VoetbalJournaal Etten-Leur, najaar 2023

13 R RO ROB OBE YBE YSE YSP SPO POR OTR SRT TSW SWE WAE AER AR . C R . OC . COM OM M ‘Ervaring komt met de jaren, toch?’ Na een welverdiende vakantie waarin Tijn van Wesenbeeck genoot van wat rust, is zijn batterij voor een nieuw seizoen weer helemaal opgeladen. En dat is maar goed ook, want de jongeling van vierdeklasser RSV zet hoog in. “We hebben afgelopen jaar onder ons niveau gepresteerd.” Daar valt, met een achtste plek in de eindrangschikking, best iets voor te zeggen. “Net boven de degradatiestreep...” En dat merkte je, vertelt de twintigjarige Van Wesenbeeck. “Stiekem voel je die spanning. Dat speelt toch gewoon mee. Je gaat anders voetballen, omdat je ‘bang’ bent om te degraderen of fouten te maken.” Want, zo is de jongeling van mening. “Met ons team, hadden we een stuk hoger kunnen eindigen. Er had meer ingezeten, dit was eigenlijk onder ons niveau.” SPELLETJE MAKEN Gelukkig wisten ze in Rucphen wel ‘gewoon’ degradatie naar de vijfde klasse af te wenden én dus krijgt de ploeg dit seizoen een nieuwe kans. Om hogere ogen te gooien. “De groep is grotendeels hetzelfde gebleven, dus de doelstelling is om in ieder geval hoger te eindigen.” Al gaat dat niet makkelijk worden, weet Van Wesenbeeck. “Er zijn best wat teams uit de derde klasse bijgekomen, dus de competitie is zwaar.” Een mooie gelegenheid, om er zelf ook een schepje bovenop te doen. “We moeten vooral slimmer voetballen en minder afwachten. Gewoon gaan voor die bal.” Maar ook qua coaching, zijn er nog wel stappen te maken, vindt de rechtsback. “Meer communiceren en ballen ‘nacoachen’. Van voor, naar achter. Eigenlijk gewoon over het geheel. Dat zorgt voor een betere organisatie.” Iets wat past bij de leeftijd. Of eigenlijk het gebrek daaraan. “Je merkt dat oudere generaties slimmer voetballen, dat ontbreekt een beetje bij ons. Die ervaring. Maar dat komt met de jaren, toch?” Desondanks was de start van afgelopen seizoen hoopgevend, vertelt Van Wesenbeeck. “We begonnen heel sterk! Daarna kregen we te maken met blessures en lastige tegenstanders om tegen te voetballen.” Waar zat hem dat volgens hem in? “Wij willen graag het spelletje maken, veel teams zakken in en spelen dan de lange bal. Zie daar dan maar eens doorheen te voetballen. Als je dan ook nog kansen gaat missen of onnodige fouten maakt...” TEAM HELPEN Toch geniet hij als jongen van de club, van zijn eerste stappen in het seniorenvoetbal. “Dit is nu mijn tweede seizoen bij de selectie. In het begin was het wel echt een grote stap, het tempo ligt een stuk hoger. En ook fysiek wordt er veel meer gevraagd. Dat is wennen.” Maar, zo realiseert de verdediger zich meteen: “Je moet niet bang zijn en er gewoon volle bak inklappen.” Een handige eigenschap als rechtsback. “Als tegenstander kom je mij na het eerste duel nog wel een keertje tegen. Dat is een stukje doorzettingsvermogen. Ik wil graag de bal krijgen, loop veel en ben altijd in beweging. Op die manier probeer ik ook aanvallend, door er overheen te komen, mijn steentje bij te dragen.” Bij de voetbalclub, waar het op vijf minuutjes fietsen van zijn huis, voor Van Wesenbeeck heel wat jaren geleden allemaal begon. “Ik was vijf of zes. Bijna iedereen bij RSV, komt uit Rucphen zelf. Dat vind ik wel fijn. Het zorgt voor een warm en fijn gevoel. Daardoor heb ik ook nooit overwogen om ergens anders te gaan voetballen. Hier zitten veel van mijn vrienden!” Tijd om die gezelligheid, om te gaan zetten in punten. “Mijn doel is om basisspeler te blijven en de komende jaren een vaste kracht te worden. Als ik mijn eigen spel verbeter, helpt dat ook het team.” Net als zijn studie, lacht hij. “Ik studeer Fysiotherapie, soms kan ik dat wel gebruiken op het veld. Om even te helpen.” Bezig aan zijn laatste jaar op het HBO, fantaseert Van Wesenbeeck stiekem al over zijn toekomst. “Daarna zou ik graag de sportfysiotherapie in willen. Maar