VoetbalJournaal Etten-Leur, najaar 2024

17 SHOP NOW Hoofdtrainer Anton Verweij wil bouwen aan een nieuw Noordhoek Als assistent-trainer van Halsteren zaterdag, zat Anton Verweij eigenlijk al helemaal op zijn plek. Maar toen ze hem bij vijfdeklasser Noordhoek benaderen om hoofdtrainer te worden, begon het toch te kriebelen. Zelfs met alle onzekerheid. “Ze wisten niet of ze nog wel een eerste elftal zouden hebben.” Het is inmiddels bijna een traditie geworden. Zo rond eind december, met de kerstdagen, ploft er bij alle leden van Sprundel een heus magazine op de deurmat. Vormgegeven en bedacht, door een redactie van zeven fanatieke vrijwilligers, onder leiding van Harry Vergouwen. “Het is gewoon heerlijk om lekker doorheen te bladeren.” Magazine van Sprundel steeds meer een traditie De 55-jarige Vergouwen kan het weten, want voor hem is het alweer de tweede editie als voorzitter van de redactiecommissie. “Ik heb het overgenomen van Mark Monden, die is er eigenlijk mee begonnen.” Want na het lezen van een aantal stukken, begon het bij de inwoner van Sprundel vier jaar geleden toch wel te kriebelen. “Daardoor kreeg ik zelf ook ideeën over het magazine, dus wilde ik graag helpen!” VERSCHILLENDE RUBRIEKEN Inmiddels een aantal edities verder, is Vergouwen dus onderdeel van de redactie en werkt hij ieder seizoen, samen met Lisanne Vergouwen, Wim Vergouwen, Maud van der Linden, Farlo Stolk, Jack de Hoon, Bram van den Linden en Cees Broeders aan een écht magazine, zoals hij het zelf noemt. “Rond de 60 pagina’s, op hoogwaardig papier!” Met allerlei verschillende rubrieken. “All in the family, over echte Sprundelse gezinnen, de stille kracht of de vergeten voetballer. Oud-spelers die uit beeld zijn geraakt. Maar ook vrijwilligers, huidige spelers, trainers en het Beachsoccer komen aan bod.” De interviews, doen ze allemaal zelf. “Mijn dochter Lisanne doet de layout, die werkt bij een online marketingbureau. Daarna gaat het via de opmaak naar de drukker.” Dit seizoen is er voor het eerst ook een online-editie beschikbaar en dus is het opnieuw hard werken. “Meestal is in maart of april, de eerste vergadering. De deadline ligt zo rond half oktober.” Veel werk, maar Vergouwen doet het met alle liefde. “Ik ben hier op mijn zesde lid geworden en heb na mijn actieve voetbalcarrière, van alles gedaan. Jeugdleider, vanaf mijn zeventiende in het jeugdbestuur, het Beachsoccer en nu dit.” Zijn voetballoopbaan duurde niet heel lang en was ook geen al te groot succes. “Op mijn 23ste ben ik al gestopt. Ook nooit in het eerste gespeeld.” Buiten het veld, gaat het hem een stuk beter af. “Ik voel mezelf betrokken bij de vereniging. Dus als er een beroep op me wordt gedaan, zeg ik geen ‘nee’. Voor de club, maar ook gewoon omdat het leuk is.” HERKENBAAR Want, zo weet Vergouwen als geen ander. “De voetbal is hier de ‘place to be’. In mijn tijd had je ook niet veel anders. Ik ben door het virus gegrepen, dus Sprundel zal altijd mijn club blijven.” Precies wat hij nu met het magazine, ook probeert te bereiken. “Het is leuk om de mensen op die manier op de hoogte te houden van iets en jezelf op de voorgrond te zetten als vereniging.” Zeker zo tijdens de decembermaand. “Dat is een periode dat mensen graag lezen. Kunnen ze mooi lekker door ons magazine heen bladeren.” De reacties zijn dan ook positief. “Mensen vinden het mooi om te zien en het is vooral heel herkenbaar. Voor iedereen staan er een hoop bekenden in.” Toch heeft ook Vergouwen, niet het eeuwige leven als redactielid. “Ik denk dat het ook goed is voor mezelf, om ooit een keer te stoppen. Dan is het tijd voor nieuwe mensen en vers bloed. Anders wordt het snel een soort routine. Het is belangrijk dat we creatief blijven!” En