VoetbalJournaal Etten-Leur, voorjaar 2024

11 R RO ROB OBE YBE YSE YSP SPO POR OTR SRT TSW SWE WAE AER AR . C R . OC . COM OM M Hoeven heeft nu een echt meidenteam Met de aanhoudende stroom aanmeldingen van vooral meiden, werden de jeugdteams bij Hoeven eigenlijk een klein beetje te groot. Dus toen er na een oproepje nog eens drie bijkwamen, was mede door de inzet van onder andere Kim Meijer de nieuwe MO10 geboren. En daar zijn ze maar wat blij mee. “Het is hartstikke leuk om te zien!” Helemaal vanuit haar rol in het jeugdbestuur en coach van het team van haar zoon. “We kregen zoveel aanmeldingen binnen, vooral van meiden. De teams werden te groot, dus dachten we: Waarom zetten we geen meidenteam op?” En zo geschiedde. “Toen hebben we een oproepje gedaan, kwamen er nog drie bij en konden we een team maken.” Alleen nog een coach, lacht ze. “Een vader kon maar één keer, maar we wilden graag twee keer trainen. Dus deed ik het een tijdje zelf op maandag.” HOOP LOL Inmiddels is Meijer trainster af, maar aan de populariteit van het meidenvoetbal doet dat niks af. “Dankzij de Oranjeleeuwinnen, wordt het voetbal steeds populairder. Dat merken we aan de aanmeldingen.” Dus ook bij Hoeven. “We hadden het bij de jeugd nog niet voor elkaar om een meidenteam op te richten, nu met een team van acht dus wel.” Al kan er altijd wat bij, vertelt ze. “In principe zoeken we nog twee meiden.” Ook richting volgend jaar. “Dan wordt dit de MO11, hopelijk spelen we dan wel competitie tegen meiden.” En dus wordt er keihard getraind. “Twee keer per week! Ze hebben zoveel plezier samen en je ziet ze echt ontwikkelen. De meiden weten nu ook al te scoren, dat zorgt voor motivatie.” En een hoop lol. “Het is veel leuker voor ze om echt samen te voetballen, in plaats van met jongens. Dat is hartstikke leuk om te zien.” Maar ook om te trainen, weet Meijer. “Het is een heel andere energie. Lekker kletsen over: ik heb dit gedaan, ik heb dat gedaan. Ze hebben een ander karakter. Dat enthousiasme is mooi om mee te maken.” Helemaal als er ook nog wat opgestoken wordt. “Ze luisteren, doen hun uiterste best én willen leren.” Een mooie ontwikkeling, vindt Meijer. “Als club moeten we zorgen dat we voor meisjes een echt meidenteam kunnen maken. Nu de interesse steeds groter wordt, moeten we dat doortrekken.” ALS TEAM Want ook dat, is volgens haar belangrijk. “Die sportiviteit wil je op een zo divers mogelijke manier aanbieden. Om te laten zien: ‘Hier besteden we ook aandacht aan’. Met meiden van ons eigen dorp en vaak gewoon bij elkaar uit de klas.” Zaak om ze te gaan binden dus. “Dat verrijkt de club!” En dat terwijl Meijer zelf, nooit iets met voetballen heeft gehad, vertelt ze lachend. “Ik was hockeyster! Op mijn zestiende ben ik daar ook gaan coachen. Heb toch een hart voor een vereniging.” Dat is voor haar dan ook het leukste van trainer zijn. “Met elkaar samenspelen, als een team. Dat probeer ik de jongste jeugd (JO10-3) ook bij te brengen. Je wint een wedstrijd, door elkaar iets te gunnen.” Het geeft de inwoonster van Hoeven nog altijd een ‘kick’. “Samenspel zien op trainingen en in wedstrijden, daar krijg ik een warm hart van.” Hoe ze dat voor elkaar probeert te krijgen? “Door goed te communiceren en uit te leggen. Dat ze duidelijk elkaars rol begrijpen. Als ik er één doorlaat, moet hij dus twee keer scoren.” Want, zo vindt Meijer. “Iedere rol is even belangrijk. Zo probeer ik iedereen te betrekken in het spel. Op een leuke, positieve en kinderlijke manier.” En na vijf seizoenen als trainer, kan ze het weten. “Mijn zoon ging voetballen, sinds dat moment ben ik betrokken.” Maar sinds anderhalf jaar dus niet alleen op het veld. “Binnen het jeugdbestuur trek ik de kar wat betreft jeugdactiviteiten en coördineer ik de plaatsing van spelers. Eigenlijk een soort aanspreekpunt voor de jeugd tot en met de JO12.” En dus blijft ze het zeker doen. “Daar maak ik gewoon tijd voor!” Na vijftien maanden blessureleed, maakte Morris Meesters afgelopen januari zijn rentree in het eerste van Internos. En dus is de middenvelder van de derdeklasser voorlopig vooral heel blij om weer terug te zijn. Want makkelijk, was die periode voor hem absoluut niet. “Je voelt jezelf er toch geen onderdeel van.” Morris Meesters vijftien maanden buitenspel: ‘Je valt in een soort gat’ En dat allemaal, door dat ene moment tijdens een training begin oktober 2022. “Het liep al heel de avond