VoetbalJournaal Etten-Leur, voorjaar 2024

21 R RO ROB OBE YBE YSE YSP SPO POR OTR SRT TSW SWE WAE AER AR . C R . OC . COM OM M Delcroix is bij Zundert fitter dan ooit Een klein jaar geleden, zette Wessel Delcroix de knop voor zichzelf om. Om echt van waarde te kunnen zijn voor het eerste van Zundert, moest er iets gebeuren. En dus is de buitenspeler van de derdeklasser nu fitter dan ooit. “Daardoor ben ik voetballen nog leuker gaan vinden.” Want hoewel de nu 23-jarige Delcroix altijd al wel genoot van het spelletje, is dat nu dus anders. “Ik kon het nooit 90 minuten volhouden, liep altijd op mijn tandvlees. Nu kan ik volle bak blijven gaan.” Maar logischerwijs, kwam dat niet voor niks. “Na afgelopen seizoen heb ik de knop omgezet en ben ik aan mezelf gaan werken. Vijf of zes keer per week sporten en letten op mijn voeding. Daardoor ben ik ontzettend afgevallen.” Want, is de aanvaller die werkt bij de Albert Heijn eerlijk. “Ik was nooit echt fit, was misschien wel vijftien kilo te zwaar.” POSITIEF AFSLUITEN Aanvankelijk maakte Delcroix dan ook zijn minuten in het tweede, maar sinds de voorbereiding op dit seizoen is het anders. “Nu ben ik basisspeler. Puur door fitheid en intensiteit.” Bij de club waar hij vanaf zijn twaalfde voor speelt. “Ik begon op mijn vierde bij Achtmaal, maar kwam hierheen voor een hoger niveau.” Mede door Rob Gommers, één van zijn beste vrienden, vertelt Delcroix. “En ondertussen zijn het hier op de voetbal allemaal vrienden geworden. Die gezelligheid vind ik leuk.” Al moet er natuurlijk ook wel gepresteerd worden, lacht hij. “Op zich zijn we wel tevreden. In het begin deden we écht bovenin mee, daarna hebben we iets te veel gelijkgespeeld of verloren van ploegen waartegen het eigenlijk niet mag. Geen idee hoe dat komt.” Toch waagt de spits van de middenmoter een poging. “Een paar blessures en het liep gewoon even niet.” En dus staat de doelstelling van voor het seizoen, weldegelijk onder druk. “Promotie naar de tweede klasse was ons doel. Een plek bij de eerste vier geeft hopelijk recht op nacompetitie, dan kunnen we het jaar hopelijk toch nog positief afsluiten.” Want met het vertrouwen, zit het bij Delcroix wel goed. “Dat blijft nog steeds het doel! En eerlijk gezegd, heb ik het gevoel dat we het gaan halen.” Toch is dat ook een beetje afhankelijk van de tegenstander, weet hij. “We spelen beter tegen ploegen die hoger staan dan ons, teams die willen voetballen. Die geven vaak toch wat meer ruimte weg, dat ligt ons beter. In plaats van dat we er zelf doorheen moeten spelen.” KANSEN AFMAKEN Helemaal als je dan snel 1-0 achter komt. “Dat hebben we al vaak gehad. Dan wordt het nog lastiger.” Zeker wanneer je zelf niet scoort. “We moeten beter met onze kansen omgaan, ikzelf ook. Tegen Rimboe nog.” En minder makkelijk goals tegenkrijgen, met hem als middenvelder óf buitenspeler. “De eerste seizoenshelft speelde ik eigenlijk alles ‘op tien’, nu sta ik vaak links-of rechtsbuiten.” Nadat Delcroix dus de overstap maakte vanuit het tweede. “Het eerste jaar, begon ik daar bij de selectie. Tijdens de winterstop ging ik over, als spits.” Tegenwoordig dus fitter als ooit. “Ik geniet er nu veel meer van.” En dus legt de inwoner van Achtmaal, wonend naast het voetbalveld, de lat maar lekker hoog. “Zo snel mogelijk met Zundert promoveren! Dat lijkt mij een reële ambitie.” Ook voor zichzelf. “Mocht er op voetbalgebied ooit meer in zitten, zou ik dat wel leuk vinden. Dan sta ik er zeker voor open. Maar dat