VoetbalJournaal Etten-Leur, voorjaar 2024

23 R RO ROB OBE YBE YSE YSP SPO POR OTR SRT TSW SWE WAE AER AR . C R . OC . COM OM M Een nieuw trainerskoppel en na de degradatie van vorig seizoen een frisse wind. En gelukkig één die ze bij De Fendert flink mee hebben. Want met een tweede plaats, doet de vierdeklasser het voorlopig meer dan aardig, vindt ook Joep Jongenelen. “We hebben er wel eens minder voor gestaan.” ‘We zouden het nu beter doen in die derde klasse’ Al komt die notering natuurlijk niet helemaal uit de lucht vallen, is Jongenelen (22) eerlijk. “Tuurlijk hadden we stiekem wel gehoopt én verwacht dat het beter zou gaan. Maar dan is het fijn als het ook zo is.” Met Ruud en Ben Winkelhof dus als nieuw trainersduo voor de groep. “Dat heeft echt gezorgd voor een positieve verandering.” Eén die dus nodig was, na het eerdere rampseizoen. “Toen zaten we ingedeeld in een andere regio, Zuid-Holland, die manier van voetballen lag ons niet. Nu zijn we voetballend en fysiek sterker, daar winnen we het toch vaak op.” STAPPEN GEMAAKT Hoe lastig was het, om die knop om te zetten? “Eigenlijk ging dat vrij snel! Het was natuurlijk ook wel duidelijk dat we gingen degraderen. Met de nieuwe trainers, hebben we toen meteen een doelstelling opgesteld: terug naar die derde klasse.” En met minder blessures en afwezigen, lijkt dat voorlopig voorspoedig te gaan. “In combinatie met een klasse lager, helpt dat natuurlijk wel mee. Dat is meevaller na meevaller. Nu kunnen we weer gewoon lekker voetballen.” Ook Jongenelen zelf. “Ik ben vorig seizoen veel geblesseerd geweest, een ontstoken kniepees. Dat heeft wel een half jaar geduurd. Nu ben ik weer helemaal fit en kan ik 90 minuten spelen. Maar wel nog met tape op mijn knie.” En een tweede plek op zak. “Vooraf had ik daar misschien wel voor getekend, nu heb ik het gevoel dat we er nóg beter voor hadden kunnen staan. Vol voor het kampioenschap gaan, hebben we niet meer in eigen hand.” Al geeft Jongenelen het natuurlijk nog lang niet op. “Eerst focussen op zelf winnen en dan zien we wel wat Tholense Boys doet.” Want met het vertrouwen, zit het in Fijnaart wel goed. “Ik denk dat we het nu beter zouden doen in die derde klasse. We zijn meer een team geworden, daardoor begint het ook te leven.” Op dat vlak zijn dus belangrijke stappen gezet, volgens hem. “Dan is het logisch dat je ook beter gaat voetballen.” GEZELLIGHEID Met ‘zijn’ De Fendert dus. “Al zolang ik mij kan herinneren! Ik was volgens mij een jaar of zes, zeven. Heel de jeugd doorlopen en nu samen met die jongens in het eerste. Dat is heel leuk.” Dat niet alleen. “Toch ook het kleinschalige. Het zijn allemaal vrienden, je kent iedereen, zelfs nog van de basisschool.” En dus is het voor Jongenelen eigenlijk simpel: “Ik kan me niet voorstellen dat ik ooit ergens anders speel. Puur door de gezelligheid. Naar je zin hebben is voor mij het belangrijkste en veel winnen helpt, haha.” Gelukkig kan hij daar, dus weer zijn steentje aan bijdragen. “Vaak als rechtsbuiten. Redelijk wat snelheid, maar ook fysiek. Toch krijg ik de bal liever in mijn voeten, dan in de diepte.” Met goals en assists, is de aanvaller echter niet al te veel bezig. Promoveren des te meer. “Een stabiele derdeklasser worden, dat is mijn ambitie! En ik geloof echt dat dat haalbaar is”, vertelt de voetballiefhebber pur sang. “Ik volg heel veel voetbal. Spelers als Kylian Mbappé en Vinicius Junior vind ik geweldig om naar te kijken, die snelheid is gaaf om te zien.” Als Ajacied, beleeft hij echter een minder jaar. Hopelijk kan hij die pijn met De Fendert, wonend op steenworp afstand van de club, nog wat verzachten. “Tijdens trainingen kom ik altijd met de auto, op zaterdag ga ik natuurlijk met de fiets!” Na de promotie van vorig jaar, had VVR het zich een stapje hoger ongetwijfeld anders voorgesteld. Maar als hekkensluiter van de derde klasse, kent de club uit Rijsbergen