niet lekker, uit frustratie schiet ik een bal weg en ik klap vol door mijn enkel.” Foute boel, wist Meesters (26) zelf ook direct. “Ik verging van de pijn en kon er meteen niet meer op staan.” Foto’s en bezoekjes aan de fysio volgden. “Ze dachten dat ik mijn binnenste enkelband had afgescheurd, dat proces duurde drie maanden. Stapje voor stapje, kon ik weer het veld op.” Tot het opnieuw misging. “Ik landde weer op die enkel...” GELUKKIG Nieuw onderzoek in het ziekenhuis, zorgde voor uitsluitsel. “Uit een CTscan en MRI-scan bleek dat ik kraakbeenschade had in mijn enkel. Een operatie werd aangeraden.” Die volgde in mei van dat jaar, waarna Meesters zes weken op krukken moest lopen. “Ze hebben ‘gaatjes’ gemaakt, zodat daar littekenweefsel kon groeien.” Heel wat bezoekjes aan de fysio later, is de voormalig aanvoerder terug. “Sinds de winterstop ben ik weer fit. Op 8 januari, tijdens een oefenwedstrijd met Sprundel, maakte ik mijn rentree. Dat was heel bijzonder”, herinnert hij zich. “Iedereen op de bank ging klappen en was natuurlijk blij voor mij. Dat was heel leuk. Eindelijk weer ‘het spelletje’ spelen, toen kwam ik vrij gelukkig thuis, kan ik je zeggen.” Want na vijftien maanden zonder wedstrijd, beleefde Meesters naar eigen zeggen een bij vlagen moeilijke periode. “Het is niet alleen het voetballen wat je mist, maar ook padel en fitness. Ineens kan je niks meer. Je valt echt in een soort gat.” Niet alleen sporttechnisch, vertelt hij. “Het sociale aspect mis je ook. De spelers. Tuurlijk ga je iedere wedstrijd kijken, maar je voelt jezelf er toch geen onderdeel van. Staat je te verbijten langs de lijn.” Mentaal zwaar dus. “Klap na klap, iedere keer wordt je rentree opnieuw vooruitgeschoven, daardoor heb je geen doel. Dat wordt op een gegeven moment een beetje troosteloos.” EXTRA MOOI Hoe anders, is dat nu. “Ik heb nergens meer last van! Mijn enkel wordt nog wel ingetaped, alleen ik speel zonder angst. Maar wel met verstand.” Loon na vijftien maanden hard werken. “Dat geeft een goed gevoel!” Bij de club waar Meesters al zijn hele leven speelt. “Op mijn vierde ben ik lid geworden. In al die jaren heb ik wel eens overwogen ergens anders te gaan kijken, maar heb het hier ook altijd naar mijn zin gehad. Uiteindelijk wil ik hier iets moois neerzetten.” De laatste seizoenen, lukt dat met goede prestaties best aardig. “Samen met sommige jongens, zijn we richting het eerste gegaan. Dat maakt het extra mooi. Buitenom de voetbal, zijn dat ook gewoon vrienden.” Net als veel anderen binnen de vereniging. “Je kent natuurlijk ondertussen bijna iedereen. Mensen zijn hier vriendelijk en altijd bereid om te helpen”, vertelt de inwoner van Etten-Leur. “En ook daar ga ik nooit meer weg!” FIT BLIJVEN Zelfs al vallen de resultaten op het voetbalveld tegen. “Op zich kan het beter. Vooral tegen laagvliegers hebben we te weinig punten gepakt, mede vanwege de personele bezetting. Dat is soms lastig.” En dus wordt de vooraf gestelde doelstelling een lastig verhaal, voor de derdeklasser. “We gingen voor promotie, maar rond de winterstop, stonden we ineens rond de nacompetitieplekken voor degradatie en moesten we naar beneden kijken.” Met een competitie die heel erg dicht bij elkaar ligt, blijft het dan ook oppassen, weet Meesters. “Dat heb ik eigenlijk nog nooit zo meegemaakt. Als we vrijuit gaan voetballen, kunnen we hopelijk nog stiekem kans maken op een doorgeschoven periode.” Met hem voorlopig dus niet als aanvoerder. “Ik ben het altijd geweest, maar nu even niet. Dat is ook niet erg na vijftien maanden afwezigheid, het belangrijkste is dat ik weer voetbal. Al was ik altijd heel trots op die band.” Tijd genoeg voor de middenvelder, om zich nu te focussen op zijn eigen spel. “Ik heb een beetje een vrije rol, box-to-box en maak veel vuile meters. Van voor naar achter en van links naar rechts.” En voorlopig, kunnen ze daar bij Internos nog wel even van genieten. Als het aan hem ligt dan tenminste. “Ik had het er laatst nog met Sven (van Zwam) over. Hoelang gaan we nog door? Tot ons 32ste bij het eerste en dan een stapje terug.” Maar eerst, moet er dan nog samen wat bereikt worden. “Ik zou héél graag naar die tweede klasse willen gaan.” En fit blijven natuurlijk. “Dat is voor mezelf wel een belangrijk dingetje. Mijn lichaam heel houden.” Want, zo heeft Meesters geleerd. “Voetbal is heel belangrijk, maar niet alles...”

RkJQdWJsaXNoZXIy ODM1NjU=