VoetbalJournaal Bollenstreek, najaar 2022

25 R O B E Y S P O R T S W E A R . C O M R O B E Y S P O R T S W E A R . C O M R O B E Y S P O R T S W E A R . C O M welove wesearch wedeliver Happy... een nieuwe website nodig? dunepebbler.nl 0278940.pdf 1 21-11-2022 13:52:57 7-tegen-7 FC Lisse al jaren topmodel Lisse draait al jaren met succes een interne 7-tegen-7 competitie. Tien teams spelen op regelmatige basis met dik plezier hun wedstrijden op Ter Specke. “Maar er kunnen altijd meer liefhebbers bij”, zeggen Kees (55) en Arie Schalk (60), de mannen achter de competitie. De twee broers maken al heel wat jaartjes deel uit van de zeven-tegen-zeven familie bij FC Lisse. “Walking football is het eindstation, daarvoor zitten wij”, grinnikt Kees in de fraaie kantine van het nieuwe clubgebouw van FC Lisse. En serieus: “Nee hoor, zeven tegen zeven is voor 35-plussers. We hebben vijftigers rondlopen, maar ook jongens die eind dertig zijn. Die kunnen in fysiek opzicht nog prima mee in het reguliere voetbal, maar vinden het vanwege sociaal oogpunt fijner om aan de interne competitie mee te doen.” “Het voordeel van onze competitie”, vult Arie aan, “is dat we altijd thuis spelen. Je hoeft niet die auto in om ergens anders te gaan voetballen. En je bent bij ons ook niet elke week aan de beurt om te spelen. We spelen per speelronde twee wedstrijden, dus vier teams komen in actie. Op dit moment hebben we tien teams in competitie. We spelen op zaterdag om twee uur en half vier. Er wordt altijd een veld voor ons vrij gehouden.” De broers, die het voetballen leerden bij LIsserBoys, zijn al jaren verbonden aan FC Lisse. Arie speelde een seizoen of acht in de hoofdmacht van de FC. Kees speelde jarenlang in het gezellige vierde elftal, waar ook de derde Schalk-broer, Peter, deel van uitmaakte. “Peter is als eerste een team begonnen in de 35-plus competitie”, vertelt Arie. “Op een gegeven moment hebben ook wij de stap gemaakt.” Het zeven-tegen-zeven voetbal heeft een lange geschiedenis in Lisse. “Leo Broekhuizen en Gerrit Valk zijn er ooit mee begonnen. Die zagen al in dat het goed was een interne competitie te beginnen om zo je leden te behouden. Het aantal teams dat meedoet is de afgelopen twintig jaar heel stabiel geweest. Onze top was veertien, een paar jaar geleden hadden we er acht. Dit seizoen hebben we er tien, maar we hebben nog plaats voor een aantal teams.” Lisse diende jarenlang als voorbeeld voor andere clubs. Kees: “We hebben teams uit de hele regio voetballen. Zo hebben we ook een team uit Abbenes. Er voetbalden ook een paar jaar teams uit Hillegom mee, die club is echter zelf een competitie gestart. Ze hebben ons model met succes gekopieerd”, lacht Arie. Spelplezier en gezelligheid (de beroemde derde helft), daar draait het om, zeggen de broers. “Maar dat willen winnen haal je natuurlijk niet uit een voetballer, al zijn ze 45 of 55 jaar. We vinden het wel belangrijk dat het gezellig blijft, in en buiten het veld. We letten er goed op dat er ‘clean’ wordt gepeeld, volgens de zaalvoetbalregels.” Voor als het krachtsverschil tussen twee teams te groot is, heeft FC Lisse ook wat gevonden. Een ploeg mag bij een grote achterstand een extra speler inbrengen. “Op deze manier proberen we leuke wedstrijdjes te houden”, zegt Arie. “Aan het einde van het seizoen is bij ons iedereen kampioen, want we zijn een paar jaar