17 R O RB OER RYBO OSEB BYPE ESOY YPRS SOTP PSRO OTWR RSTETWSAS WER A. E CERAAO. R CMR . O. C CMO O MM Na twaalf jaar stopt Hans Leijs (59), grondlegger van de Champions League bij Oranje Wit, met zijn vrijwilligerswerk bij de jeugd. “Het was geweldig om te doen, maar het is goed geweest.” Sinds dit seizoen voetballen de meiden van RCD MO-20 en Dames 1 samen in één team. “Beiden teams hadden regelmatig te weinig speelsters, wat ervoor zorgde dat de speelsters van de MO20 moesten invallen bij de Dames 1 en andersom. Dat is gewoon te veel, sommigen van die meiden speelden dan elke zaterdag twee wedstrijden. We hebben daarom besloten dat we vanaf dit seizoen samen verder gingen als één team.” Hans Leijs: ‘Bij de mini’s begint alles’ Leijs is al vijftig jaar lid van Oranje Wit. Hij heeft op vele vlakken vrijwilligerswerk voor de club gedaan. “Ik heb 35 jaar training gegeven, als junior ben ik daar al mee begonnen. Daarnaast ben ik ook betrokken geweest bij de jeugdkampen en sta ik achter de bar.” Twaalf jaar geleden werd 59-jarige gevraagd om de Champions League voor de mini’s op te zetten. “We hadden destijds al wel mini’s, maar daar was nog geen systeem voor. Bij Barendrecht hadden ze zo’n Champions League en dat wilden wij ook op gaan zetten. Dat leek me wel leuk en ik had verder niet zo veel om handen, dus heb ik daar ja op gezegd.” Hans ging er na het akkoord meteen mee aan de slag. “We hebben het vanaf het begin goed opgepakt. We regelden tenues van de Europese topclubs en gingen van start met vier teams. Elke zaterdag speelden ze onderlinge wedstrijden. Naarmate het seizoen vorderde kreeg je een beeld van de verhoudingen en zijn we gelijkwaardige teams gaan samenstellen. Vanaf dat moment hadden ze een vast team en werd de competitie, de Champions League, gestart. Dan liepen ze elke wedstrijd hand in hand het veld op met de officiële hymne erbij. Dat was altijd leuk om te zien.” Het concept was populair en werd met het jaar groter. “We zijn dus begonnen met vier teams en toen ik stopte waren het er twaalf. Dat staat gelijk aan zo’n tachtig mini’s en ze werken op dit moment met een wachtlijst. Kennelijk doen we als Oranje Wit iets goeds als om de kleintjes gaat. Samen hebben we iets moois neergezet en ik kijk daar met trots op terug.” Voor Leijs was het vorig jaar duidelijk dat hij moest stoppen. “Op een avond lag ik er wakker van. Dat was voor mij het moment om de knoop door te hakken. Ik heb om 00:45 Jan-Willem Bozuwa en Ronald Groesbeek gemaild. Er viel meteen een last van mijn schouders en ben daarna als een blok in slaap gevallen.” De reden dat Leijs is gestopt: zijn kleinkinderen. “Ik heb twee kleindochters, waarvan de oudste nu 4,5 is. Als zij gaat sporten, wil ik niet vastzitten aan Oranje Wit op de zaterdagochtend. Ik wil als opa langs de lijn staan. Ik zou het leuk vinden als dat langs een voetbalveld is, maar bij elke andere sport zal ik er ook zijn. Voor nu is dat nog niet aan de orde en geniet ik ervan om niet elke zaterdagochtend vroeg mijn bed uit te hoeven.” Voor Leijs was het belangrijk dat er een goede opvolger kwam. “Bij de mini’s begint alBeide teams moesten er in het begin wel aan wennen om samen verder te gaan. “Ik train de meiden van MO-20 al zo’n 10 jaar, vanaf het moment dat mijn dochter is gaan voetballen. Het grootste deel van de meiden is dus al sinds hun elfde bij elkaar. Het is een ontzettend hechte en leuke groep. Ik kan me voorstellen dat dat voor een ander team dan lastig is om je daarbij te voegen. De Dames 1 vonden het in het begin wel spannend om één team te vormen. Gelukkig kwam dat tijdens ons teamweekend naar de Ardennen helemaal goed, toen is het echt één groep geworden.” Buiten het veld is het volgens Engelen volle