17 R O B E Y S P O R T S W E A R . C O M R O B E Y S P O R T S W E A R . C O M R O B E Y S P O R T S W E A R . C O M welove wesearch wedeliver ‘De boel met een gerust hart achterlaten’ Lange tijd combineerde hij in de jeugd het voetballen met atletiek. Meerkamp of het lopen van een boscross, hoe leuk Glenn Laurijsse het ook vond, uiteindelijk won toch zijn liefde voor het spelletje het bij RSV. Maar de vraag is, nog voor hoelang. “Het zal niet lang meer duren, voordat ik ga stoppen.” Zo simpel als dat het klinkt, was het eigenlijk ook. “Er moest her en der bij Sprundel wat onderhoud gebeuren, toen hebben we de koppen eens bij elkaar gestoken.” Resultaat van dat gesprek tussen René Dockx, Piet Wijnings, Sjef Ros, Jan Vissenberg en voorzitter Kees van den Broek? “Dat gaan we gewoon doen!” Klusjes bij Sprundel een soort derde helft De 65-jarige Dockx weet nog precies hoe dat ging. “Als je daar dan iemand mee kunt helpen, doe je dat toch met alle liefde en plezier?” De vrijwilliger, die zelf vanwege omstandigheden thuis kwam te zitten, zag het al helemaal voor zich. Met de voorzitter eigenlijk voorop. “Die werkt net zo hard mee, maar noemt z’n eigen nooit. Dat vind ik zonde. Kees is een gouden vent!” UITVOERDER De liefde voor Sprundel, zit er ook bij de goedlachse Dockx in ieder geval net zo goed in. Want inmiddels, komt hij er al best weer een tijdje. “Ik heb zelf nooit bij Sprundel gevoetbald, maar mijn zoon begon er toen die zes was. Hij is nu 34.” Voetbalde de klusjesman, afkomstig van Achtmaal, zelf dan helemaal niet? “Alleen wildvoetbal!” Tussendoor was Dockx jeugdleider, onder meer bij het team van zijn dochter, tegenwoordig doet hij dus het onderhoud. Hoe dat gaat? Heel simpel. “Kees gooit een balletje op, als er iets gedaan moet worden. Kunnen we dat? Willen we dat? Dan steken we de koppen bij elkaar én gaan we het doen!” Met hem als uitvoerder. “Zo noemen ze mij altijd, als grap. De uitvoerder moet het maar regelen, zeggen ze dan. Maar ik doe het echt niet alleen, eigenlijk doen we alles samen, met een mannetje of vier soms vijf.” Behalve op de jaarlijkse onderhoudsdag. “Dan zijn er gelukkig een stuk meer! Dat is stik gezellig.” Toch vindt hij één ding jammer. “Dat er zo weinig jeugd komt helpen, vooral van de meiden. Dat zou toch veel leuker zijn?” Gelukkig draaien ze zelf, nergens hun hand meer voor om. “Onderhoud van de velden, de kantine, schilderwerk, noem maar op.” BOUWPAKKET Maar soms ook ‘grote partijtjes’. “Laatst het speeltuintje op de club. Uiteindelijk hebben we alles zelf uit lopen zoeken, dat was hartstikke leuk. Drie weken lang, bij Kees in de schuur. Gingen we elke dag op het fietsje.” Wat het probleem ook is, Dockx en zijn mannen hebben een oplossing. “De vloer van de kleedkamers was verrot, als noodoplossing hebben we er beton in gegooid. Daar moet een nieuw vloertje in.” Kortom, van alles wat. “De slot van een deur... Eigenlijk wat je in je eigen huis ook hebt, doen we.” Lachen, maar ook serieus werken, vertelt hij. “De grappigheid onderling, worstenbroodje erbij. Een soort derde helft, mooie verhalen en elkaar voor de gek houden.” Of zoals Dockx het zelf noemt. “Lekker een bétje prullen.” Net als laatst bij het repareren van de dugouts. Wat vinden ze zelf nou eigenlijk het leukste? “Het is allemaal leuk! Als je die kinderen dan weer op die nieuwe bank ziet zitten... Maar het leukste tot nu toe? Dat was toch wel het speeltuintje, een gaaf bouwpakket! Dan zie je ze spelen, dat is voor mij het mooiste wat er is.” De waardering is dan ook groot. “We krijgen heel vaak de vraag: ‘Jongens, wat gaan jullie nu weer doen? Of, is het project al klaar?’ Veel mensen waarderen wat we doen.” En dus, houdt Dockx het voorlopig nog wel een tijdje vol. “Als mijn gezondheid het toelaat, blijf ik dit nog lekker doen!” Stoppen met voetbal welteverstaan, want ergens anders voetballen, zit er voor Laurijsse absoluut niet in. “Ik ben een trouwe hond, ga hier nooit meer weg.” Woorden die zijn loyaliteit aan de club onderstrepen. En terecht. “Ik ben bij RSV begonnen op mijn tiende, in de E3. Daarvoor deed ik alleen atletiek.” Toch werd het dus voetbal. “Het was op een gegeven moment een beetje veel. Die dingen waren leuk én goed voor je conditie, maar dit blijft toch het leukste!” BELONEN Inmiddels heel wat jaar later, Laurijsse is nu dertig, zit hij er dus nog steeds. Met een reden. “Het is hier eigenlijk altijd een soort vriendenteam geweest, zowel in één als bij twee. Het sociale gedeelte is van groot belang voor mij.” Toch draait het, ook in Rucphen, natuurlijk wel gewoon om presteren. En dat lukt, met een plek in de middenmoot van de vierde klasse, lang niet altijd. “Ik vind dat we als team hoger horen te staan. We laten leuk voetbal zien, maar het is net niet genoeg.” Waar ze dan wel horen volgens hem? “Rond plek vijf zou mooi zijn voor RSV, maar dan moeten we een stuk efficienter worden. Onszelf meer en vaker belonen.” Dat niet alleen. “Als we op voorsprong komen, moet je zo’n wedstrijd uitspelen. Daarin kunnen we nog wel volwassener worden. Vaak gaat op dat soort momenten toch een klein beetje de focus eraf, krijgen we een goal tegen en trekken we alsnog aan het kortste eind.” Maar als er iemand is die daar, mogelijk verandering in kan brengen, dan is het Laurijsse wel. Als één van de oudere spelers binnen het team. “Haha, eigenlijk moet ik daar inderdaad wel voor zorgen...” Toch beginnen ook voor hem, de jaren toch wel te tellen, is hij eerlijk. “Tijdens de eerste seizoenshelft heb ik last gehad van een kuitblessure en hier en daar nog wat andere pijntjes. Het duurt ook steeds langer om te herstellen, dat merk je wel.” Want als Laurijsse kan spelen, geniet de middenvelder nog altijd met volle teugen. “Het is echt een mooie competitie. Veel clubs lekker in de buurt en een hoop derby’s. Na al die seizoenen weet je precies wat je kunt verwachten.” STOFZUIGER En dat zie je terug in de stand. “Het zit allemaal dicht bij elkaar, de verschillen zijn onderling klein.” Dus is het ieder weekend knokken voor de punten, met Laurijsse voorop. “Ik ben de stofzuiger op het middenveld. Bal afpakken en rust in het team brengen, daar ligt mijn kwaliteit. Ervoor proberen te zorgen dat de creatieve spelers hun gang kunnen gaan.” Doorzettingsvermogen, energie en vechtlust. Een beetje zoals Frenkie de Jong, lacht hij. “Alleen kan die iets beter voetballen, haha!” Al zit er bij RSV, mede dankzij trainer Jaimy van Wortel, ondertussen wel een hoop voetbal in de ploeg. “Zijn energie en enthousiasme, heeft onze groep nodig. Hij snapt het spelletje, is heel duidelijk en probeert altijd aan te vallen. Met creativiteit tot scoren komen.” Nu nog mét Laurijsse, maar dat kan binnenkort zomaar heel anders zijn. “Het zal niet lang meer duren, voordat ik ga stoppen. Of het wordt dit jaar, anders het seizoen daarna. Daar moet ik nog even over nadenken, heb ik ook tegen de trainer gezegd.” Zijn overwegingen zijn simpel. “We hebben net een kindje gekregen en de volgende is op komst, dan moet je gaan kiezen.” Maar ook zijn fitheid speelt een rol. “Het koppie wil wel, maar het lichaam helaas even wat minder. Dan wordt het kwakkelen... Ik ben niet gemaakt om op de bank te zitten. Er komt jeugd door, mijn vervanger staat al klaar, dan kun je de boel met een gerust hart achterlaten!”
RkJQdWJsaXNoZXIy ODM1NjU=