dus liet de 46-jarige Verweij na het eerste belletje in februari, weten dat ze hem aan het einde van het seizoen nog eens terug konden bellen. Zo geschiedde. “Toen ik binnenstapte, had ik meteen het gevoel: dit past bij mij.” En niet voor niks, zo vertelt hij. “Het is net als mijn vorige club NVS, echt een dorpsvereniging.” Bij de club uit Nieuw-Vossemeer vertrok de inwoner van Wouw afgelopen zomer als hoofdtrainer en dus was hij toe aan een nieuwe uitdaging. Die vond hij in Noordhoek. “We wisten vooraf dat er een kleine groep zou staan. De komende twee of drie jaar, is het vooral overleven en de competitie uitspelen.” NIVEAUVERSCHIL Met veel jonge jongens, legt Verweij uit. “Om een eerste elftal te kunnen houden, zijn er onder meer gasten van vijftien jaar doorgeschoven. Het is belangrijk om de jeugd een kans te geven en erbij te betrekken, dat is toch de levensader van ons als club.” Want, zo weet de trainer als geen ander. “Als de voetbal wegvalt op het dorp, blijft er weinig over.” De druk is wat dat betreft groot. “Ik houd wel van zulke uitdagingen. Het is leuk om daaraan mee te helpen.” In zijn geval vooral binnen het veld. “Het is een heel enthousiaste en gretige groep, die graag wil. Wat dat betreft zit er wel muziek in.” Al moesten ze in het begin wel even aan hem wennen, begint Verweij te lachen. “Als trainer doe ik heel veel met een bal, heb weinig met zomaar lopen. Anders moet je naar een atletiekvereniging gaan. Dat was een positieve openbaring voor die gasten.” Ook voor de oefenmeester zelf, bevalt zijn nieuwe omgeving voorlopig uitstekend. “Het is natuurlijk een niveauverschil met Halsteren, maar dat geeft voor mij niet. Daar kun je gewoon je oefeningen op aanpassen. En als die jongens plezier hebben, heb ik dat ook.” Gelukkig heeft Verweij dat na al die jaren nog steeds. Zeker gezien zijn drukke schema. “Alleen op vrijdagavond ben ik vrij, de rest van de dagen ben ik onderweg. Bij Halsteren doe ik, naast het assistentschap bij het eerste, ook nog de materialen voor de jeugd.” VERMAKEN Toch ligt zijn passie, sinds 2009, toch vooral op het veld. Mede dankzij Marcel van der Sloot. “Ik heb bij Cluzona anderhalf jaar onder hem mogen werken, daar heb ik veel van opgestoken. Vooral hoe je een speelwijze trainbaar kan maken.” Inmiddels dus bij Noordhoek, iets wat Verweij zelf misschien ook niet helemaal had verwacht. “Het is puur een gevoelskwestie geweest. Ik kende de club niet én had ze nog nooit zien spelen.” Desondanks is zijn doel voor dit jaar duidelijk. “Jeugd door laten stromen en het eerste elftal zien te behouden.” Maar ook de mensen proberen te vermaken, meent hij. “Met veel druk naar voren. In de vijfde klasse heb je in principe niets te verliezen, waarom zou je dan angsthazenvoetbal gaan spelen? Dat begint er steeds beter in te komen, jongens durven al veel verder vooruit te spelen. Daar moeten we stapje voor stapje beter in worden.” Als ze maar genoeg spelers hebben. “We hebben er nu veertien, plus eventueel vier extra van de JO16. Dus qua kwantiteit in de selectie, zitten we net goed.” Ondanks dat Noordhoek de afgelopen jaren vooral onderin de vijfde klasse te vinden was én dus bijna geen eerste elftal meer had, is de UEFA C-trainer ambitieus. “Halsteren is en blijft mijn club, van kinds af aan, dus ik heb het er daar wel eens over gehad om mijn UEFA B te gaan halen en wellicht hoofdtrainer te worden, maar dat kun je maar drie of vier jaar doen.” Toch ziet hij het misschien ooit nog wel eens gebeuren. “Die ambitie heb ik zelf eigenlijk wel. Het kriebelt, maar toch twijfel ik.” Voorlopig hoeft hij dat in ieder geval niet te doen. “Het is ook heel leuk om die dorpsclubs te trainen, dat past goed bij me!”

RkJQdWJsaXNoZXIy ODM1NjU=