VoetbalJournaal Bergen op Zoom, voorjaar 2023

19 R O B E Y S P O R T S W E A R . C O M R O B E Y S P O R T S W E A R . C O M R O B E Y S P O R T S W E A R . C O M welove wesearch wedeliver Rick Schier hoopt zich komende jaren bij Smerdiek te blijven ontwikkelen “Helaas is dat wel de realiteit op het moment. We hebben veel te veel wedstrijden niet dat resultaat wat nodig was of waar we misschien soms recht op hadden. We zijn met het vertrek van topscorer Sander van ’t Hof en ook Dennis Moerland twee jongens kwijtgeraakt die toch meer dan regelmatig het net wisten te vinden. En we voetballen in wedstrijden dan vaak wel aardig, maar ons belonen door de kansen en het overwicht om te zetten in doelpunten dat laten dan na. En dan kan je niet voor de prijzen meespelen. Zo realistisch moet je dan zijn.” De 21-jarige Schrier is bij Smerdiek bezig aan zijn derde seizoen bij de senioren, waarvan hij eerst een jaartje heeft kunnen wennen bij het tweede. “Van de jeugd naar de senioren was een stap, maar de stap van het tweede naar het eerste dat was voor mij best een flinke. Alles ging veel sneller en was nóg fysieker dan ik bij het tweede had ervaren. Mijn handelingssnelheid moest hoger en ik heb me moeten wapenen in de duels. Nu sta ik wel wekelijks in de basis en dat is wel prettig natuurlijk. Want het is als jongen van het dorp altijd mijn ambitie geweest om hier het eerste te halen en dat is nu in elk geval al gelukt.” Maar dat wil niet zeggen, dat hij nu op het gemakje zijn wedstrijdjes afwerkt bij de vierdeklasser. “Nee, zeer zeker niet. Ik ben van nature geen dragende speler, maar speel altijd in een dienende rol en daar voel ik me prima bij. Keihard werken wanneer je op het veld staat heb ik van nature in me. Al vind ik dat niet meer dan logisch voor elke voetballer. Het minimale wat je altijd kunt is keihard werken. Inzet en beleving moeten vanzelfsprekend zijn wanneer je prestatief voetbal wilt spelen.” Die instelling is naar zijn zeggen wellicht ook de reden waarom de trainer voor de jonge controleur vrijwel wekelijks op het middenveld een basisplaats inruimt. “Dat zou goed kunnen. Ik probeer altijd mijn best te doen en mijn ploeggenoten te helpen waar ik kan. Dat het soms niet altijd lukt daar ben ik me van bewust, maar de intentie is er zeer zeker. We hebben de afgelopen seizoenen best wat aan ervaring ingeleverd en daarvoor zijn vrijwel alleen jonge jongens teruggekomen. Dat maakt dat het soms nog te wisselvallig is en kost veel energie om aan te haken. Al denk ik zeker dat we daarin de komende jaren zullen groeien. Want het lijkt me geweldig om ooit weer die derde klasse te bereiken, maar dan moet het ook kwalitatief wel haalbaar zijn. Want je kunt nog zo ambitieus zijn, als de kwaliteit er niet is dan moet je tevreden zijn dat je goed meedoet op een niveau lager. Dus daarvoor hebben we volgend seizoen weer nieuwe kansen.” Voor zichzelf is Schrier tot op heden tevreden met de speelminuten die hij wekelijks maakt en de progressie die hij boekt. “Ik krijg speel veel. Maar dat heb ik ook zelf wel afgedwongen op trainingen en in wedstrijden. Elke week heb ik de drang om te groeien en beter te worden. Daar doe ik mijn best in elk geval voor. En waartoe dat uiteindelijk zal leiden weet ik niet. Ik heb nog heel wat seizoenen hopelijk voor de boeg om daar achter te komen.” Luke de Dooij richt zich na kruisbandblessure bij ODIO op nieuwe seizoen “Nog nooit eerder had ik te maken met blessures, dus dat het dan tijdens zo’n vriendschappelijk toernooitje direct zó mis ging dat was wel een flinke tegenvaller. Ik ben in oktober geopereerd en had daarbij het geluk dat ik de kruisband van een donor heb gekregen in mijn knie. Daardoor moest er