VoetbalJournaal Etten-Leur, voorjaar 2024

13 R RO ROB OBE YBE YSE YSP SPO POR OTR SRT TSW SWE WAE AER AR . C R . OC . COM OM M Van Dorst scoort bij RSV buiten de lijnen Een tegelpaadje leggen, lijnen trekken of een stukje grasmaaien. Je kunt het zo gek niet bedenken, of Frans van Dorst doet het samen met zijn ‘kameraden’ bij RSV. Want als lid van de onderhoudsploeg, heeft de voormalig voetballer het er maar gezellig druk mee. “Het is leuk om te doen en voelt nooit als een verplichting.” En vooral dat laatste, is maar goed ook. Want Van Dorst (70) is steevast iedere maandag op de club te vinden. “We zijn allemaal pensionado’s, dus dat is hartstikke gezellig onderling. Bakje koffie en een worstenbroodje, zo gaat dat.” Met een mannetje of tien. “Laatst zijn we met z’n allen uit eten geweest.” Op eigen kosten, lacht hij. “We halen met een aanhanger oud-ijzer op, dat brengen we dan weer weg.” WAARDERING Een terechte beloning, voor alles wat ze bij RSV doen. “Met een maaimachine buiten de velden maaien, reclameborden schoonmaken, kleedlokalen en de kantine onderhouden of wat hekwerk. Eigenlijk allerlei veel voorkomende werkzaamheden.” Gewoon om elkaar te helpen. “Ik zit nu al best lang bij de onderhoudsploeg, sinds 2014. Daarvoor heb ik twintig jaar de kantine gedaan.” Maar tegenwoordig gaan ze dus op maandag aan de slag. “Toen zijn we een ploegje gaan vormen, dat was natuurlijk veel makkelijker. Het is gewoon zo leuk om te doen.” Vooral het straatwerk en het maaien, vertelt hij. “Dat vind ik het leukste om te doen. Maar er zit ook geen drang of verplichting achter, hè. Soms zetten we bankjes naast het veld, of vervangen we de reclameborden. Die worden bruin van de beregening.” Gelukkig wordt hun werk, meer dan gewaardeerd, merkt Van Dorst. “Dan krijgen we complimenten: ‘Het is een mooi paadje geworden’. Of jongens van het eerste komen wat drinken brengen, als we met het klusteam bij elkaar zitten.” Niet zo gek ook, blijkt. “Ik voetbalde vanaf mijn negende bij RSV, eerder mocht toen nog niet. Pas op mijn 60ste ben ik gestopt.” Tot het eerste, schopte Van Dorst het echter niet echt. “Een half jaartje maar, voor de rest vooral in het tweede of derde.” Als spits. “Dan moet je proberen veel doelpunten te maken, hè.” JUBILEUM Scoren doet hij buiten het veld, nu in ieder geval wel. “Je zit er helemaal in gebakken, met de mensen om je heen. Zo’n club verlaat je niet.” Eveneens als voormalig kantinebeheerder dus. “Dat heb ik twintig jaar gedaan, daarna komt er altijd weer een nieuw iemand.” Maar met zijn betrokkenheid, is na al die seizoenen nog altijd niks mis. “Thuis ga ik altijd kijken bij het eerste, uit naar Zeeland vind ik tegenwoordig wat te ver. Vroeger ging ik dan wel mee.” Hopend op een kampioenschap? “Dat is natuurlijk altijd mooi, alleen promoveren naar die derde klasse hoeft voor mij niet zo. De vierde klasse is mooi voor RSV, dat vind ik een mooie competitie.” Met de inwoner van Rucphen in ieder geval langs de lijn. “Ik blijf het doen, zolang ik het kan. We hebben onlangs ons 90-jarig bestaan gevierd, nu hoop ik natuurlijk het 100-jarig jubileum ook mee te maken!” Na drie seizoenen als trainer van RSV, komt er na de zomer een einde aan het huwelijk tussen Jaimy van Wortel en de Rucphense vierdeklasser. Ondanks dat de spelersgroep eigenlijk wel met hem door wilde. “Voor mij voelde een vierde jaar als net iets te veel...” Van Wortel stopt bij RSV: ‘Straks ga je te lang door’ Misschien