VoetbalJournaal Etten-Leur, voorjaar 2024

R RO ROB OBE YBE YSE YSP SPO POR OTR SRT TSW SWE WAE AER AR . C R . OC . COM OM M 27 ‘We kunnen niet zonder elkaar wat dat betreft’ Sinds hun zesde voetballen ze al samen en ook dit seizoen zijn de tweeling Tim en Sebas van der Stel (21) bij derdeklasser Kogelvangers een onafscheidelijk duo. Want naast dat hun trainer ze qua uiterlijk nog steeds nauwelijks uit elkaar kan houden, volgen ze ook nog eens dezelfde studie. “We kunnen niet zonder elkaar wat dat betreft.” Ze weten het dan ook nog goed, begint Sebas met vertellen. “Onze ouders wilden dat we pas gingen voetballen, als we ons zwemdiploma hadden gehaald. Dus we moesten tot ‘C’ door. Maar eigenlijk wilden we gewoon zo snel mogelijk op voetbal.” Toen ze zes waren, was het dan eindelijk zover. Bij Kogelvangers, op hun eigen dorp. “Je kent iedereen die er speelt óf komt kijken. Dat is heel leuk. Het is een kleine club, heel warm en het is gezellig om met vrienden te spelen.” Vindt ook Tim. “Vroeger keek ik altijd naar het eerste, dan hoopte je er ooit zelf te spelen.” KOPIE Dat is dus gelukt, al gaat het dit seizoen nog niet helemaal van harte. “Vorig jaar pakten we nog bijna een periode, nu spelen we tegen degradatie.” Hoe dat komt? Tim weet het wel. “Pech gehad, met kaarten én blessures. Soms hadden we maar dertien man. Ook vind ik dat we betere tegenstanders hebben. En concentratie is soms ook een dingetje.” Toch houdt hij vertrouwen. “We hebben maar vier of vijf keer terecht verloren. Het is gek dat je zo vaak verliest, terwijl je eigenlijk beter bent.” Voor Sebas begon het seizoen sowieso met een teleurstelling. “In de laatste wedstrijd van vorig jaar, kreeg ik een zweepslag in mijn kuit. Daardoor heb ik de eerste vier wedstrijden gemist. Nu zit ik er weer lekker in.” Maar ook hij, is niet tevreden met de resultaten. “Door pech en soms tegenstanders die meer willen winnen. En de concurrentie in die derde klasse, is best pittig. Het zit allemaal dicht bij elkaar.” Ook de krappe selectie, maakt het allemaal niet veel makkelijker. “Daardoor staan jongens soms op een andere positie en heb je geen vaste basis.” Over wat er beter moet, heeft de oudste van de twee, Tim is twaalf minuten ouder, wel een idee. “Agressiviteit en de echte wil om te winnen. Dat komt er niet altijd uit.” Aan hun onderlinge band, kan het in ieder geval niet liggen. “Het is ideaal om samen te spelen, dat doen we al vanuit de jeugd. Je voelt elkaar gewoon aan, weet waar de ander gaat lopen. Eigenlijk is het gewoon een soort kopie van jezelf.” Al spelen ze wel, op totaal andere posities. “Ik ben linksbuiten, Sebas is rechtsachter. Vaak staan we op de training tegenover elkaar.” AANDACHT Desondanks zijn de twee allesbehalve tegenpolen. “Qua wegkappen, slidings, trap en motivatie, zijn we het hetzelfde.” Ruzie, maken ze dan ook meer zelden. “Vroeger wel, als we buiten of thuis in de tuin aan het voetballen waren.” Hun ouders, ontkomen er dan ook niet aan. “Gelukkig worden ze er nog niet gek van, maar het gaat natuurlijk vaak over voetbal.” Of over persoonsverwisselingen, lacht Tim. “Ons uiterlijk lijkt veel op elkaar, daar hebben veel mensen moeite mee. Daar zijn we wel aan gewend.” Ook als voetballer, zou hij best wat van zijn broertje willen hebben. “Zijn timing voor onderscheppingen. Dat is als aanvaller wel handig.” Al beschikt de rechtspoot al over de nodige kwaliteiten. “Gedreven, snel, flexibel en een goede individuele actie.” Hoe is de ‘samenwerking’ voor zijn broertje? “Dat is heel leuk! Je weet eigenlijk al wanneer hij gaat kappen of breed leggen.” Helemaal als zijn broer dan ook nog eens vlak voor hem, op rechtsbuiten staat. “Dan kan ik hem een beetje coachen.” Toch krijgt Tim, altijd de meeste aandacht. “Dat gun ik hem van harte, hij maakt natuurlijk ook de goals.” Al draagt ook Sebas, zeker zijn steentje bij. “Een opkomende back die graag voorzetten geeft, snel en iemand met scherpe intercepties. Ik kom altijd weer terug in het duel, teamgenoten worden er soms gek van.” Wat zou hij van zijn broer willen hebben? “Zijn schot én zijn fysiek.” De twee, die bij elkaar in de klas zitten op de Hbo-opleiding Bedrijfseconomie, blijven waarschijnlijk nog wel even samen. “Wie weet als we ouder worden, dan misschien niet meer? Ik blijf in ieder geval nog wel een paar jaar hier.” Ook Sebas denkt absoluut niet aan een vertrek. “De komende jaren wil ik hier sowieso nog blijven, het is veel te leuk.” En in zijn