VoetbalJournaal Etten-Leur, najaar 2023

15 R RO ROB OBE YBE YSE YSP SPO POR OTR SRT TSW SWE WAE AER AR . C R . OC . COM OM M Een jubileum, moet je vieren. Helemaal als dat het 90-jarig bestaan van de club betekent. En dus, pakten ze bij RSV maar eens goed uit tijdens het laatste weekend van september. Stef Mol neemt ons mee terug in de tijd én naar de toekomst. “Onze identiteit is nooit veranderd.” ‘RSV is normaal blijven, dat past bij de club’ Met een vijfde plaats en bijna ook nog nacompetitie, draaide Schijf andermaal een goed seizoen. Tot verrassing van velen, maar niet voor de ploeg zelf, volgens Gilles Goorden. De aanvaller van de derdeklasser zag het, net als veel van zijn teamgenoten, eigenlijk wel aankomen. “We worden altijd een beetje onderschat.” Bij Schijf voelen ze zich geen underdog En dus keken ze er bij Schijf, allesbehalve raar van op. “Anderen misschien wel, maar wij hadden eigenlijk wel verwacht, dat we het zo goed zouden doen. Het jaar daarvoor deden we dat namelijk ook.” Hoe dat komt? “We zijn echt een team, blijven er vol voor gaan. Soms misschien door de lange bal te hanteren en duels te winnen, maar daar hebben we het genoeg ploegen moeilijk mee gemaakt.” BALGEVOEL Toch is dat een speelwijze, die niet helemaal bij de twintigjarige Goorden past. Als spits. “Weinig goals voor, ook weinig goals tegen. Meestal stonden we vrij verdedigend. Dat is voor mij als spits natuurlijk niet ideaal, als de bal maar weinig voorin komt.” En dus willen ze het bij Schijf dit seizoen toch net een beetje anders aan gaan pakken. “Met vier verdedigers achterin, konden we aanvallend iets meer klaarspelen, merkten we. Dat gaan we nu verder proberen!” Toch is de ietwat behoudendere speelstijl, niet de enige reden van het beperkte ‘balbezit’ van Goorden. “Ik heb de eerste helft van het seizoen gemist, toen zat ik voor mijn studie in Canada. Dat was super en echt genieten, maar natuurlijk niet handig als je net een nieuwe trainer (Aytaç Akkaya) hebt.” En dat niet alleen, lacht de student Sportkunde. “Mijn balgevoel was volledig weg!” Dat de teller voor de spits uiteindelijk stopte bij drie doelpunten, was dan ook niet zo gek. Al is hij daar naar eigen zeggen, niet al te veel mee bezig. “Gewoon lekker spelen én veel minuten maken.” Die kans is dit seizoen, door het vertrek van concurrent Dennis van Nijnatten, in ieder geval een stuk groter geworden. “Een aantal smaakmakers zijn weg, dat weten we ook wel. Toch moeten we in onszelf blijven geloven, dat is juist onze kracht. Intensiteit leveren en voetballend verbeteren.” Welke doelstelling hoort daarbij? “In ieder geval handhaven en dan kijken naar meer.” UITGEDUND Met de club waar Goorden speelt, sinds hij kan zwemmen. “Ik moest van mijn ouders eerst mijn zwemdiploma A en B halen, daarna mocht ik pas op voetbal. Dus toen ik die had, ben ik meteen gegaan! Een jaar of zeven, was ik.” Meer dan lang genoeg natuurlijk, om zich inmiddels helemaal thuis te voelen. “We komen allemaal uit het dorp zelf, dat vind ik fijn. Daardoor kan je het ook goed met iedereen vinden én blijft het team lang bij elkaar.” Toch is het nu even wennen, vertelt hij. “Er is een andere dynamiek in het team. Dat is logisch als er bepaalde jongens weggaan. Misschien dat we daardoor in het begin wat punten laten liggen.” Aan hem de taak, om dat te voorkomen. “Ik moet het hebben van hard werken en op de juiste plek staan. Dat past wel bij Schijf, normaal gesproken. In het veld ben ik veel bezig met waar de ruimte is. Een redelijk schot, maar niet heel technisch.” Genoeg ruimte voor verbetering nog dus. “Hier krijg je ook de tijd én de kans, om verder te ontwikkelen. Geen al te hoge druk, fouten maken mag en de sfeer is fijn.” Al maakt Goorden zich stiekem, misschien wel een beetje zorgen. “Er is weinig doorstroming vanuit de eigen jeugd, er gaan nu eigenlijk vooral spelers af. Daardoor is de groep flink uitgedund. Dat zal