is nu nog buiten beeld.” Voor Teunissen is en blijft er maar één club Hij trainde tot zijn 75ste de jeugd, is nog steeds lid en doet volop vrijwilligerswerk. Ad Teunissen is bij Unitas’30 een clubman in hart en nieren. En dus geniet de voormalig voetballer, wonend ‘op De Leur’ er nog iedere dag van. “Zo kan je toch wat blijven doen voor de club.” Want de inmiddels 78-jarige Teunissen mag dan net zijn gestopt met het trainen van de jeugd, stilzitten doet de clubman natuurlijk niet. “De kantine, het sportpark en de tribune, ruimen we netjes op. Even schoonvegen, met een groep van een mannetje of acht.” Vol oud-voetballers, vertelt hij. “Samen de wedstrijden doornemen, we zijn eigenlijk een soort sprekende krant.” Want wedstrijden missen, doet de vrijwilliger eigenlijk niet. “Thuis ga ik altijd bij het eerste kijken. Limburg vind ik wat te ver, ben je weer een hele dag van huis af.” WEINIG VERANDERD Al was dat in zijn tijd misschien niet veel anders. “Ik was twaalf jaar en acht maanden, toen werd ik lid. Op 1 januari 1958, ging ik naar de ambachtsschool.” Toch was Teunissen er eigenlijk al veel eerder bij, herinnert hij zich. “Mijn broers voetbalden er al, dus vanaf het moment dat ik kon lopen, liep ik op het voetbalveld. Je mocht alleen niet eerder lid worden.” Ergens anders, voetbalde de ‘linksbinnen’ nooit. “Ik was heel standvastig!” Maar het eerste, bereikte hij eigenlijk niet. “Een paar keer, vaak speelde ik bij het tweede.” Op een positie dus, die je nu eigenlijk niet meer kent. “Dat was heel anders! Net als het voetballen nu.” Maar behalve dat, is er bij Unitas’30 volgens hem maar weinig veranderd. Aan de sfeer dan. “Het is gewoon een geweldige club. En dat blijft het. Eentje waar ik met veel plezier kom.” Sinds vroeger. “Je zat bij de muziek en op voetbal. Meer was er in die tijd niet. Al heb ik ook nog even judo gedaan.” Naast het vele seizoenen trainen van de jeugd dus. “Ik heb alle categorieën gehad. Van die gasten, zijn er al opa’s bij nu.” Ook de lagere elftallen, gaf Teunissen training. Pas op zijn 75ste, vond hij het genoeg. “Met 60 ging ik met pensioen, toen zijn we op woensdagmiddag gaan trainen. Dat was een leuke tijd. Kaboutertjes, die net begonnen met voetballen. Sommige van die jongens, zitten nu in het eerste.” SOCIAAL Ook in het bestuur, vervulde Teunissen jarenlang trouw zijn rol. “Ik ben tien jaar lang de ‘voetbaltechnische man’ geweest.” Toch vond hij één ding het allerleukste: “De sociale contacten. Dat zouden meer mensen moeten doen, niet alleen vrijwilligers. Gewoon gezellig bij elkaar komen, met het hele dorp bijeen. Dat is een sociaal gebeuren, zoiets moet je stimuleren.” En dat niet alleen. “Veel mensen weten niet hoe leuk vrijwilligerswerk is.” Teunissen duidelijk wel. “Op maandag en zondag zijn we op de club. We hebben timmermannen, stratenmakers, lassers en klusjesmannen, dus dat doen we allemaal zelf. Zo helpen we de club ook financieel een handje.” Gewoon simpel door te bellen. “Als er een goal kapot is, bellen ze ons op woensdag op: We hebben weer een klusje. Dan gaan we.” Alles mag en niks moet. “Zo werken wij!” Want één ding is volgens Teunissen zeker. “Het is een prachtige club én een plezierige groep. Dat willen we graag zo houden.” Met hem er als het goed is bij. “Het houd je ook op de been! Gewoon gaan en altijd bezig zijn. Als ik mezelf zo voel, kan ik het prima volhouden en blijven we het lekker doen.” Net als wonen op ‘De Leur’. “Daar blijf ik!”

RkJQdWJsaXNoZXIy ODM1NjU=