VoetbalJournaal Etten-Leur, voorjaar 2023

19 R O B E Y S P O R T S W E A R . C O M R O B E Y S P O R T S W E A R . C O M R O B E Y S P O R T S W E A R . C O M welove wesearch wedeliver Opeens was hij vorig seizoen hoofdtrainer én ging zijn ‘droom’ in vervulling. De manier waarop Joost Anthonissen bij Wernhout aan het roer kwam zorgt nog altijd voor de nodige emotie, maar ook steeds meer voor gepaste trots. ‘Ik ben een jongen van Wernhout’ Want, voor de voetballiefhebbers die de gebeurtenis iets minder op hun netvlies hebben staan, neemt Anthonissen ons mee terug in de tijd. Naar het overlijden van Rudo Gommers, toenmalig trainer van Wernhout. “Vorig jaar tijdens de voorbereiding, in de nacht voor de eerste training...” De plotselinge dood van de oefenmeester zorgde niet alleen emotioneel, maar ook voetbaltechnisch voor een grote leegte. “De manier waarop Rudo net voor corona binnenkwam en zijn stempel heeft gedrukt, is indrukwekkend.” En dus waren de schoenen die moesten worden gevuld groot, voor de 33-jarige Anthonissen. Want de club, kwam als trainer van het tweede dus bij hem uit. “Daar moest ik wel even goed over nadenken. Met een groot gedeelte van de selectie heb ik nog samen gevoetbald, sommige jongens zijn zelfs mijn beste vrienden. Dat zorgde wel voor extra denkwerk.” LEERTRAJECT Desondanks besloot hij het toch te doen. De reden? Die is simpel. “Ik ben een jongen van Wernhout en mijn doel was altijd om hier een keer hoofdtrainer te worden. Als die kans dan daadwerkelijk komt... Hoe triest de omstandigheden ook waren en nog steeds zijn.” En tot op de dag van vandaag, heeft Anthonissen nog geen seconde spijt gehad van zijn sprong in het diepe. “De resultaten zijn positief, dan is er natuurlijk ook weinig gemor. Die derde klasse wordt een leertraject. Niet alleen voor mij, maar voor iedereen. Nu wordt het misschien wel wat lastiger.” Voor angst zorgt dat bij de inwoner van Zundert overigens niet. “Daar ben ik zelf ook heel nieuwsgierig naar, kan ik mij dan ook staande houden? Als je bepaalde keuzes moet maken, wat zijn dan de reacties?” Voorlopig zit Anthonissen, die als voetballer een uitstapje maakte naar Moerse Boys, uitstekend op zijn plek. “Het bevalt enorm goed en ik krijg er veel energie van. Op maandag heb ik alweer zin om het veld op te gaan.” De liefde voor zijn club is hem dan ook met de paplepel ingegoten. “Ik kwam eigenlijk al bij Wernhout, voordat ik geboren was, zeg ik altijd. Mijn ouders zijn hier ook erelid, het is echt de rode draad binnen onze familie.” Voetbal stroomt dus door zijn bloed, maar dat veranderde toen Anthonissen op zijn 24ste zwaar geblesseerd raakte. “Kraakbeenschade in mijn knie, daarna heb ik nooit meer gevoetbald.” Een zwart gat? Misschien wel een beetje! “Dat was natuurlijk wel een zware periode, maar ik heb nu gelukkig iets anders gevonden waar ik mijn ei kwijt kan. Het staat niet gelijk aan zelf voetballen, dat blijft het mooiste, maar het komt in de buurt.” STINKENDE BEST Helemaal toen hij dus de overstap maakte van het tweede, naar het vlaggenschip. “Voor mijn gevoel was die stap niet heel groot, vooral omdat je alles en iedereen hier al kent. En de club kent mij. Het grootste verschil? Dat je nu de dingen echt zelf kunt bepalen en totale verantwoordelijkheid hebt.” Met een kampioenschap in zijn eerste jaar, lukt dat tot nu toe best aardig. “Wernhout had nog nooit in die derde klasse gespeeld, dus de prestatie van die gasten was echt fenomenaal.” En het wordt nog mooier. “Het tweede promoveerde afgelopen jaar ook, naar de eerste klasse. Dat is voor zo’n dorp echt buitengewoon.” Maar om dat zo te kunnen houden, is er nog genoeg werk aan de winkel, weet Anthonissen. “Voetballend, qua tempo en fysiek, is het een flink verschil. We hebben in mijn ogen de potentie om de komende jaren in deze competitie te blijven, maar dan moeten we onze stinkende best blijven doen.” Handhaven blijft, ondanks een plek in de middenmoot, het doel. “We moeten vooral slimmer worden: even een overtreding maken of balbezit houden. Fouten maken is niet erg, daar leer je het meeste van.” Weinig de lange bal en zoeken naar een voetballende oplossing, dat is wat ze bij Wernhout proberen te doen. Met een trainer die ambitieus is. “Ik moet UEFA B gaan doen, anders mag ik niet door in de derde klasse, dus dat ga ik doen! Vanuit daar kijken we wel