eerst afstuderen.” En presteren bij RSV. “Voorlopig denk ik niet aan iets anders!” Als hij de historie van de club eens rustig langsloopt, kan Faai Goorden eigenlijk maar tot één conclusie komen: “RSV is in die 90 jaar maar weinig veranderd.” En toch is het jubileum van de vereniging uit Rucphen, natuurlijk reden voor een feestje. “In de tijd dat ik begon, had je nog niet zoveel keuze qua hobby’s.” Faai Goorden: RSV doet het al 90 jaar met ‘Rucphense jongens’ We hebben het dan ook over 1965, lacht de inmiddels 71-jarige Goorden. “Ik was dertien jaar toen ik begon.” Al was het in die tijd, nog helemaal niet zo normaal, dat het ook daadwerkelijk kon. “Toen had je nog geen pupillenvoetbal bij RSV, wel bij Sprundel. Heb ik daar een jaartje gespeeld, op hetzelfde complex.” Woonachtig in Rucphen, zat er niet veel later weinig anders meer op. “Het was wachten tot vriendjes hier ook konden beginnen!” SOCIALE CONTACT Goorden maakte de overstap, speelde dertien jaar lang in het eerste en stopte pas met voetballen op zijn 47ste. “Een moderne centrumverdediger, goed in de duels en iemand met inzicht.” En hoewel hij naar eigen zeggen geluk had met blessures, gooide zijn rug op een gegeven moment toch roet in het eten. “Daar kreeg ik steeds weer opnieuw last van. Normaal ging je door tot je 55ste, of misschien wel 60. Daarom ben ik uiteindelijk eerder gestopt.” Of eigenlijk begon het toen allemaal pas echt. “Ik heb van 1980 tot en met 2000 in het bestuur gezeten, als secretaris en wedstrijdsecretaris. Nu heb ik geen officiële functie meer.” Toch is Goorden nog altijd even betrokken. “Regelmatig ga ik een blik werpen bij het eerste. Iets minder fanatiek, maar nog altijd geïnteresseerd in de uitslagen. Het is ook het sociale contact onderling, hè. Dat is voor mij de belangrijkste reden.” Want de tijd, die gaat snel. “Ik heb het 40, 50 en 60-jarig jubileum ook nog meegemaakt. Je staat er eigenlijk nooit zo bij stil...” Desondanks, is hij natuurlijk trots op het behalen van de nieuwe mijlpaal. “Met de vereniging gaat het heel goed. Het is natuurlijk ook de enige voetbalclub in Rucphen.” Maar, zo vertelt Goorden er snel bij. “Het aanbod is wel veel groter. In mijn tijd had je alleen de Harmonie óf voetbal. Nu heb je veel meer keuze qua hobby’s. Daardoor wordt de spoeling wat dunner.” Al is het voor hem niet iets, om zich zorgen over te maken. “Ik hoor berichten dat het met de jeugdafdeling en het aantal leden goed gaat. Dat geeft natuurlijk wel wat zekerheid.” KROEGENTOCHT Zekerheid die Goorden heel zijn leven bij RSV al voelt. “De club is in al die jaren niet noemenswaardig veranderd. We doen het nog steeds puur met Rucphense leden én zonder jongens van buitenaf. Wat dat betreft is het aantal senioren ook niet gegroeid.” Een mooie filosofie, vindt hij. “Dan zitten er natuurlijk betere en mindere lichtingen tussen, maar dat is denk ik wel het mooiste. Om het gewoon met je eigen spelers te doen.” En die werkwijze heeft, zeker in het verleden, meer dan genoeg succes opgeleverd. Goorden herinnert het zich nog goed. “Persoonlijk is 1973 mij het meeste bijgebleven. Als promotiekampioen naar de vierde klasse, vanuit de eerste klasse ‘onderafdeling’. Dat was voor mij het meest bijzondere jaar.” Niet voor niks, lacht hij. “Dat hebben we goed gevierd, met een kroegentocht de volgende dag. Dat staat me nog wel bij. Het was een héél lange derde helft.” Met sommige teamgenoten van toen, heeft Goorden zelfs nog steeds af en toe contact, vertelt hij. “Een aantal zie of spreek ik nog. Maar een paar zijn ook helaas al overleden.” Toch blijft voor hem, vooral dat sociale contact het meest bijzonder. “Dat levert zoveel op! Nu spelen kinderen of kleinkinderen in het eerste, van jongens waar ik zelf mee heb gevoetbald.” Stokje overgedragen, zaak voor hen om de cirkel rond te maken. “Ik zou nog wel een keer willen promoveren naar die derde klasse!”

RkJQdWJsaXNoZXIy ODM1NjU=