wel een klein beetje ingegeven, door de resultaten, vertelt hij. “We hebben hier en daar iets te veel dure puntjes laten liggen. De doelstelling was om de top vijf te halen, dat kan nog steeds, maar we moeten toch ook te veel naar onder kijken.” Van Wortel (34) weet wel waarom. “We zijn echt een voetballende ploeg geworden, tegen fysieke tegenstanders. Daar gaan we soms te veel in mee en dan troeven ze ons af.” Daardoor krijgt RSV naar zijn zin, ook te veel doelpunten tegen. “We willen graag vooruit, met een jonge groep, alleen moet dan wel de restverdediging op orde zijn. En vaak moeten we wedstrijden ook zelf eerder afmaken.” VOETBALLEN Want ook daar, zit wel een beetje de crux, volgens Van Wortel. “Je moet jezelf belonen in goede wedstrijden, door doelpunten te maken.” Zorgen maken doet de oefenmeester zich echter niet. “Het woord degraderen ga ik niet in mijn mond nemen, maar die nacompetitie zweeft toch wel een beetje in het hoofd.” Bij de club die hem drie jaar geleden, naar eigen zeggen, een mooie kans bood. “Ik kwam natuurlijk van de jeugd, dus daar ben ik RSV nog steeds heel dankbaar voor.” Overgekomen van VVR, belandde Van Wortel in het seniorenvoetbal. “Er was veel werk aan de winkel, want eigenlijk speelden ze hier altijd op de counter of de lange bal. De klik met de groep was er meteen, dus daar wilde ik destijds graag mee gaan werken!” En naar zijn hand zetten. “We hebben bewust voor ‘voetballen’ gekozen, om dat erin te slijpen. Uiteindelijk denk ik dat we iets moois hebben neergezet, als een stabiele vierdeklasser.” Want het countervoetbal, dat moest eruit. “Niet achteruitlopen, maar drukmomenten kiezen. Positiespel spelen en veel meer tactiek. We hebben echt voetbal erin gebracht. Nu willen we zelf de bal hebben.” Iets om trots op te zijn, vindt Van Wortel. “Dat ik het vanuit mijn hoofd, bij de spelers heb weten te leggen. Daardoor hebben we echt goed voetbal gespeeld, ik vind het mooi dat we dat samen hebben kunnen bereiken.” LEERZAAM Maar genoeg voor een vierde jaar, was dat dus niet. “Een moeilijke beslissing. De groep wilde graag nog een seizoen door, maar ik vond dat net iets net te veel. Straks ga je te lang door... Nu kunnen we in ieder geval goed afsluiten.” Want dat, is natuurlijk wel de bedoeling. “Ik vind nog niet dat we er het maximale uit hebben gehaald, de resultaten zitten nog wat tegen. Toch gaan we niet anders voetballen, dan haal je het plezier uit die spelers.” En voordat Van Wortel vertrekt naar competitiegenoot en concurrent WVV’67 wil de trainer genieten van zijn laatste weken in Rucphen. “Voor mezelf moest ik een stapje zijwaarts zetten. Hun manier van voetballen sprak me aan en ook het trainen van een jonge groep is goed bevallen, maar ik ga de club en het gevoel van één team zijn straks echt wel missen. Net als de drive van die jongens. Ik ben hier altijd met open armen ontvangen.” Een meer dan leerzame periode, zo reflecteert hij. “Ik heb geleerd hoe je om moet gaan met seniorenvoetbal. Hoe je spelers moet benaderen en juist individueel met jongens bezig moet zijn. Vooral door veel te praten met elkaar.” En goed te presteren natuurlijk. “Vijfde worden zou een mooie afsluiting zijn. Helemaal na ons bekerseizoen.” Daarna slaat de inwoner van Hoeven zijn vleugels verder uit. “Mijn ambities zijn groot, maar het moet ook allemaal maar net passen. De komende drie jaar wil ik mijn UEFA B halen, daarna kijken we verder!”

RkJQdWJsaXNoZXIy ODM1NjU=