijn zeer positief, merkt de inwoner van Rijsbergen. “De kinderen zijn super enthousiast, net als de trainers en ouders.” Ondanks dat menigeen voor de vakantie nog sceptisch was. “Toen we het vertelden, vonden sommigen het te ambitieus, voor een dorpsclubje.” Dat blijkt echter dus niet zo te zijn. “We hebben het programma voor een heel seizoen vastgelegd, 30 weken, tot de zomerstop. Met een optie voor nog een jaar. Iedere zes weken evalueren we met TIC.” Een bewuste keuze. “In deze leeftijdscategorie, van de O8 tot en met de O13, kun je echt nog grote stappen maken als het gaat om techniek en coördinatie.” Klapwijk heeft er dan ook vertrouwen in. “Ik heb zelf ervaring met de inzet van een techniektrainer op teamniveau, en heb gezien wat het oplevert binnen een half jaar. Maar ook qua begeleiding van jeugdtrainers. Die kunnen op deze manier alleen maar beter worden. Dit beleid is voor een club als VVR behoorlijk uniek.” Toch is en blijft het een plan van de lange adem. “Eigenlijk kun je pas over een aantal jaar echt zien wat het heeft opgeleverd.”

RkJQdWJsaXNoZXIy ODM1NjU=