30 R RO ROB OBE YBE YSE YSP SPO POR OTR SRT TSW SWE WAE AER AR . C R . OC . COM OM M Na anderhalf jaar bij het tweede van Sprundel, wilde Mark Monden graag eens ergens anders in de keuken kijken. Het werd, na een aantal goede gesprekken, de keuken van het naar de vijfde klasse gedegradeerde Achtmaal. En niet als trainer van het tweede, maar bij het eerste. “Het is opletten dat je niet vervelend gaat worden.” ‘Spelers vergeten nooit welk gevoel je ze geeft’ Want hoewel Monden (40) een fantastische tijd heeft gehad bij het tweede van Sprundel, was de gedreven trainer toe aan iets nieuws. “Ik heb een enorme winnaarsmentaliteit en ben bloedfanatiek. Als ik nog een jaar door was gegaan, kon het misschien té worden. Daar was ik bang voor. Dat wilde ik niet, zeker niet op mijn eigen dorp.” Gelukkig liep hij op dat moment voormalig Achtmaal-trainer John van Aert tegen het lijf. “Of ik open zou staan voor een gesprek bij Achtmaal, vroeg hij. Op dat moment had ik nog geen papieren, maar het kriebelde wel meteen...” UNANIEM En dus besloot Monden te solliciteren. Niet veel later kwam hij op gesprek. “Zaten daar negen man! Zoiets had ik nog nooit meegemaakt. Spelers, mensen van het bestuur. Dat gaf meteen aan hoe belangrijk ze een trainer vonden.” De inwoner van Sprundel, die zeven jaar geleden zelf stopte met voetballen, viel met zijn neus in de boter. “De sportieve ambitie sprak mij direct aan.” Sterker nog. “Na het eerste gesprek, was ik er eigenlijk wel gelijk uit. Ik had een presentatie gemaakt, met mijn idee over voetbal. Later hoorde ik dat iedereen unaniem was. Het klikte gewoon.” Heerst dat goede gevoel bij Monden maanden later nog steeds? “Achtmaal is een mooie dorpsclub, een beetje net als Sprundel. No-nonsense. Dat past gewoon bij mij. Jongens die graag komen om te voetballen.” Dat terwijl de vereniging zelf, voor hem op voorhand niet al te bekend was. “Ik had er niet vaak tegen gespeeld, slechts een paar spelers kende ik. Maar dat is ook het mooie van deze club. Dat ze een jonge trainer de kans durven te geven.” Wat voor trainer halen ze met hem binnen? “Duidelijk en eerlijk, geen vraagtekens. Dat vinden spelers prettig. Iemand die realistisch probeert te voetballen.” Wat dat is bij Achtmaal, wil Monden nog niet zeggen. “Dat is een verrassing! Het systeem zit in mijn hoofd, maar is ook afhankelijk van de kwaliteit van een tegenstander. Al kijken we voornamelijk naar onszelf.” Heel veel anders dan een tweede elftal, is het trainen van een vlaggenschip volgens de oefenmeester in ieder geval niet. “Je bent nu misschien nog meer bezig met tactiek, maar ook bij Sprundel gingen die jongens er allemaal volle bak voor. Dat is een compliment. We willen samen echt iets neerzetten, een voetballeven is maar kort.” TACTISCHE SESSIES En dus moet je er vooral ook van genieten. Maar wat mogen we dit seizoen van Achtmaal verwachten? “Dat is aan de jongens. Ik heb er natuurlijk wel een idee over, toch mogen ze als groep samen een doelstelling bepalen én uitspreken. Op die manier worden ze er medeverantwoordelijk voor.” Die opvatting past bij hem als trainer, vertelt Monden. “Toen ik begon als trainer, had ik niet meteen de ambitie om een eerste elftal te halen. Of om iets buiten Sprundel te gaan doen. Maar na twee weken bij het tweede daar, dacht ik wel: dit is iets voor mij! De gedrevenheid, er continu mee bezig zijn.” De trainer, die in het bezit is van zijn UEFA C, weet wel waarom. “Het mooiste blijft voor mij het omgaan met die jongens. Je hebt te maken met pakweg twintig zielen, die in geen geval hetzelfde zijn, toch hebben ze allemaal één belang. Ondanks verschillende meningen, mentaliteit of persoonlijkheid.” En dat alles, valt of staat volgens hem met maar één ding: “Spelers vergeten misschien wat je gisteren ook alweer hebt gezegd, maar nooit welk gevoel je ze geeft.” Al moet er natuurlijk ook vooral goed getraind worden. “We doen veel tactische sessies. Hoe bouwen we op, hoe zetten we druk? Dan neem ik die jongens mee in een presentatie. Ze noemen me nu al laptoptrainer ben ik bang, haha!” Dat alles, het liefste op basis van beelden. “Op die manier leer je van fouten. Het zou fantastisch zijn als we onze wedstrijden kunnen filmen met een eigen videosysteem.” Behoorlijk ambitieus, maar Monden blijft tegelijkertijd met beide benen op de grond. “Ik ben een beginnende trainer, dus zal zelf ook genoeg fouten maken.” Aan fanatisme, in ieder geval geen gebrek. “Schijf, Wernhout en Zundert, zijn wat dat betreft voorbeelden voor ons. Die spelen nu derde klasse. Daar kijk