misschien nog wel een puntje worden.” Aan zijn liefde voor de club, zal het in ieder geval niet liggen. “Ik ga nooit weg bij Schijf!” Ook niet als er een andere aanbieding komt? “Als die ooit komt, zal het eerder van een lager elftal zijn. Ik ken mijn kwaliteiten.” Foto: FOTODOOR En Mol, die kan het weten. “Als klein jochie ben ik hier begonnen. Uiteindelijk van mijn vijftiende tot mijn 33ste zelf in het eerste gevoetbald. En pas op mijn 50ste echt gestopt.” Zijn grootste kwaliteit? “Hard werken! Op alle posities, behalve keeper. Ik moest het wel echt van mijn inzet hebben. Dan ga je in het veld steeds verder naar achter...” Later werd de 51-jarige inwoner van Rucphen penningmeester én traden zijn kinderen in zijn voetsporen. “Die zijn alle drie bij RSV gestart. De oudste, Fleur, speelt nu bij Excelsior. En de middelste zit bij het eerste. Dus de binding is nog altijd groot.” SOCIALE BINDING Heel gek is dat, gezien het karakter van de club, ook niet. “Een echte dorpsclub, ons kent ons. Dat is heel belangrijk. Een open vereniging, waar mensen zich welkom voelen.” En dat blijkt, vertelt Mol. “Oud-trainers komen regelmatig nog naar RSV.” Bruisende jeugd, maar ook florerende seniorenelftallen. “Ik voetbalde de laatste vijftien jaar in een lager elftal, dat is een echte vriendenclub.” Eén van de belangrijkste aspecten, vindt Mol. “De sociale binding is enorm. Je komt, door de voetbal, op heel veel plekken in de regio. Daardoor ken je ook veel mensen, dat is leuk.” Want als (reserve) vlagger bij het eerste en lid van de jubileumcommissie, zit hij allesbehalve stil. “En daarnaast ook nog supporter!” Vooral het organiseren van alle festiviteiten, kost tijd “We hebben met het huidige eerste, een wedstrijd gespeeld tegen oud-kampioenen. Toen hebben we vooraf eerst achterhaald wie dat allemaal waren, spelers plus trainers. Nummers gevraagd en een groepsapp gemaakt. Van de 48, kwamen er 44. Het is natuurlijk wel leuk, dat ze nog graag terugkomen.” Een jeugddag vol voetbalspelletjes en prominenten, een feestavond met DJ, natuurlijk een reünie én een pubquiz. Met voetbalvragen over de historie van RSV. Alles kwam in het laatste weekend van september voorbij. “We hebben best wel uitgepakt.” JAARTALLEN Maar gelukkig, is er ook tijd om even stil te staan bij een bijzondere mijlpaal. “Ik heb wel iets met jaartallen. Kijk vaak even hoe oud andere clubs zijn. Met RSV zitten we hier al 50 jaar op dezelfde plek, dat is toch gaaf? Maar misschien ben ik een beetje ouderwets.” Al is die trots, natuurlijk meer dan terecht. “Ons sportcomplex is prachtig. Met echte grasvelden, die bomen eromheen. Allemaal onderhouden door onze ‘oudere leden’.” Toch is er in die tijd, natuurlijk wel het één en ander veranderd. “We zijn een stukje groter geworden, Rucphen is en blijft een snelgroeiend dorp. Daarnaast heeft ook het meisjesvoetbal een enorme vlucht genomen.” En is de club een stuk duurzamer geworden. “Zonnepanelen, LED-verlichting, we zijn nu zelfvoorzienend.” De toekomst is zonnig, wat dat betreft. “Die zie ik wel rooskleurig tegemoet! Onze identiteit is nooit veranderd. Doe maar normaal, dan doe je gek genoeg. RSV is echt normaal blijven, met jongens uit Rucphen. Dat past bij de club.” KANTINE Al zit er daar, voor de zondagclub, misschien nog wel een puntje van zorg. “De tendens overal is natuurlijk wel die van het zaterdagvoetbal. Ik ben benieuwd hoe dat de komende jaren zal zijn. Weekendvoetbal? Dat zorgt ook weer voor een interessante diversiteit.” Welke dag ze ook spelen, Mol is er de komende jaren natuurlijk gewoon bij. “Om de jeugd te kijken of het eerste te volgen. En op donderdagavond, ga ik altijd even langs. Dat is onze gezellige kantine-avond.” Geboren en getogen in Rucphen, komend op het fietsje naar de club, heeft hij het volgende ‘doel’ alweer voor ogen. “Het 100-jarig bestaan zou helemaal uniek zijn. Daar gaan we zeker voor!”

RkJQdWJsaXNoZXIy ODM1NjU=