R RO ROB OBE YBE YSE YSP SPO POR OTR SRT TSW SWE WAE AER AR . C R . OC . COM OM M 5 Aanvaller Jordi Nijs herstelde van reuma: ‘Mentaal was het zwaar’ Toen hij een jaar of vier geleden wakker werd met een dikke knie, maakte Jordi Nijs zich in eerste instantie nog niet al te veel zorgen. Maar al snel werd duidelijk dat het erger was, dan een beetje vocht. De aanvaller van tweedeklasser Victoria’03 bleek te kampen met reuma, overwon een aantal flinke hobbels en is nu weer helemaal hersteld. “Mentaal was het zwaar, om steeds weer op nul te beginnen.” In zijn vierde seizoen bij de club, Nijs speelde eerder onder meer voor Baronie en Halsteren, is zijn start in ieder geval hoopvol, vertelt hij. “Ik ben nu weer fit en heb nergens last van.” Heel logisch klinkt die laatste zin voor de 31-jarige inwoner van Zegge gezien de voorbije jaren niet. “Begin vorig seizoen kreeg ik een schop, had ik weer mijn kniebanden verrekt...” Toch was dat gezien zijn medische historie, dus nog lang niet het ergste. “Ik werd een jaar of vier geleden wakker met een ontsteking in mijn knie. Dat bleek reuma te zijn.” Nijs kwam terecht bij de reumatoloog, kreeg medicatie voorgeschreven om de ontsteking af te remmen en maakte langzaam weer stappen vooruit. “Tot de medicijnen werden afgebouwd en het terugkwam in mijn voet, knie en ruggenwervel.” FYSIEK Een nieuwe klap voor de ooit zo watervlugge buitenspeler. “Mentaal is dat wel zwaar, om steeds weer op nul te beginnen. Dat wordt de tweede of derde keer steeds minder leuk. Opnieuw opbouwen is lastig. Je bent op een gegeven moment blij met ieder stapje.” Gelukkig voor hem, helpt zijn omgeving daarin meer dan genoeg mee. “Het is een leuke club, met leuke jongens.” Helemaal onbekend, is die omgeving voor Nijs dan ook niet. “Ik woonde vroeger in Oudenbosch en via-via kwam ik weer hier terecht. Als ik ooit lager ga voetballen, is het bij Victoria’03, riep ik altijd. Dus dat heb ik gedaan!” Tegenwoordig in de tweede klasse. “Afgelopen seizoen kon beter, maar we zijn er wel in gebleven. Op het einde was het nog spannend, maar het was net op het randje.” Toch kan hij dus wel leven met die achtste positie, tijdens het debuutseizoen. “Er zit meer voetbal in deze competitie. De derde klasse is toch vooral fysiek.” En laat dat voor Victoria’03 nu net goed uitkomen. “Wij hebben juist weinig fysiek, haha!” Het doel voor dit seizoen? “Sowieso handhaven en misschien met wat geluk voor een periode gaan. We zetten hoog in, maar die doelstelling heeft iedereen eigenlijk wel.” LAATSTE SEIZOEN Toch gaat dat niet vanzelf, weet Nijs inmiddels. “In plaats van de lange bal, moeten we proberen meer te gaan voetballen. Als we dan ook nog minder tegengoals krijgen...” Al heeft de rechtspoot zelf, natuurlijk een heel ander streven. “Fit blijven, dat is mijn doel!” Want stoppen met een blessure, dat kan eigenlijk niet. “Ik heb de afgelopen jaren al een paar keer gezegd dat ik aan mijn laatste seizoen bezig was, maar nu denk ik het wel echt.” Mede door de fysieke ongemakken? “Het duurt langer om te herstellen Als ik op zondag heb gespeeld, voel ik het op maandag en dinsdag nog steeds. Dan kan ik net trainen en begint het weer opnieuw. Dat raak je op een gegeven moment wel beu.” Gelukkig komt hij op basis van zijn ervaring en talent, de aanvaller speelde in de jeugd voor RBC Roosendaal, NAC Breda en Royal Antwerp, een heel eind. “Ik was altijd héél snel, zeiden ze. Nu ben ik een hangende linksbuiten, die vooral in de bal komt. Een typische voetballer, iemand die graag een steekpass probeert te geven.” Want, zo lacht Nijs. “Liever iemand voor de goal zetten, dan zelf scoren.” Of, zoals het een echte teamspeler betaamt: “Als we er maar in blijven!” Het is voor Osman Erbas na periodes bij Bavel en Dongen, zijn derde trainersklus bij een dorpsclub. En dus begint de nieuwe oefenmeester van eersteklasser Moerse Boys, langzaam wat parallellen te zien. “Bepaalde kenmerken die ik gewend ben, vooral betrokken en gastvrij.” Geen sabbatical, maar Moerse Boys voor Erbas Foto: Mariella Aarsman Foto: Ron Hendrikx Corne Sannen Machinist hydraulische