niet uit mijn been een pees worden gehaald. Dat scheelde weer wat in het herstelproces van je lichaam. Maar toch werd me gezegd dat ik moest rekenen op minstens negen maanden en misschien wel twee extra maanden om echt helemaal weer wedstrijdfit te zijn. Dus ik richt me nu volledig op het nieuwe seizoen. Als ik dan in de voorbereiding weer zou kunnen aansluiten, dan zou dat mooi zijn.” Tijdens de finaleavond in Huijbergen had De Dooij zelfs nog een strafschop genomen, maar de dag erna kon hij het gewricht totaal niet meer bewegen. Na de huisarts te hebben bezocht en een scan te hebben gehad, volgde een duidelijke diagnose. “Een voorste kruisband komt bij voetballers veel vaker voor, maar een achterste toch een stuk minder. Waar je na een operatie bij de voorste kruisband direct kan gaan bewegen, daar is dat bij de achterste kruisband een stuk delicater. Daardoor heb ik me ook echt strikt aan het herstelschema gehouden. Want de verleiding om te snel en te veel te willen doen, die is altijd groot. Je wilt immers heel graag stappen maken, maar toch heb ik dat niet gedaan en keurig alles opgevolgd.” Inmiddels is hij dusdanig ver, dat hij krachttraining volgt bij de fysio en binnenkort weer voorzichtig op het veld mag gaan lopen. “Daar kijk ik wel naar uit, want dan kom je toch weer wat dichter bij de groep in de buurt he. Nu ga ik wel altijd naar de wedstrijden kijken, maar je beleeft het allemaal op een heel andere manier. Toch meer van een afstandje en bovendien heb je er geen directe invloed op qua resultaten. Als je op het veld staat, dan voelt dat toch anders. Voor de club beheer ik met een paar anderen de social media-kanalen, dus moet ik ook wel kijken naar de wedstrijden. In het begin was dat moeilijk, maar inmiddels went ook dat wel weer. Al mis ik het spelletje natuurlijk wel.” Op zijn zesde begon De Dooij met voetballen op Sportpark De Heiloop en is er sindsdien nooit meer vertrokken. Op zijn vijftiende debuteerde hij als verdediger in het eerste elftal en zat geregeld op de bank. Vanuit de JO19 sloot hij eerste een half seizoen aan bij het tweede team en vierenhalf jaar geleden werd hij definitief lid van de selectie. “Al ben ik zeker geen onbetwiste basiskracht. Voor een trainer een ideale twaalfde man. Maar altijd ontbreekt er wel iemand en gaandeweg heb ik zo de afgelopen seizoenen toch heel veel wedstrijden gespeeld, tot het moment dat ik dus mijn allereerste blessure kreeg.“ De prestaties van zijn ploeg heeft hij dus vanaf de zijlijn goed kunnen analyseren en die zijn niet wat iedereen er bij de club van had verwacht. “Het is erg wisselvallig en we hadden stiekem wel meer gehoopt dan de middenmoot. Er zijn veel jonge gasten doorgeschoven naar het eerste en ook het tweede. Dat heeft tijd nodig. Voor mij is het vooral zaak weer helemaal fit te worden. Ik overhaast niks, want dat kan alleen maar averechts werken. En ik hoop toch nog wel wat jaren te kunnen voetballen.” SINT MAARTENSDIJK –Een competitie waarin je wél kunt promoveren maar niet kunt degraderen, daar heeft men in de zaterdag vierde klasse dit jaar mee te maken. Het ambitieuze Smerdiek heeft altijd de drang om mee te doen voor een periode, maar daar kwam het dit seizoen bij lange na niet in de buurt. Controlerende middenvelder Rick Schrier en zijn ploeggenoten beleven daardoor een vrij kleurloos seizoen. OSSENDRECHT – Een onschuldig 7x7 toernooitje zorgde er in het najaar van 2022 voor dat het voetbalseizoen voor Luke de Dooij (24) er direct op zat. De achterste kruisband in de rechterknie bleek afgescheurd en dus zit de ODIO-verdediger nog altijd volop in zijn revalidatietraject. Het doel is om begin volgend seizoen weer fit te zijn.

RkJQdWJsaXNoZXIy ODM1NjU=