VoetbalJournaal Dordrecht, najaar 2023

13 R O RB OER RYBO OSEB BYPE ESOY YPRS SOTP PSRO OTWR RSTETWSAS WER A. E CERAAO. R CMR . O. C CMO O MM Wieldrecht legt focus op eigen jeugd en dat werpt z’n vruchten af Wieldrecht heeft het afgelopen jaar de focus teruggebracht naar eigen jeugd. “Vier jaar geleden kozen we met een nieuwe trainer bewust voor een meer prestatiegerichte aanpak bij het eerste. Effect hiervan was dat er veel spelers van buitenaf naar de club kwamen. We merkten dat zij minder binding met de club hadden. We zijn dus van die koers teruggekomen”, zegt voorzitter Henk de Kleijn. In het begin werkte het volgens de voorzitter goed dat er nieuwe spelers in het eerste kwamen. “De resultaten waren goed. Dat werd in het derde seizoen minder en dat hield in het vierde jaar na de keuze voor deze aanpak aan. In datzelfde seizoen liet de trainer weten te vertrekken en is het nog meer gaan rommelen bij het eerste. Hierna vertrokken alle spelers die van buiten kwamen en twee spelers die uit de eigen jeugd kwamen ook. Wij konden dus niet anders dan met een schone lei beginnen en hebben er daarom voor gekozen om meer met onze eigen jeugd te gaan doen.” Volgens de voorzitter heeft het spelen met eigen jeugd er mede voor gezorgd dat het dit seizoen goed gaat. “We moeten natuurlijk niet vergeten dat we ook zijn gedegradeerd. Dat zorgt al snel voor betere resultaten dan vorig seizoen.” Ook is de sfeer binnen de club weer terug van weggeweest. “Het aantal toeschouwers bij het eerste is de afgelopen jaren sterk verminderd. Pas dit seizoen leeft het weer op. Ik hoorde regelmatig van leden dat ze geen zin meer hadden om naar het eerste te kijken, omdat ze geen spelers meer herkenden. Zo stonden er regelmatig mensen met hun rug naar het veld als het eerste speelde. Dat is natuurlijk niet leuk. Sinds onze eigen jongens weer in het eerste spelen, is de beleving terug.” De spelers die van buitenaf kwamen, mistten volgens de Kleijn het clubgevoel voor Wieldrecht. “Als ze een wedstrijd gespeeld hadden, waren ze na een kwartier al richting huis. Zeker toen het minder ging en er weinig motivatie over was.” Ook dat is volgens de voorzitter veranderd. “Nu blijven veel jongens van het eerste hangen na een wedstrijd. Ook als ze uit hebben gespeeld, komen ze terug de kantine in. Het is echt leuk om te merken dat het zo’n goed effect heeft binnen de club.” De Kleijn benadrukt wel dat spelers van buitenaf welkom zijn. “Ze moeten alleen wel echt affiniteit hebben met de club. Daarnaast zeggen we ook tegen de trainer. Als je voor dezelfde positie twee spelers van hetzelfde kaliber hebt, maar de een is een jeugdspeler van Wieldrecht en de ander komt van buitenaf. Dan kiezen we altijd voor eigen jeugd. De focus op eigen jeugd is niet alleen van toepassing op het eerste bij Wieldrecht. “We zijn ons wat meer gaan richten op prestatie. Zodat de teams zo hoog mogelijk kunnen spelen en daar veel van leren. Daarnaast hebben we een hoofdjeugdopleiding aangesteld. Die houdt zich niet alleen bezig met de selectieteams, maar ook met lagere jeugdelftallen. Zo geef je de leden meer professionaliteit en blijven ze zich ontwikkelen. Je zorgt er zo voor dat je de eigen jeugd op goed niveau houdt, zodat ze uiteindelijk bij het eerste of tweede kunnen spelen.” De voorzitter ziet dat de focus op prestatie al resultaat heeft binnen de jeugdelftallen. “Alle jeugdteams spelen hoofdklasse.” De Kleijn ziet de toekomst lachend tegemoet. “Ik hoop dat de sterke lijn zich voortzet. In de jeugd, maar ook bij het eerste. We hebben het al eerder meegemaakt dat we van degradatie terug zijn gekomen, dus ik ga ervanuit dat we dat nu weer kunnen.” De Kleijn hoopt dat de jeugd die nu bij Wieldrecht speelt, ook bij Wieldrecht blijft. “Ik heb moeite met clubs die in de derde klasse in Dordrecht betalen. Het is dan aantrekkelijk voor jeugd om daarvoor te kiezen. Andere clubs kapen dan jouw spelers weg en gebruiken geld als middel. Dat vind ik waardeloos. Zolang ik voorzitter ben, gaan we bij Wieldrecht geen spelers betalen. Gelukkig is negentig procent van de verenigingen in Dordrecht het met me eens. Als Wieldrecht zijnde proberen we spelers naast de goede sfeer en het