machines / grondwerker Riolering en Straatwerk sannen.corne@gmail.com / +31 651461292 0291165.pdf 1 9-10-2023 12:02:22 0292185.pdf 1 9-10-2023 15:07:19 En dat is toch anders, dan bij een club uit de stad. “Daar is er minder betrokkenheid omheen. Trainingen of wedstrijden kijken en blijven hangen in de kantine op donderdagavond. Hier moet je eerder spelers eruit sturen, dan dat je ze een ‘boete’ moet geven.” Want met al zijn ervaring, weet Erbas: “Dat is geen vanzelfsprekendheid, maar hier bij Moerse Boys gelukkig wel. En dat hoort ook bij amateurvoetbal, vind ik.” Dus bevalt het de 48-jarige trainer tot nu toe meer dan prima. Al had het zomaar heel anders kunnen lopen. “Ik had bekend gemaakt te stoppen bij Dongen, wilde nergens solliciteren en dacht aan een sabbatical. Tenzij er echt iets moois zou komen. Toen kwam dit al snel...” OP DE TENEN Een paar weken later, was het rond. “De club zat de laatste jaren in een aardige opmars en ik volg het voetbal natuurlijk uitgebreid. Als ik hier speelde met tegenstanders, was het ontvangst altijd vriendelijk. Een mooi complex, lekker grasveld.” Veel raakvlakken dus met zijn vorige clubs, maar toch is er ook één belangrijk verschil, vertelt Erbas. “Bij Dongen had je de mogelijkheid om spelers van buitenaf te halen, daar kon je ‘de markt op’. Bij Moerse Boys is dat niet van toepassing, ze betalen ook geen premies. We doen het puur met jongens uit de eigen opleiding. Dat is vrij uniek op dit niveau.” Een niveau, dat hem tot nu toe wel kan bekoren. “De groep is bereid om vanuit het collectief hard te werken. En ze nemen alle kennis op, dat is voor een trainer natuurlijk wel fijn.” Toch is het ook voor Erbas, even wennen. “Ik merk dat de coaching meer individueel is en een paar stappen terug. Naar de basis. Maar dat is eigenlijk wel weer heel leuk! Op een hoger niveau is het meer algemeen. Hier ga je wat dat betreft dieper op het trainersvak in.” Dat doet de inwoner van Teteringen, na de degradatie van vorig seizoen, dus in de eerste klasse. Met doorgeschoven jeugd, een uitdaging op zich. “We moeten in deze klasse echt flink ons best doen hoor!” Want Erbas weet inmiddels precies hoe het is. “Ik zat vorig jaar met Dongen zelf ook in een vrij zware periode, dus ik begrijp wat op je tenen lopen doet met spelers. En Moerse Boys doet dat nu al een paar jaar. Tuurlijk wil je ook als trainer altijd op het hoogste niveau spelen, maar een klasje lager dan die vierde divisie valt wel wat voor te zeggen.” GROEPSPROCES In een competitie die ook voor hem, nog vrij onbekend is. “Het is leuk om weer eens nieuwe tegenstanders tegen te komen. Of we echt op moeten gaan passen? Daar heb ik een aantal wedstrijden voor nodig, om dat in te kunnen schatten. Ook wat het niveau is. Voorlopig hoop ik dat we meedoen in de middenmoot, dat zou mooi zijn.” Maar Erbas, in het dagelijks leven ambtenaar bij de gemeente Oosterhout, blijft op zijn hoede. “We wisten dat er spelers zouden stoppen, dus individueel hebben we ingeleverd, maar het collectief is een hechte groep. Met veel dynamiek en energie.” Voor hem misschien wel het mooiste aspect van trainer zijn. “Dat groepsproces vind ik leuk, beginnen op nul en dan bijsturen.” Zijn eigen rol daarin? “Ik zit als persoon tussen joviaal en afstandelijk in. Door veel gesprekken te voeren, probeer ik spelers te overtuigen.” Ook op het veld. “Bij een nieuwe club begin ik altijd met de manier van drukzetten. Daarna volgt het verdedigende aspect en de omschakelmomenten.” Het liefste met behulp van videoanalyse. “Over beelden valt niet te discussiëren. Op die manier kun je jongens heel goed meenemen in de speelwijze.” Want uiteindelijk valt of staat, alles met resultaat. “Anders krijg je altijd gemor.” Aan de randvoorwaarden, ligt het volgens Erbas in ieder geval niet. “Een camerasysteem, we gaan op trainingskamp en alle spelers hebben een polsslagbandje, zodat we ze via een iPad kunnen monitoren.” Alle ingrediënten voor succes, dus. “Nu gaat het om de ontwikkeling, individueel én als groep. Pas als je die progressie ziet, heb ik als trainer een meerwaarde!”
RkJQdWJsaXNoZXIy ODM1NjU=