ik best met gezonde jaloezie naar. Nu willen wij ook Achtmaal op de kaart zetten. Dat moet de ambitie zijn!” Van den Hoek wil vooral individu bereiken Wonend in Rotterdam en op meer dan veertig minuten rijden van zijn nieuwe club, moest het verhaal tijdens zijn kennismaking wel héél mooi zijn. Nou, dat was het. En dus is Pascal van den Hoek sinds dit seizoen trainer van derdeklasser Kogelvangers. “Alsof het ons vijfde gesprek was, zo voelde het.” En dat is maar goed ook, want zoals gezegd moet de 50-jarige Van den Hoek daarvoor een aardig stukje rijden. “Het is een eind weg, maar de klik was er. De sfeer die de club uitstraalt, daar had ik meteen een goed gevoel bij.” Ook na het zien van een wedstrijd én training. “Gevoelsmatig is dat voor mij belangrijk. In totaal hebben we drie gesprekken gehad, eigenlijk wisten we het na de eerste allemaal al wel. Toen reed ik met een grote glimlach naar huis. Daar wil ik graag werken, dacht ik!” Zo geschiedde. “We hebben een volwassen groep, met jongens die elkaar al langer kennen. Dat merk je wel, daardoor hoef je niet te beginnen met bouwen.” En dus lopen ze eigenlijk een klein beetje voor. “De echte mannen, sterkhouders en leiders, die hebben we al!” AANVOELEN Een mooie uitdaging, voor de Rotterdammer die voorheen vijf seizoenen trainer was bij SSS en zes jaar bij GOZ. “Ik was toe aan iets nieuws. Ze zochten bij Kogelvangers iemand die ‘close’ is met een spelersgroep. Een trainer die op persoonlijk vlak betrokken is.” In dat plaatje, bleek Van den Hoek meer dan perfect te passen. “Voor mijn werk begeleid ik op school jongeren met een problematiek. Dan begin je toch aan te voelen wat een persoon of groep nodig heeft. Even druk erop, of juist even niks. Je merkt op een gegeven moment wat werkt. Communicatie is daarin heel belangrijk.” Eigenschappen die je bij een nieuwe club, natuurlijk meer dan uitstekend kunt gebruiken. “Ik kende Kogelvangers niet echt. Alleen van naam.” Toch zet Van den Hoek, die elf seizoenen geleden begon als trainer bij SSS, hoog in. “We willen bovenin meedraaien, dat zijn we met deze groep aan onze stand verplicht.” Zeker ook na de vijfde plaats van afgelopen seizoen. “Dat willen we benaderen of het liefste natuurlijk overtreffen!” Toch is dat voor de trainer, misschien niet het allerbelangrijkste. “De mensen moeten vooral een leuke wedstrijd zien. We willen een eigen smoel aan Kogelvangers geven.” Wat dat is? “Aanvallend voetbal! Af van de lange bal, veel combineren en in de beweging zijn.” Dat vraagt de nodige training én coaching. “Ze worden er af en toe knettergek van, denk ik.” Al is het op een positieve manier, lacht de oefenmeester die in het bezit is van zijn UEFA B. “Vorig jaar heb ik al veel contact gehad met de aanvoerder en de assistent. Daardoor heb ik ook in de persoonlijke aandacht met spelers, veel tijd kunnen steken.” PLEZIER MAKEN Een belangrijk item voor Van den Hoek. “Ik ben een gevoelsmens en wil dat spelers meedenken. Jongens moeten voetbal vooral heel leuk vinden. Dat ze na een zware training nog steeds met een glimlach naar huis gaan.” Want, zo vertelt hij. “Plezier maken met elkaar, is heel belangrijk. Als het niet goed is, moet je dat kunnen zeggen. Een eerste elftal is prestatief, maar wel met gasten die voor hun lol op voetbal zitten. Dat moet je met elkaar zien te combineren.” En dus moet er vooral lekker en goed getraind worden. “Veel positiespelletjes op klein veld, overtal en ondertal én kijken naar elkaar. Niet als een kip zonder kop maar gaan rennen. Daar zit nog wel ruimte voor verbetering.” Gelukkig voor zijn spelers, is er ook altijd tijd voor een dolletje. “De oefeningen gaan achter elkaar door, maar soms doe je ook even iets leuks. Daarna kan het weer serieus. Dat zorgt voor uitdaging en variatie.” Precies dat proces, maakt het voor Van den Hoek mooi om trainer te zijn. “Mijn vader was ook voetbaltrainer, die nam mij overal mee naartoe. Ik stond altijd op een voetbalveld, zo is dat een beetje ontstaan.” Via het CIOS, een baan als sportinstructeur in de gevangenis en de KNVB, kwam de oud-voetballer van onder meer SCO’63 later zelf dus ook terecht in de dug-out. Met nu de volledige focus op Kogelvangers. “Ik wil hier echt wat neerzetten. De jeugd kan een boost gebruiken, dus die willen we kansen gaan geven. Bijvoorbeeld door ze mee te laten trainen. Maar ook door te kijken naar de trainers die daar lopen.” Voor de lange termijn dus. “Het wordt bij mij altijd meer dan één seizoen. Als het aan mij ligt, zit ik de komende jaren hier!”
RkJQdWJsaXNoZXIy ODM1NjU=