vertrouwen, tevreden te houden met de juiste randvoorwaarden. Dan hou je het voor iedereen leuk.” Als 6-jarige liep Vincent van de Koppel het terrein van Wieldrecht op en daar is hij sindsdien niet meer weg te denken. “Ik vind het te leuk om afstand te doen van de club. Ik ben er nu in een andere rol dan vroeger en in veel mindere mate, maar de betrokkenheid blijft.” Van kleine voetballer tot Fysiotherapeut: ‘Link met de sport blijft’ Van de Koppel startte zijn voetbalcarrière bij Flux, omdat zijn vader in het eerste speelde. “Flux werd alleen steeds kleiner en daarom besloten mijn ouders om me naar een andere club te doen. We woonden in Sterrenburg dus Wieldrecht was een logische keuze en naar mijn mening een goede beslissing”, zegt Vincent lachend. Hij kwam in een vast team terecht dat samen alle selectieteams doorliep. “Voetballend gezien hadden we een ontzettend sterke lichting. Doordat we altijd bij elkaar zijn gebleven in de jeugd heb ik vrienden voor het leven gemaakt. Die band is ook nooit meer weggegaan. Ik spreek die gasten nog steeds. Ook al zie je ze een jaar niet, het is nog steeds hetzelfde als vroeger. Dat is geweldig om mee te maken.” Pas vanaf de B versplinterde het team. “Er stopten een aantal jongens en ik ging door. Ik kon een aantal teams overslaan waardoor ik op mijn vijftiende al een aantal keer met het eerste mee mocht doen. Dat is ontzettend gaaf op die leeftijd.” Vincent liet zichzelf niet zo snel gek maken. “Ik was jong en brutaal, dus passeerde ik weleens een mannetje. Dat werd me door de tegenstander niet in dank afgenomen. Je kreeg dan regelmatig een flinke schop. Ik denk dat het in die tijd wat hiërarchischer was. Als je dan wordt gepasseerd door een jonkie, laat je je niet kennen. Ik trok me daar weinig van aan.” Bij het eerste werd Vincent goed opgevangen. “Ik kon snel mijn plekje vinden.” Tijdens zijn periode bij het eerste studeerde Vincent al fysiotherapie in Rotterdam. “Het vak was niet iets waar ik altijd al van had gedroomd. Pas toen ik met een studieadviseur ging praten, kwam naar voren dat het perfect bij me zou passen. Dat klopte. Het werd tijdens de studie alleen maar leuker en de interesse in sportblessures groeide steeds meer. Daar heb ik me uiteindelijk ook in gespecialiseerd.” Na zijn afstuderen werkte Van der Koppel al een tijdje bij een praktijk in Sterrenburg. “Op mijn werk lag ik qua niveau een beetje stil. Ik wil graag uitgedaagd worden en daarom ben ik in 2019 de master Fysiotherapiewetenschappen gaan doen. Dat scheen een zware opleiding te zijn en toen heb ik ervoor gekozen om te stoppen bij het eerste.” Voor Vincent stopte hij op het perfecte moment. “Het was voor mij de juiste afsluiting. We werden dat seizoen kampioen. Alles paste. De groep klikte goed en we gingen met z’n allen ook goed op de druk om kampioen te worden. Dat zorgde voor een geweldig mooi seizoen. De ploeg is daarna ook uit elkaar gevallen. Het was voor iedereen mooi geweest.” Vincent zal zijn tijd bij Wieldrecht altijd koesteren. De beste herinneringen heeft hij aan de jeugdkampen van de club. “Daar keek ik echt het hele jaar naar uit. De band die je met je teamgenoten had, werd daardoor nog sterker.” Ook het kampioenschap in de D1 is hem altijd bijgebleven. “Kampioen worden is altijd geweldig, maar op die leeftijd al helemaal. Er bestond niets anders dan voetballen toen. Als je dan kampioen wordt is dat voor je idee het hoogst haalbare dat er bestaat.” Vandaag de dag heeft Vincent zijn eigen praktijk waar hij menig sportblessure verhelpt. “Er komen veel voetbalblessures langs, dat komt door mijn netwerk binnen de voetbal. Die mensen kennen me, weten dat ik fysiotherapeut ben. Ze komen daarom graag naar mij.” Vincent is nog steeds actief binnen de vereniging. “Niet meer zo veel als vroeger, want dan ben ik nooit meer thuis. Ik ondersteun de club waar nodig. In eerste instantie kijken de verzorgers van de club naar de blessures. Bij zwaardere of blessures waar meer aandacht voor nodig is, komen ze bij mij.” Vincent vindt het leuk om de link met voetbal op deze manier te kunnen houden. “Dat ga ik niet zomaar opgeven. Er blijft altijd een grote liefde voor de club.”

RkJQdWJsaXNoZXIy ODM1NjU=