een moeizaam seizoen. En dus moet er volgens Tristan Alt nog flink wat gaan gebeuren. “Tegenstanders snappen niet dat wij laatste staan.” Want volgens de 21-jarige Alt, regent het regelmatig complimenten. “We horen van hogere teams vaak dat ze het ongelooflijk vinden dat wij zo laag staan. En voetballend zijn we ook echt niet minder, alleen het geluk is niet vaak aan onze zijde.” Want één ding is voor hem duidelijk: “Ik vind dat we thuishoren in die derde klasse.” Al lukt dat voorlopig dus nog niet. “We creëren weinig kansen en maken daardoor ook weinig doelpunten. Alleen dat heeft niks met kwaliteit te maken.” Toch ziet de inwoner van Rijsbergen dat zijn ploeg het zo nu en dan moeilijk heeft. “We hebben soms wel moeite met opbouwen.” WEER PLEZIER Hoe anders is dat na vorig jaar. “We gingen natuurlijk allemaal de competitie in met het idee: vorig seizoen ging het fantastisch, nu gaan we weer een topseizoen neerzetten. Eerst handhaven en dan omhoogkijken.” De goede lijn doortrekken dus. “Dan is het ook lekker als het een keer meezit, nu valt het te vaak net niet onze kant op.” Een trainerswissel, Thomas de Ridder werd ontslagen en vervangen door Marco van Dijnsen, zorgde voor een nieuw soort enthousiasme. “Vooral onderling. De trainer zorgt weer voor plezier en weet ons te stimuleren. Daardoor zie je dat het beter gaat.” Want dat was best even lastig, is Alt eerlijk. “Als je vaak verliest, is het moeilijk om gemotiveerd te blijven. Nu is het zo van: laat het maar zien! Dat geeft een boost.” En dus speelt VVR beter, worden er weer punten gepakt en voelt alles positief. Al blijft de middenvelder op zijn hoede. “We weten dat het een lastige klus wordt, maar we hebben er zeker nog vertrouwen in. Als we dat allemaal uitstralen, is er zeker nog wat mogelijk. We hebben ons er nog lang niet bij neergelegd.” Toch moesten ze bij VVR in het begin van dit seizoen best wel even wennen. “Het is ten opzichte van vorig jaar, een behoorlijk groot verschil. Met name de snelheid in het spel. Tegenstanders knallen er veel feller op, dus moet je sneller handelen. Dat is even schakelen, maar nu staat het beter.” ACTIEVER Aan degradatie, wil Alt dan ook voorlopig nog niet denken. “Als we de vorm van nu vasthouden én om blijven zetten in punten... We spelen goed als team, echt één geheel, dan krijg je ook vanzelf weer plezier in het spelletje. Dat moeten we nu volhouden.” Helemaal als jongen van de club. “Vanaf de F’jes voetbal ik al bij VVR. Toen speelde ik al met gasten, waar ik nu ook mee in het eerste speel. Dat is natuurlijk wel heel leuk.” En daarnaast. “Op mijn eigen dorp, voetballen met vrienden en voor al die mensen die komen kijken. Ik moet er niet aan denken om ergens anders te spelen.” Want ook als ze verliezen, is de sfeer goed, vertelt Alt. “We kunnen elkaar overal op aanspreken en daarna drinken we in de kantine gewoon weer een pilsje.” Maar eerst moet er dus wel gepresteerd worden. “Ik speel zelf het liefste ‘op acht’. Als een soort spelverdeler. Iemand met een leuke dribbel, die hard werkt en zorgt voor rust in het spel. Lekker aanvallend voetballen en helpen in de opbouw.” Over zijn eigen seizoen, is de Middenvelder Tristan Alt: ‘Ze vinden het ongelooflijk dat wij zo laag staan’ linkspoot dan ook wel tevreden. “Ik begon het seizoen nog als linksachter, maar sta nu weer op het middenveld. Dat is meer mijn plek. Daardoor merk ik dat het steeds beter gaat. Dan straal ik meer enthousiasme uit, heb ik het meer naar mijn zin én ben ik veel actiever tijdens de wedstrijd. Je hebt gewoon een groter aandeel.” Een klein beetje ingegeven door zijn voorbeeld. “Laatst ben ik naar Arsenal tegen West Ham United geweest, dat was genieten. Ik kijk heel graag naar Martin Ødegaard.” Of hij hem als PSVfan achternagaat, weet Alt voorlopig nog niet. “Ambitie vind ik lastig om te zeggen, ik zit hier nu goed op mijn plek.”

RkJQdWJsaXNoZXIy ODM1NjU=