waar het schip strandt.” Voorlopig ligt de focus op ‘zijn club’. “Mezelf en het team verder ontwikkelen, daar het maximale uithalen!” Bruijns droomt van aanvallen én Zuid-Afrika Aan kop van de vierde klasse, een linksback die het ook wel als vleugelaanvaller zou willen proberen en eentje die stiekemdroomt van Zuid-Afrika. Kortom, met Tijn Bruijns van VVR valt genoeg te bespreken. Want hoe ging die goal tegen TVC Breda nou ook alweer? “Dat lukt me nooit meer!” Daarover straks meer. Eerst beginnen we bij het begin. Een kennismaking. “Ik voetbal al heel mijn leven bij VVR, begonnen op mijn zesde.” En dus nooit ergens anders. “Dichtbij huis, opgegroeid en veel vrienden gemaakt. Daarom bevalt het gewoon heel goed!” Maar dat niet alleen, vertelt de 24-jarige Bruijns. “Het niet móeten, dat vind ik heel fijn. Plezier is hier minimaal net zo belangrijk als presteren.” Al werkt dat laatste natuurlijk wel mee. “Presteren staat op twee, maar als het goed gaat, is het toch vaak nog gezelliger.” En goed gaat het dus dit seizoen. “We hebben een jonge groep, dus ik had stiekem ergens wel verwacht dat we bovenin mee zouden doen. Of misschien vooral gehoopt. Maar dat het zo uit zou pakken, had niemand denk ik gedacht.” HARDE WERKER Toch is VVR op dit moment dus trotse koploper van de vierde klasse. “Het is echt een team! Hard voor elkaar willen werken, leergierig, gedreven en heel fit.” Een groep waar Bruijns dus ook alweer enkele seizoenen onderdeel van uitmaakt, al had dat ook zomaar heel anders kunnen lopen. “Ik heb de complete jeugd doorlopen, in de hoogste teams, maar kwam vanuit de A’s, in het vierde. Vanwege stages in het buitenland, was het lastig trainen...” Onder meer kitesurfen en skiles geven in Oostenrijk. “Er zijn ergere dingen!” Een jaar of drie geleden keerde hij terug in Nederland en dus pakte hij de bal, toch maar weer op. “Ik wilde het weer proberen, kijken of ik het nog kon. Uiteindelijk begonnen bij het tweede en door naar het eerste.” Klinkt simpel, dat was het niet. “Trainen met de selectie, is natuurlijk heel anders dan bij het vierde. Dit is meer dan alleen partij.” Bruijns paste zich aan, knokte zich in de basis en is nu een gewaardeerde kracht in de ploeg van trainer Thomas de Ridder. Als linksback. “Iemand die je als aanvaller twee of drie keer tegenkomt. Een harde werker, die graag op komt, daar haal ik energie uit. Een soort wingback.” Toch vallen zijn doelpunten en assists, nog een beetje tegen, vindt hij zelf. “Ik heb nu twee goals, dat hadden er veel meer kunnen zijn.” Desondanks is de linkspoot, die naar eigen zeggen op zijn rechter alleen kan lopen, tevreden. “Niet de beste voetballer, wel heel constant. Daarin probeer ik rust en stabiliteit uit te stralen.” KRUISING Zelfs als er straks over een mogelijke titel wordt gesproken? “Haha! Dat leeft nog niet echt binnen de groep. Als we blijven winnen, groeit dat geloof vanzelf.” Het woord kampioen neem Bruijns voorlopig dan ook nog niet in de mond, promoveren heel voorzichtig wel. “Met die eerste periode, hebben we in ieder geval al een toetje. Maar tevreden zijn we nog niet, eigenlijk willen we na de degradatie zo snel mogelijk terug naar die derde klasse.” En dus moeten er doelpunten gemaakt worden, bijvoorbeeld door hemzelf. Hij begint al te lachen. “We speelden tegen TVC Breda, kregen een vrije trap en ik moest er van de trainer bij gaan staan. Een teamgenoot zegt: Neem maar. Dus dat deed ik...” Met succes. “In de kruising, de keeper zat er nog wel aan. Echt een mooie goal. Ik denk niet dat het nog een keer lukt!” Misschien wel, als Bruijns wat hoger op het veld komt te spelen. “Met de trainer zitten we daar vaak over te dollen, dat ik eens als linksbuiten wil spelen. Kijken wat ik daar kan. Maar ik denk, dat ik op deze positie toch beter tot mijn recht kom, haha!” Mochten ze het toch willen proberen, dan moeten ze snel zijn. De inwoner van Rijsbergen heeft voor volgend seizoen namelijk een iets meer tropische bestemming in gedachten. “Als alles meezit, hoop ik aan het eind van dit seizoen naar Zuid-Afrika te gaan. Om daar te werken als kitesurf-instructeur.” Maar voor het zo ver is, wil Bruijns eerst hier goed afsluiten. “Een titel zou heel mooi zijn, dan heb ik degradatie en promotie allebei meegemaakt in mijn eerste twee jaar. Op je hoogtepunt stoppen, zeggen ze toch?”

RkJQdWJsaXNoZXIy ODM1NjU=