bak gezelligheid, op het veld staalt de felheid ervan af. “Tijdens de wedstrijden zijn ze bloedfanatiek en dat is mooi om te zien. Je ziet echt dat ze willen winnen, daarom staan we nu ook hoog in het klassement. We hebben we nog genoeg wedstrijden te gaan om helemaal bovenaan te komen.” De trainer merkt wel dat het fysiek zwaarder is geworden voor de meiden die vanuit de MO-20 komen. “Ze spelen nu weer een volledige competitie tegen veelal oudere tegenstanders. Je ziet dan soms dat ze het wel moeilijk hebben, maar ze bijten door. Om kampioen te worden moeten ze dat volhouden. Ze hebben het volledig in eigen hand.” Het is alleen nog maar de vraag of de Dames 1 dit jaar kampioen gaat worden afgezien van de resultaten. “Vorig seizoen konden we kampioen worden, alleen het eindtoernooi viel op dezelfde dag als Wantijpop, daar wilden de meeste meiden eigenlijk veel liever naar toe. Een andere tegenstander kon ook niet, dus toen was de keuze al helemaal makkelijk gemaakt”, lacht de trainer. “Daarin zit wel echt een duidelijk verschil tussen mannen- en vrouwenvoetbal vind ik. Jongens zouden nooit een kampioenschap laten schieten voor Wantijpop”, zegt Engelen. “Ik vond dat aan het begin wel wennen dat de prioriteiten van vrouwen toch minder bij het voetbal liggen. Zij komen echt voor het plezier en de gezelligheid. Toen ik ze ging trainen, vond ik dat wel lastig. Ik wilde graag winnen en daar legde ik tijdens de training ook de focus op, alleen waren zij veel meer bezig met kwebbelen. Gelukkig zag ik daar tijdens wedstrijden niets van terug, dan gaan ze er helemaal voor.” Dat de meiden al zo lang bij RCD zitten, is voor Engelen geen verassing. “Naast dat er al jaren een ontzettend goede sfeer in het team is, maken evenementen hun band ook sterker. Er wordt binnen de club veel ondernomen om niet alleen op het veld met elkaar om te gaan, maar ook erbuiten.” Volgens de trainer ondernemen alle teams naast de georganiseerde activiteiten ook eigen uitjes. “Dan leer je elkaar op een hele andere manier kennen. Dat hebben we afgelopen teamweekend naar de Ardennen al gemerkt. Dat is zo goed bevallen dat we dit jaar ook weer een teamweekendje hebben gepland in België. Daar kijken we met z’n allen ontzettend naar uit.” Vandaag de dag is Engelen ontzettend blij met zijn rol als trainer van de vrouwen. “Ik heb het ontzettend naar m’n zin. Ondanks dat mijn dochter is gestopt met voetballen, vind ik het nog steeds leuk.” Hoe lang hij er nog mee doorgaat, weet hij niet. “Dat is een vraag voor later, voor nu geniet ik.” les. Dat is de eerste aanraking met Oranje Wit. Als dat goed in elkaar steekt, hou je die leden vast voor de doorstroom naar de jeugd. Zo blijft de vereniging levend. “Voor Leijs was het moeilijk om het helemaal los te laten. “Ik heb een goede overdracht geschreven en ben er bij de start van het seizoen een paar keer bij geweest. Het blijft toch iets wat je zelf hebt opgezet. Het is een soort kindje geworden. Maar ik ben blij met de opvolgers, het gaat hartstikke goed. Ik heb er vertrouwen in dat dat zo blijft.” Er zijn voor Hans meerdere redenen dat hij het twaalf jaar lang met plezier heeft gedaan. “Ik kreeg ontzettend veel complimenten van zowel de club als de ouders. Dat is natuurlijk fijn en leuk om te horen. Je krijgt er dan energie van om door te gaan.” Toch was dat niet de grootste drijfveer om door te gaan. “Het was elke zaterdag weer zo genieten met de mini’s. De belevenis van die kleintjes is zo bijzonder om te zien. Hun ontwikkeling gaat zo razendsnel en het is geweldig dat je dat mee kunt maken. Ik zal deze periode voor altijd bij me dragen.” 0283734.pdf 1 14-11-2023 13:24:28 Fusie RCD-damesteams bevalt goed Foto: Rody Dubbelman
RkJQdWJsaXNoZXIy ODM1NjU=