geleden opgehouden met het bijhouden van de uitslagen en standen. Natuurlijk weet je als speler best dat je verloren hebt, maar daar hoef je toch niet aan herinnert te worden?” Ze was een begenadigd voetbaltalent dat de nationale jeugdelftallen doorliep, totdat Iris Opdam er na twee zware knieblessures er genoeg van had. Vijftien jaar later maakte nichtje Wiep het voetbaldier bij Opdam weer los en intussen is zij trainster en coach van de MO13 van FC Lisse. Wiep maakt het voetbaldier in trainster Iris Opdam los “Het is vandaag rennen en vliegen”, zegt de 42-jarige Opdam door de telefoon. “Ik werk voor een installatiebedrijf. Met die kou kan een kapotte verwarming niet te lang wachten om gemaakt te worden. Ik doe de planning en het is passen en meten.” Over een paar dagen speelt Opdam met de MO13 weer een competitiewedstrijd. Ze kijkt er nu al naar uit, zegt ze. “Ik geniet als ik zie hoeveel plezier die meiden met elkaar hebben. Voor mij zijn die resultaten helemaal niet het belangrijkste. Wat dat betreft is Dave Roelofs, de leider met wie ik het doe, veel fanatieker. Ik vind het belangrijk dat die meiden het naar de zin hebben en zich prettig voelen in het team en in het veld.” Toen ze zelf jong was, was ze bloedfanatiek. Dat fanatisme bracht haar via FC Lisse bij Ter Leede en in Oranje onder 15, onder 17 en onder 19. Voor Opdam lag de weg open naar een mooie interlandcarrière. Er kwam echter op jonge leeftijd ruis op de lijn. Na een zware knieblessure kwam ze sterk en vol vertrouwen terug, maar toen ze korte tijd erna weer een kruisband afscheurde, was een vroegtijdig afscheid van het voetbal geboren. “Ik ben geopereerd en heb voor de tweede keer een revalidatieproject doorlopen. Maar eenmaal klaar had ik het gevoel dat het niet meer hoefde. Ik was 20, 21 jaar. Of ik er spijt van heb dat ik toen gestopt ben? Ja, want de hoogtijdagen van het Nederlandse voetbal kwamen eraan. Ik heb regelmatig voor de buis gezeten met het idee dat ik daar ook had kunnen lopen.” “Er speelde ook mee dat ik mijn broer Barry intensief volgde. Ik heb hem twaalf jaar lang gevolgd bij AZ en bij het Nederlands elftal. Dat was ook fantastisch.” Toen de oudste dochter van haar broer bij FC Lisse lid werd, sprong Opdam een gat in de lucht. “Ik hoopte het al. Ik heb als tante een sterke band met Wiep. Ik mee natuurlijk. FC Lisse vroeg me al snel als trainer.” Inmiddels is dat zes jaar geleden, Wiep voetbalt nog steeds, in de MO13, en Opdam geniet van de beleving van haar en haar leeftijdsgenootjes. “In mijn tijd waren er nauwelijks meisjesteams bij FC Lisse. Nu heb je in elke leeftijdsklasse wel één team, soms ook wel twee. Ik heb zelf jarenlang bij de jongens gevoetbald. Dat was ook goed voor mijn ontwikkeling.” Vorig seizoen eindigde Opdam met wat toen nog de MO11 was derde op het Nederlands kampioenschap. “Ik had geen enkele verwachting, maar ik was stiknerveus”, zegt ze lachend. “Nerveuzer dan die meiden.” Ook als MO13 zijn de prestaties uitstekend. In het eerste deel van het seizoen werd het kampioenschap van de hoofdklasse behaald. “Er zitten een paar leuke talentjes in. Ik zie mezelf niet zo zeer als een trainer. De KNVB heeft me wel gevraagd om iets te doen, maar ik heb de ambitie niet. Ik vind het leuk om met Wiep dezelfde passie te delen, maar als Wiep stopt weet ik niet of ik wel doorga.”

RkJQdWJsaXNoZXIy ODM1NjU=