19 R O RB OER RYBO OSEB BYPE ESOY YPRS SOTP PSRO OTWR RSTETWSAS WER A. E CERAAO. R CMR . O. C CMO O MM Zo’n negen jaar geleden was het kantje boord voor DFC. Eén van de problemen waar de club mee zat, was een enorm tekort aan nieuwe leden. “Van wat ik heb begrepen, stond de club op het randje van de afgrond”, zegt Rob van Es, voorzitter van de technische commissie. “Destijds hebben ze de schouders eronder gezet om te voorkomen dat dat zou gebeuren, maar het is nog lang het DFC niet wat het ooit is geweest.” Met vier punten uit 11 wedstrijden gaat DFC 1 de winterstop in. “Niet waar je op hoopt natuurlijk, maar het is nu eenmaal zo. Het wordt in de tweede seizoenshelft vechten tegen degradatie”, zegt trainer Danny Slegers. ‘DFC moet historie weer gaan uitstralen’ ‘Degradatie is iets waar we rekening mee houden’ Hoe de club zo destijds zo in verval is geraakt is volgens van Es ook een grote vraag. “DFC heeft vroeger natuurlijk op ontzettend hoog niveau gevoetbald. Als je het dan op een gegeven moment ziet afzwakken denk ik dat het vuur eruit gaat. Ik ben met veel leden gaan praten en ik merkte dat het vuur volledig ontbrak. Ze vonden het allemaal wel prima zo. Niemand had meer zin om voor de club te vechten en er moeite in te steken.” Robs zoon is drie jaar geleden bij DFC komen voetballen. “Hij vroeg aan mij of ik wat wilde doen voor de club”, zegt de voorzitter van de technische commissie. “Vroeger ben ik altijd jeugdtrainer geweest bij Oranje Wit, maar ik vond het nu wel lekker dat ik niets hoefde te doen.” Toch antwoordde Van Es dat de club met hem contact mocht opnemen. “De volgende dag werd ik opgebeld met de vraag of ik de O19 wilde gaan trainen. Ik heb altijd jonkies getraind, dus dit was iets compleet nieuws.” In dat jaar zag van Es dat de club enorm was afgezakt. “Er nog maar weinig leven in de club. Voor de oudste voetbalclub van Nederland vond ik dat ontzettend zonde. Daarom wilde ik graag het jaar erop in de organisatie. Ik wilde gaan kijken waar we verbeteringen aan konden brengen en zo ben ik voorzitter van de technische commissie geworden.” Van Es had een aantal hoofdpunten die hij aan wilde pakken. “Allereerst ben ik gestart met de frustraties weg te nemen bij trainers en ouders. Er was tussen deze twee groepen nauwelijks communicatie. Trainers waren het niet gewend om met ouders te praten. Dat gaat dan vervolgens botsen, want ze moeten wel problemen naar elkaar kunnen uiten.” Volgens Van Es gaat dit al veel beter dan twee jaar geleden. “Dat zie ik aan de sfeer onderling en ook het feit dat steeds meer mensen wat voor de club willen doen.” Rob is met iedereen in gesprek gegaan die zich wilde gaan inzetten voor de vereniging. Hij weet vanuit zijn ervaring bij Oranje Wit hoe belangrijk het is om de juiste mensen op de juiste plekken te hebben. “Op die manier staat je organisatie en dat is essentieel. We zijn gaan kijken naar de sterke punten van de mensen die we zich hadden aangemeld. En hoe we die eigenschappen het beste konden inzetten. Zo hebben we nu coordinatoren voor de onder-, midden- en bovenbouw bij.” Ook dat was een van zijn hoofdpunten om de club te verbeteren. “We hebben nu een vernieuwde technische commissie die de boel weer op poten kan zetten. Een groot verschil met een aantal jaar geleden toen iedereen maar wat deed.” De oud-trainer merkt dat er een nieuwe generatie van leden op staat die DFC, net als hij, graag willen opbouwen. “Dat zijn gasten die recent of al een paar jaar zijn gestopt bij het eerste en die nu kinderen krijgen. Zij willen graag dat hun kinderen ook uiteindelijk bij DFC gaan voetballen, dus je merkt dat ze ervoor willen gaan. Dat is leuk om te merken.” Ook moeders van kinderen, laten Van Es zien dat ze om de club geven. “Zij zijn de activiteiten binnen de club gaan oppakken. Zo hebben we laatst Halloween gevierd en hebben de kinderen een pannenkoekenbakochtend gehad.” Door de leden die de club willen opbouwen is de jeugd afgelopen jaar verdubbeld. “Hoe dat zo snel is gegaan, weet ik niet”, vertelt van Es. “Ik denk dat mond-tot-mondreclame een grote rol heeft gespeeld. Veel