VoetbalJournaal Etten-Leur, najaar 2024

19 SHOP NOW ‘Er viel een last van mijn schouders af’ Na een jaar vol blessureleed, is Jeroen Koevoet bij vierdeklasser Seolto eindelijk weer terug onder de lat. En als daar iemand blij mee is, dan is het de keeper zelf natuurlijk wel. “Dat ik weer een volledige wedstrijd kon keepen zonder pijn, was voor mij echt een opluchting. Er viel een last van mijn schouders af.” Want na maanden in de ziekenboeg, lacht het voetballeven de twintigjarige Koevoet dan ook eindelijk weer toe. Om die lijdensweg te kunnen begrijpen, moeten we terug naar vorig seizoen. “Tijdens de zesde wedstrijd gebeurde er iets met mijn knie. Ze wisten in eerste instantie niet precies wat, maar ik had heel veel pijn.” De inwoner van Zevenbergen bracht bezoekjes aan verschillende fysiotherapeuten en specialisten, echt veel duidelijker werd het echter niet. “Mijn knieschijf was uit het kootje geschoten, verder wisten ze het eigenlijk niet.” Tot ze erachter kwamen dat hij zijn meniscus had gescheurd. “Toen ben ik geopereerd.” LANGS DE LIJN Al ging daar nog wel iets aan vooraf, is Koevoet eerlijk. “Ik heb voor die operatie nog twee wedstrijden gespeeld. Dat had ik achteraf beter niet kunnen doen, maar ik wilde zó graag.” Toch te veel pijn, zat er niks anders dan opereren op. In plaats van hechten, kozen de artsen ervoor om zijn meniscus af te schaven. “Anders zou het herstel acht tot negen maanden duren.” Dat duurde zijn revalidatie uiteindelijk niet, zwaar was het desondanks wel. “Ik stond alleen maar langs de lijn, om dan die gasten alles wel gewoon te zien doen... En ik kon niks. Daardoor kreeg ik steeds minder zin om te voetballen.” Heel gek is dat gezien zijn brede interesse in sport, dan ook niet. “Padel, fitness, zaalvoetbal en beachsoccer. Dat doe ik ook nog allemaal.” Maar gelukkig, is hij nu dus ook terug op het veld. “De oefeningen die ik moest doen, gingen steeds met minder spanning. En we hebben de minuten gewoon rustig opgebouwd. Nu ben ik eindelijk weer helemaal fit. Daar ben ik heel blij mee!” Iets minder blij, is Koevoet met de vierde plaats en uitschakeling in de nacompetitie van afgelopen seizoen. “Het was een beetje dubbel. Tevreden dat we erin zijn gebleven, maar er zat meer in. Sommige wedstrijden hebben we echt onnodig weggegeven.” Hoe heeft hij dat zelf langs de kant ervaren? “Ik voelde me wel betrokken! Tijdens trainingen was ik er altijd op het veld bij en ook tijdens wedstrijden stond ik op het formulier als verzorger.” PLEZIER Tegenwoordig dus gewoon weer als keeper. Een echte doelstelling hebben ze voorlopig nog niet bij Seolto. “Vorig jaar kwam die ook pas later.” Toch heeft Koevoet wel zo’n vermoeden. “Ik denk dat de competitie wat zwaarder is, maar als het aan mij ligt, gaan we weer voor de eerste vijf.” Met de club waar de doelman sinds een jaar of vier speelt. “In de jeugd heb ik altijd bij Virtus gespeeld. Tot veel van mijn vrienden naar Seolto gingen. Ik merkte dat het niveau voor mij iets minder belangrijk werd, toen ben ik samen met wat jongens ook overgestapt.” Plezier dus. “Ik merkte meteen dat ik het weer goed naar mijn zin had. Later mocht ik proeven aan het eerste en vond ik hoger spelen ook weer heel leuk.” Spijt van zijn overstap, heeft Koevoet dan ook allerminst. “Het is echt een warme club, ben hier heel warm ontvangen.” En dus kan hij uitblinken als keeper, al was dat vroeger heel anders. “Ik ben begonnen als spits. Tot ik tijdens een toernooi met Virtus moest gaan keepen en ik veel complimenten kreeg. Ik vond het heel leuk, dus ben ik het vanaf dat moment blijven doen. Toen was ik dertien of veertien.” Een voordeel, zo denkt hij. “Meevoetballend ben ik daardoor wel goed.” Maar ook zonder bal, staat Koevoet zijn mannetje. “In de lucht en in de één tegen één ben ik sterk.” Geïnspireerd door Bart Verbruggen en Timon Wellenreuther. “Verbruggen was op het WK heel leuk om naar te kijken. En zelf ben ik voor Feyenoord. Het is mooi om te zien hoe Wellenreuther meedoet voor zijn goal.” Wie weet steekt hij er voor zijn eigen ontwikkeling nog iets van op. “Ik heb het hier enorm naar mijn zin, dus dit seizoen wil ik graag goed spelen. Als er dan iets leuks komt van een andere club, is dat misschien wel een poging waard!” Wat goed is, komt snel. Maar dat het voor Rick Hoendervangers