geval. “Speel ik het liefste samen. Dat zou ik het leukste vinden, als we samen voor altijd bij Kogelvangers blijven.” Als trainer van de MO15, de JO19-2 en lid van de technische commissie voor de jeugd, heeft Joris van Amelsvoort aan Virtus een ‘leuke hobby’. Helemaal als je merkt, dat de aanpak werkt. “Je ziet dat het niveau vreselijk omhooggaat.” ‘Je merkt dat het steeds populairder wordt’ En dat begon eigenlijk allemaal, toen Van Amelsvoort (45) een jaar of vijf geleden zijn zoon besloot te gaan trainen. “Dat doe ik nu niet meer.” Wel traint hij nu dus samen met Kick Mol, Kevin Gäde, Bas Baeke en Marlies Verhoeven de meiden van Virtus én Seolto. “Drie seizoenen geleden vielen meiden van Seolto tussen wal en schip, drie dreigden ermee te stoppen.” Dus besloten zij gezamenlijk als groep, eens samen met een aantal enthousiaste ouderen bij elkaar te gaan zitten. “Kunnen we het niet samenvoegen, vroegen we ons af. Dat hebben we toen gedaan, dit is alweer het derde jaar. En het tweede voor mij.” SAMENWERKING Waarom Van Amelsvoort het deed? “Als vader kon ik het niet maken om het niet te doen.” En dus geeft hij nu training aan zijn dochter, spijt heeft hij zeker niet. “Het leuke is, dat het echt werkt als een magneet. Er komen iedere week speelsters bij. Inmiddels hebben we al twee MO15-teams en in totaal 26 meiden. Dat is hartstikke leuk én makkelijk schuiven.” Voor de voetballer die tegenwoordig zijn minuten maakt bij ‘Zaterdag 3’. “Vanaf de jeugd heb ik heel mijn leven lang bij Virtus gespeeld. Lager en in het eerste, vaak als spits of tien. Eigenlijk staat heel de zaterdag volledig in het teken van voetbal. Voor het volledige gezin. Het is veel voetbal thuis.” Inherent aan een dorpsclub, vindt hij. “Mijn vader liep hier ook altijd rond en zat in het bestuur. Met twee of drie jaar, was ik al lid. Dan ben je er eigenlijk mee geboren. En mijn zoontje en dochter ook.” Toch kunnen ze het bij Virtus dus niet alleen. “De samenwerking met Seolto gaat heel goed, daar zijn we heel blij mee. Je ziet dat het werkt, zeker bij die meiden. En ik ben ervan overtuigd, bij de rest ook.” De ideale oplossing, vindt Van Amelsfoort. “Je merkt dat we krap beginnen te zitten, ook qua vrijwilligers. Zo word je in de breedte alleen maar sterker.” Samen met drie andere vaders, besloot hij een aantal seizoenen geleden dus de handschoen op te pakken. Al was het even schakelen, ook voor hem. “Daar had ik twee jaar geleden ook wel even mijn twijfels bij. Het grootste verschil, is dat jongens eerder beginnen. Meiden zijn toch meer bezig met andere dingen, dan is het af en toe net een kippenhok. Dat is wel anders. Dan moet je geduld hebben, maar dat heeft ook z’n charme.” Helemaal als het zo goed gaat. “Je ziet dat het niveau vreselijk omhooggaat, ze hebben echt sprongen gemaakt. Dat vind ik heel leuk.” AANDACHT En niet voor niks, denkt de inwoner van Zevenbergen. “Je moet die meiden net zoveel aandacht geven, dat verdienen ze.” Want ook dan, werpt training zijn vruchten af. “Je ziet dingen echt terug. Eerst was het alleen maar achter dat gekke ronde ding aanlopen, nu zie je ook positiespel, looplijnen, omschakelen na balverlies en kleine tactische dingetjes. Positioneel staan ze veel sterker.” De tijd dat meidenvoetbal uit het oog wordt verloren, is volgens Van Amelsvoort dan ook wel voorbij. “Ik merk bij zowel Seolto als Virtus, dat het steeds populairder wordt. Binnen beide verenigingen zie je dat steeds meer.” En dus trainen én spelen, ze ook om en om. “De ene keer daar, dan weer hier.” Iets om dus mee door te gaan. “Al is het wel een lastige leeftijd, omdat je met een leeftijdsverschil zit. Bij jongens is dat toch makkelijker, daar heb je er veel meer.” Of hij het langer blijft doen? “Als het aan mij ligt, zeker wel. Daar gaat mijn voorkeur wel naar uit. Alleen blijf ik een verenigingsman, als de nood ergens anders hoger is, ga ik dat doen.” Hoe vindt zijn dochter het eigenlijk om training van hem te krijgen? “Die vindt het hartstikke leuk! In het begin dacht ik wel even... Maar ik zie aan haar hoe trots ze is. Het is ook leuk om samen wat te doen, dat heeft ze natuurlijk gezien van haar broertje. Uiteindelijk gaat het om haar!” de beste klussers in de regio HAndig! TELEFOON 0657 546 793 - www.wi-ar.NL vOOr aLLE kLussEN iN EN rONdOm uw wONiNg de beste klussers in de regio TELEFOON 0657 546 793 - www.wi-ar.NL vOOr aLLE kLussEN iN EN rONdOm uw wONiNg Foto: Michel van der Stel

RkJQdWJsaXNoZXIy ODM1NjU=