kinderen zitten bij elkaar in de klas en die hebben wellicht benoemd dat het bij DFC leuk is om te gaan voetballen.” Een ding is duidelijk, Van Es is er ontzettend trots op. “Zo zie je maar hoe veel je met elkaar kunt bereiken.” Het is voor Rob belangrijk om deze lijn door te zetten. “We moeten ervoor zorgen dat niemand meer weg wil. Iedereen moet het naar zijn zin hebben.” Als het aan Van Es ligt, moet het ledenaantal binnen nu en vijf jaar verdubbelen. Daarnaast moet het eerste minimaal in de tweede klas voetballen en moeten alle jeugdelftallen een opgeleide trainer hebben. “Dit zijn haalbare stappen. DFC heeft zo’n naam in Dordrecht. Dat is rijkdom en dat moet je benutten. Op het moment dat wij de historie weer gaan uitstralen. Als mensen doorkrijgen dat de club weer leeft, gaat dat als een magneet werken.” Hoe het kan dat het eerste van DFC nauwelijks heeft gepresteerd de afgelopen maanden, is ook voor Slegers een grote vraag. “Er zijn er voor de start van dit seizoen drie spelers gestopt en eentje is naar EBOH gegaan. Daarvoor zijn een aantal nieuwe jongens voor in de plaats gekomen. Dat zijn alleen nog jonkies. Daar moet je eerst wat van brouwen voordat ze goed in het elftal kunnen presteren. Daarnaast missen we op dit moment spelers van belangrijke waarde door blessures. De jongens die normaal gesproken het verschil maken, zijn er nu niet.” Aan de inzet ligt het volgens Slegers niet. “Ze werken hard, elke keer weer. Dat merk je aan een wedstrijd tegen GSC-ODS, de gedoodverfde kampioen. Die weten we wel gewoon te winnen.” Ook aan de opkomst ligt het niet volgens de trainer. “Zo goed als iedereen is elke training aanwezig.” Volgens de trainer valt de bal telkens de verkeerde kant op. “Voetballend gaan ze bijna elke wedstrijd goed mee. Er zit elke keer ook meer in dan wat er uit het resultaat blijkt. Alleen merk je wel dat we in een hele sterke groep zitten met veel degradanten uit de tweede klasse. Daar hebben we ons begin dit seizoen flink in vergist. We hebben er te makkelijk over gedacht. Dat komt denk ik doordat wij vorig seizoen in dezelfde klasse voetbalden maar het niveau daar een stuk lager lag. Het besef is er inmiddels wel dat dan nu niet meer het geval is.” De trainer heeft wel het idee dat de ploeg het lastig vindt om de knop om te zetten wanneer ze vroeg op achterstand komen. “Dat gebeurde laatst tegen Meerkerk met twee doelpunten. Wij zijn dan niet de ploeg die het tijdens de wedstrijd om kunnen draaien. Zeker niet als het een uitwedstrijd is. Thuis kunnen we nog wel onze schouders eronder zetten en wat agressiever gaan voetballen.” De sfeer zit er bij het team vooralsnog goed in. “Ondanks dat ze er moedeloos van worden dat het ze telkens ook niet mee zit, gaan ze gewoon door. Het zijn goede gasten wat dat betreft. Daarnaast weten ze ook dat er nu eenmaal betere teams zijn deze klasse. We nemen het zoals het is en laten ons niet gek maken.” De ploeg van Segers heeft nog een tweede seizoenshelft om het tij te keren. “Ik blijf wel realistisch. De kans dat we tegen degradatie moeten gaan voetballen, is erg groot. Om degradatie te voorkomen, moeten we anders gaan spelen dan we gewend zijn. We moeten ons meer gaan ingraven, in plaats van aanvallend spelen. We hebben nu bijna alle ploegen gehad en we weten nu hoe ze spelen. Daar kunnen we ons op voorbereiden.” Volgens Segers is er geen paniek. “We hopen te overleven in de derde klasse. Twee teams degraderen direct, de ploegen die erboven eindigen gaan voor de nacompetitie. Dat is voor nu ook onze doelstelling.” Mocht het zo ver komen dat degradatie onvermijdelijk is, dan is de druk voor het team er volgens de coach ook vanaf. “Dan kunnen die jongens ook weer wat vrijer gaan voetballen. We maken dan gewoon een nieuwe start in de vierde klasse volgend jaar. Voor nu denken we daar nog even niet aan en gaan we na de winterstop hard werken om dat te voorkomen.” 0284861.pdf 1 4-12-2023 14:45:40 Lorentzstraat 1A, 3316 AB Dordrecht | T: +31(0)78-6300573 info@speciaalglas.nl | www.speciaalglas.nl 0293764.pdf 1 4-12-2023 16:17:40
RkJQdWJsaXNoZXIy ODM1NjU=