zo snel zou komen, had de nieuwe trainer van Rood Wit ook weer niet verwacht. Maar ambitieus als de jonge oefenmeester is, pakte hij de kans om hoofdtrainer van ‘zijn club’ te worden, afgelopen zomer met beide handen aan. “Tijd om na te denken heb ik eigenlijk niet echt gehad.” Hoendervangers: ‘Hier trainer worden kun je gerust een droom noemen’ Want na het vertrek van Ad van Seeters naar Baronie, ging het afgelopen juli allemaal heel snel. “Als ze je dan vragen, moet je ook niet voor je verantwoordelijkheid weglopen.” En daarnaast, zo vertelt Hoendervangers (28). “Het is een mooie nieuwe stap in het proces wat we samen met de club hadden.” Na trainer bij de JO19, van het tweede én assistent bij het eerste, is de inwoner van Sint Willebrord nu dus hoofdtrainer van de vierdeklasser. “Nu ben je echt eindverantwoordelijke.” Precies zoals hij een aantal jaar geleden voor zichzelf had bedacht. “Die ambitie heb ik natuurlijk altijd gehad. De druk om te presteren en die hele ambiance, houd ik van.” VOORSPRONG Dus toen ze hem uiteindelijk vroegen, was het gevoel meteen goed, herinnert Hoendervangers. “Er bleek veel vertrouwen, zowel bij de club als bij de spelers. Al komt er nu natuurlijk wel iets meer verantwoordelijkheid en druk bij kijken.” Naast de aandacht en intensiteit. Gelukkig is de trainer allesbehalve een onbekende. “Er zijn genoeg jongens die ik in de JO19 of bij het tweede heb gehad. Dan is het wel mooi dat het zo samenkomt. We weten wat we aan elkaar hebben en ze kennen mijn manier van voetballen. Dat is een voordeel.” En een soort voorsprong, denkt Hoendervangers. “Daardoor hoef je niet helemaal als nieuweling te beginnen.” Want zijn proces, begon eigenlijk al na de degradatie uit de eerste klasse. “Vanaf dat moment ben ik twee jaar assistent geweest van Ad.” Een leerzame periode, meent hij. “Het eerste seizoen in de tweede klasse, was vooral proeven en leren. Een jonge groep, met veel jeugd. Vorig jaar hadden we wel op meer gehoopt. Na een slechte start, hebben we ons uiteindelijk goed herpakt.” Maar een derde degradatie op rij, kon niet worden voorkomen. “De nadruk lag op ontwikkelen. Daar moeten we nu de vruchten van plukken. Ondanks dat de teleurstelling behoorlijk groot was. Zeker na al dat keiharde werken.” IETS TERUGGEVEN Toch kwam die degradatie voor Hoendervangers zelf, als een geluk bij een ongeluk. “Ik heb alleen mijn papieren voor de vierde klasse, UEFA C. Dus anders had ik het helemaal niet kunnen doen. Achteraf was dat mijn geluk.” Maar makkelijk, wordt het ook dit seizoen niet. “Het is een uitdagende en sterke klasse, met vijf gedegradeerde derdeklassers en veel ploegen die gelijkwaardig zijn aan elkaar.” Een flinke uitdaging dus. “Daarnaast is het ook een kleine competitie, met maar elf teams. Eigenlijk is dat niet wenselijk.” Heel lang om daar mee in te zitten, hebben ze in Sint Willebrord echter niet. “We hebben nu al drie vervelende seizoenen gehad, dus hopelijk wordt het beter. Die jongens verdienen ook wel een succesje, zijn altijd allemaal enorm hard blijven werken.” Hoendervangers legt de lat dan ook hoog. “We willen een gooi doen om zo snel mogelijk terug te keren in die derde klasse. Dat is uiteindelijk onze ambitie.” Hoe hij dat wil gaan doen? “Met goed, gedurfd en aanvallend voetbal. Veel energie, intensiteit en druk naar voren.” In combinatie met presteren. “We willen de supporters en de club graag iets teruggeven. Ook voor hen is het niet altijd makkelijk geweest.” En dat begint op de training. “Veel wedstrijdgericht én herhalen. Soms door er juist veel over te praten.” Zijn jonge leeftijd is wat Hoendervangers betreft dan ook een voordeel. “Daardoor sta je dichterbij, weet je wat er leeft en is het makkelijker communiceren.” Al had hij zelf ook niet verwacht, dat het allemaal zo snel zou gaan. “Het is echt in een stroomversnelling geraakt. Maar om eerlijk te zijn, had ik er nog niet aan durven denken, om nu al hoofdtrainer van Rood Wit te zijn. Ik ben bewust jong trainer geworden, dus dit was ooit natuurlijk wel mijn doel.” Helemaal als je bijna letterlijk en figuurlijk in de achtertuin van de voetbal woont. “Ik ben een echte Rood Witter. Als je dan op mijn leeftijd, deze stap kan maken bij de club van je hart, kun je dat gerust een droom noemen!”

RkJQdWJsaXNoZXIy ODM1NjU=